Advocaat Raf Jespers: 'Privacy bestaat niet meer'

Nieuws

Advocaat Raf Jespers: 'Privacy bestaat niet meer'

Advocaat Raf Jespers: 'Privacy bestaat niet meer'
Advocaat Raf Jespers: 'Privacy bestaat niet meer'

Gunther Malin

23 mei 2013

De Liga voor Mensenrechten reikt op 30 mei 2013 de Big Brother Award uit aan ‘de grootste privacyschender’. “De overheid negeert de privacy niet, voor haar bestáát privacy gewoon niet meer”, zegt advocaat Raf Jespers.

Camera’s op elke straathoek, de uitbreiding van de GAS-boetes, nummerplaatherkenning en telecombedrijven die de gebruikersgegevens moeten bijhouden. Het zijn allemaal maatregelen die broodnodig zijn om de veiligheid van de burger te garanderen. Raf Jespers, advocaat, al dertig jaar actief in het strafrecht en lid van de Liga voor Mensenrechten, denkt er het zijne van.

1984

Reacties van middenveldorganisaties of individuen tegen de uitbreiding van controlemaatregelen lijken vaak een maat voor niets. “Maar ik ga niet mee in het verhaal dat de burger zich niets meer aantrekt van zijn privacy”, nuanceert Jespers. “Integendeel, er is minstens een onderhuids gevoel van bekommernis tegen de inmenging van de overheid en bedrijven.”

Als het gaat om privacy en controle wordt er niet zelden verwezen naar het beroemde boek ’1984′ van George Orwell. “De drie belangrijkste evoluties heeft Orwell inderdaad voorspeld”, bevestigt Jespers. “De technologische en digitale revolutie die het mogelijk maakt om, voor het eerst in de geschiedenis, iedereen permanent te controleren. Daarna was er 9/11 dat een politiek klimaat schiep om maatregelen door te voeren die daarvoor ondenkbaar waren. En ten slotte is er Europa dat de besluitvorming nog verder van de bevolking wegtrekt.”

Dat klinkt allemaal als ‘morele paniek’, al nuanceert Jespers ook deze stelling. “Men heeft inderdaad van de gelegenheid gebruikgemaakt. De overheid brengt camera’s, nummerplaatherkenning en GAS-boetes aan de man onder het mom van veiligheid. En dat werkt”, aldus de advocaat. “Maar dat kan ik de burger niet verwijten. Je zou kunnen zeggen: de overheid negeert of miskent de privacy. Maar het is erger dan dat. Voor haar bestaat de privacy gewoon niet meer.”

Verantwoordelijkheden op hun kop

Personen die zich verzetten tegen het gebruik van camera’s, e-mailcontrole, de dataretentierichtlijn (Europese richtlijn die providers verplicht gebruikersgegevens bij te houden, red.) en databanken, hebben iets te verbergen. Dat zeggen althans de voorstanders. “Maar het zet de verantwoordelijkheden op hun kop”, zegt Jespers.

“De burger moet niet verantwoorden waarom hij niet gezien of gecontroleerd wil worden. Het rechtelijk principe luidt dat de overheid moet verantwoorden waarom ze de burger controleert. Trouwens, tenzij men een heilige is, heeft iedereen wel iets te verbergen.”

Absurd en duur

Is er eigenlijk wel een alternatief voor de moderne, technologische controlemaatregelen? “Er hangen in alle bussen, metro’s en trams camera’s. Totaal absurd en enorm duur”, aldus Jespers. “Hang camera’s gerichter op, bijvoorbeeld op risicolijnen op risicomomenten. Nu is er zelfs camerabewaking op lijnen waar sinds de afschaffing van de paardentram nooit een echt probleem is geweest.”

Naast een efficiënter beleid, pleit de advocaat ook voor een menselijke oplossing. “Haal camera’s weg in het openbaar vervoer en zet er een extra man bij. Die kan tenminste praten met de mensen en niet enkel registreren”, meent Jespers. “Maar vaak wordt de hele industrie achter de camera’s en de software vergeten. Mechelen investeert tienduizenden euro’s in nummerplaatherkenning, terwijl de stad met een schuld van 190 miljoen euro kampt.”

Voorwaarden

Volgens vele politici vraagt de bevolking om meer controle. Privacy is trouwens geen absoluut recht, aangezien het kan beperkt worden in uitzonderlijke gevallen. Denk daarbij aan een huiszoeking in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. “Maar die uitzonderingen zijn wél onderhevig aan voorwaarden”, maakt Jespers duidelijk. “Zijn ze noodzakelijk in een democratische samenleving? Zijn ze proportioneel? Kan men hetzelfde resultaat niet bereiken op een andere manier? Met andere woorden: moeten alle nummerplaten rond Mechelen echt gecontroleerd worden? Volstaat een extra controleur op de bus niet om de veiligheid te garanderen?”

Deze voorwaarden lijken zelden in beschouwing genomen te worden. “Op het politieke niveau kent men onvoldoende de problematiek”, zegt Jespers. “Het zou de evidentie moeten zijn om terug te vallen op de fundamentele rechten en de burgerrechten. Maar politici zijn dermate met dagjespolitiek bezig dat ze die burgerrechten zelfs niet in het achterhoofd hebben. Het bewustzijn bij het doorsnee gemeenteraadslid is hemeltergend”, vindt Jespers.

Repressieve mentaliteit

Extra verontrustend is dat de politieke top wél weet waar ze mee bezig is, maar toch op hetzelfde elan verdergaat. “De progressieve tijdsgeest van de jaren 50, 60 en 70 is omgeslagen naar een repressieve mentaliteit. De burger wordt gewantrouwd. Waarom? Omdat die van alles uitspookt? Of omdat de overheid vreest dat hij vroeg of laat op zijn achterste poten zal staan?”, vraagt Jespers zich af.

“Het gemak waarmee men alles doorvoert, is hallucinant. De privacy is een van de onderdelen van ‘de moederkoek van de vrijheden’, zoals de vrije meningsuiting. De progressieve evolutie van na WOII is totaal vergeten. Dat is een van mijn grote zorgen. Als men privacy niet meer als basis voor het beleid neemt, dan vrees ik het ergste.”

© 2013 – C.H.I.P.S. StampMedia – Gunther Malin