Belgische ontwikkelingssamenwerking is blind voor gehandicapten
Een op zeven mensen mensen leeft met een functiebeperking, en daarvan leeft 82 procent in armoede. Toch blijft de doelgroep buiten het gezichtsveld van de ontwikkelingssamenwerking. Dit bedreigt het halen van de millenniumdoelstellingen, ook voor België.
Het Platform Handicap en Ontwikkelingssamenwerking (PHOS) presenteerde op dinsdag de resultaten van een onderzoek naar de aandacht voor gehandicapten in de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Experts debateerden over de plaats van gehandicapten in het beleid, internationaal en in eigen land.
‘De Belgische inspanningen voor de implementatie van het Verdrag voor de rechten van personen met een handicap zijn minimaal,’ stelt het PHOS. België ratificeerde dit verdrag van de Verenigde Naties in juli 2009. Maar onderzoek van het platform toont aan dat de doelgroep onzichtbaar blijft in de beleidslijnen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
Het onderzoek komt op een moment van volle regeringsovergang. PS-er Paul Magnette neemt ontwikkelingssamenwerking voor zijn rekening. ‘Enerzijds moet de nieuwe regering zich bewust zijn van het VN-verdrag dat ze ondertekenden. Anderzijds dient België rekening te houden met de doelgroep van gehandicapten, wil het land de richtlijnen van de millenniumdoelstellingen halen,’ aldus voorzitter van het PHOS Joost Van Heesvelde.
De grote afwezigen
In de milleniumdoelstellingen – tot op heden de belangrijkste internationale richtlijnen rond ontwikkelingssamenwerking – komen gehandicapten echter amper aan bod.
‘De groep wordt niet een keer genoemd,’ zegt Van Heesvelde. ‘Terwijl ze binnen elke doelstelling wel voor tien tot 15 procent uitmaken van de doelgroep. De aandacht moet ernstig verhoogd worden.’
‘De Belgische inspanningen zijn minimaal’
De Wereldbank schat dat ongeveer 20 procent van de mensen die in extreme armoede leven, met een fysieke beperking worstelen. Van alle gehandicapten leven zelfs 82 procent in armoede.
Niet enkel landen die ontwikkelingshulp verschaffen onderschatten de problematiek. Ook ontwikkelingslanden zelf hebben weinig aandacht voor de doelgroep.
Bhekie Jele heeft binnen het Secretariaat voor het Afrikaanse Decennium voor Mensen met Functiebeperkingen jarenlange ervaring in het implementeren van dit beleid in Afrika. ‘Als mensen met een functiebeperking niet betrokken en tewerkgesteld worden, worden ze een last voor de samenleving. Indien wel, dragen ze bij aan de welvaart van een land,’ zegt Jele.
Een op zeven
In juni 2011 presenteerden de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Wereldbank hun eeste wereldwijde rapport over handicaps. Hieruit bleek dat bij ruwe schatting een op zeven mensen wereldwijd met een handicap leeft.
‘Er kwamen cijfers boven die men lang had onderschat,’ zegt Geert Van Hove, professor pedagogie aan de Ugent en specialist in handicaps en inclusief onderwijs. ‘Bijvoorbeeld de duidelijke relatie tussen een functiebeperking en armoede.’
Zo lijden mensen met een functiebeperking vaker aan een slechte gezondheidstoestand, een lagere onderwijsniveau, lagere participatie op de arbeidsmarkt en een hogere graad van armoede.
Gehandicapten hebben vaker met sociale en praktische drempels te maken. Dit ontzegt hun de toegang tot dienstverlening of steun, die voor anderen vanzelfsprekend lijkt.