‘Arabieren willen zelf hun dictators verdrijven’

Nieuws

‘Arabieren willen zelf hun dictators verdrijven’

Hasna Ankal

25 maart 2011

Libië is een zwart-wit verhaal en in Egypte en Tunesië is er nog geen revolutie. Dat is de analyse van docent Arabistiek en Islamkunde aan de KULeuven John Nawas tijdens een lezing op woensdag 23 maart van de Leuvense studentenverenigingen Dyma en Politika.

‘Misschien is een staakt-het-vuren de beste optie’, antwoordt Nawas op de vraag hoe je best een genocide vermijdt. ‘Zoals Rusland zegt is het misschien beter als voorlopig iedereen blijft waar die nu zit zodat onschuldige slachtoffers vermeden worden.’ In Libië gaat het volgens Nawas om een heel pijnlijke patstelling: ‘Als Khadaffi wint zal de oppositie niet meer bestaan. Wint de oppositie, dan zullen aanhangers van Khadaffi niet meer bestaan. Helaas is het een zwart-wit verhaal.’

De troepen van de coalitie herhalen best niet de fout die gemaakt werd in Irak. ‘Toen werd Saddam gevangen en ging het beeld van een gevangen Arabische dictator de wereld rond. Er werd geen rekening gehouden met het schaamtegevoel van Arabieren. Arabieren willen zelf hun dictators verdrijven.’ Het gevolg daarvan zag hij een paar weken geleden in Jordanië: ‘Een grote foto van Saddam, nog groter dan die van de Jordaanse koning Abdullah. Saddam blijft een held voor deze mensen.’

Egypte

‘Mogen we spreken van een revolutie, of zien we louter een verstoring van de normale verhoudingen die er altijd zijn geweest’, vraagt de professor zich af. ‘Als het staatsapparaat overeind blijft, dan blijft alles bij het oude. VS-minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton ging meteen naar Egypte en Tunesië om Amerikaanse steun te beloven aan het leger.’ Hij verwijst naar het Amerikaanse Rogers Plan waarbij een bufferzone rond Israël belangrijk is. ‘Daarbij is het belangrijjk dat de Amerikanen de machthebbers in de omringende landen tevreden houden.’

Een radicale revolutie zou ook het staatsapparaat raken en dat zou betekenen dat het Egyptische staatsmodel volledig valt. ‘Voor Obama is dat gevaarlijk want dat kan het einde betekenen van veertig jaar controle over het Midden-Oosten. Door de slechte economie zijn steeds minder mensen voor dat apparaat gaan werken en daardoor kreeg je ook steeds minder mensen die er trouw aan waren.’

Uitlaatklep

John Nawas linkt de rol van religie ook aan het falen van dat staatsapparaat: ‘Middenveldsorganisaties en grassroots bewegingen vonden hun enige uitlaatklep in religie omdat het staatsapparaat alleen zorgt voor mensen die er trouw aan zijn. Burgers hebben daarom een eigen civiele maatschappij gecreeërd tegen het staatsapparaat.’

Hij blijft voorzichtig en kan niet voorspellen of er nu wel democratie komt in Egypte. De professor is over één ding wel zeker: ‘Als de hervormingen in Egypte niet ver genoeg gaan, dan komen de mensen opnieuw op straat.’

Doorheen zijn lezing herneemt hij een gedicht van de bekende Tunesisische dichter Abu al-Qasim al-Shabbi: ‘Als het volk op een dag naar het leven verlangt, dan zal het lot daar zeker gehoor aan geven, zeker zal dan de nacht in rook opgaan en zullen de boeien breken.’ Volgens Nawas leven deze woorden ‘in het hart, de ziel en het geweten van de Arabische mens. Daarom hoor je ze vandaag telkens wanneer je de Arabische radio aanzet.’