Belgische Unesco prijswinnaar François Houtart

Nieuws

Belgische Unesco prijswinnaar François Houtart

Belgische Unesco prijswinnaar François Houtart
Belgische Unesco prijswinnaar François Houtart

Maandag 16 november, op de internationale dag van de tolerantie, zal de Belgische kannunik François Houtart de UNESCO Madanjeet-Singh prijs voor de promotie van tolerantie en geweldloosheid in ontvangst nemen. MO* peilde naar zijn visie op tolerantie en geweldloosheid.

De biografie van François Houtart leest als een catalogus van politieke dromen en grote maatschappelijke omwentelingen. Hij wou eigenlijk missionaris worden. De wereld intrekken, de armen dienen. Maar zijn vader wou dat hij dichter bij huis bleef en dus werd hij seminarist in Mechelen. Enkele jaren later brak de Tweede Wereldoorlog uit en geraakte hij betrokken bij het verzet. ‘We deden bruggen springen in de omgeving van Brussel.’ Maar zijn echte doop kreeg hij in de KAJ. In 1953 woonde hij een internationaal congres bij in Havana en kardinaal Cardijn vroeg hem om aalmoezenier te worden van de internationale KAJ. Zijn eigen kardinaal, Van Roey, weigerde.

Als socioloog bestudeerde hij de vervreemding tussen kerk en arbeiders, die in Europa pijnlijk zichtbaar werd. Het was ook als socioloog dat hij meer en meer betrokken geraakte bij de sociale problemen van Latijns-Amerika. Op vraag van onder andere Dom Helder Camara werd hij vier jaar lang raadgever van de Latijns-Amerikaanse bisschoppen op het Tweede Vaticaans Concilie. In het zog van het enthousiasme dat daar ontstond voor de rol van de leken in de kerk en voor de rol van de kerk in de samenleving bleef hij ondersteunend werk leveren voor de Latijns-Amerikaanse kerk.

Het ontstaan en het opbloeien van bevrijdingstheologie en basisgemeenschappen: hij was erbij. De volksbewegingen en de revoluties in Midden-Amerika: hij volgde en begeleide ze op de voet. Boerenbewegingen en indiaanse opstanden, syndicaten en catechisten: hij kent ze bij naam en toenaam.

Begin van dit decennium stond hij mee aan de wieg van het Wereld Sociaal Forum, het antwoord van de diverse antiglobaliseringsbewegingen op het Wereld Economisch Forum van Davos en de neoliberale mondialisering die daar gepredikt werd. Houtart raakte ook nauw betrokken bij de linkse politieke tendens in Latijns-Amerika en kent leiders als Hugo Chavez, Fidel Castro, Evo Morales, Daniel Ortega en Fernando Lugo heboorlijk intiem.

Wat betekent tolerantie en geweldloosheid voor u?

François Houtart: Voor mij kan het concept van tolerantie en geweldloosheid enkel begrepen worden in functie van concrete situaties. Anders beland je in een puur theoretische discussie.
Tolerantie is de mogelijkheid om een dialoog aan te gaan tussen personen van een verschillende maatschappij, voornamelijk op vlak van cultuur en religie. Het geeft de kans om samen doelen te kiezen die constructief bijdragen aan de bouw van een betere wereld. En dit terwijl je verschillen accepteert. Dat is fundamenteel.

Het tweede aspect, geweldloosheid, gaat uit van de strijd tegen geweld. Het verwerpt alles dat aan de basis van geweld ligt. Vandaag de dag is dat meer bepaald het kapitalistische systeem dat in haar logica aan de basis ligt van het grootste deel van het geweld dat er vandaag in de wereld plaatsvindt.

Geeft u eens een voorbeeld van geweld dat veroorzaakt wordt door het kapitalisme?

François Houtart: Het is typisch voor het kapitalistische systeem dat ten eerste winst de motor van de economie is en ten tweede de zogenaamde externaliteiten volledig genegeerd worden. Dit wil zeggen dat ecologische of sociale gevolgen niet in de economische optelsom opgenomen worden.

De voedselcrisis is hier een heel concreet voorbeeld van. In 2007 en 2008 was er een enorme stijging van de graanprijs op de beurs van Chicago, soms meer dan 100 procent. En dit kwam puur door speculatie. Volgens cijfers van de FAO waren er op het moment van de stijging van de voedselprijzen elk jaar meer dan 50 miljoen mensen die onder de armoedegrens terecht kwamen en niet langer in staat waren om voedsel te betalen. Dat creëerde een probleem van hongersnood.

Een ander voorbeeld is het jobverlies als gevolg van de financiële crisis, een typische crisis van het kapitalistisch systeem. De gevolgen zijn logischerwijze economisch, maar evengoed sociaal, cultureel en psychologisch. Het brengt alle mogelijke menselijke drama’s met zich mee. Vanuit ethisch oogpunt is dit compleet onaanvaardbaar. Daarom is de verwerping van dit soort situaties een ethische opdracht.

U zegt dat er een ethische motivatie is voor geweldloos verzet. Is het ook een tactische zet?

François Houtart: Men kan inderdaad ook zeggen dat er een strategisch aspect aan verbonden is. Je probeert zo effectief mogelijk te werk te gaan. Het spreekt voor zich dat als mensen proberen te werken aan een betere wereld, dialoog en samenwerking het meest doeltreffend is.

Op het Wereld Sociaal Forum komt men bijvoorbeeld samen met mensen van over de hele wereld die verschillen op vlak van cultuur, traditie, gedachtengoed en ervaring. Dit feit creëert een geest van tolerantie die noodzakelijk is opdat de actie die men samen probeert op te zetten kan slagen.

Op de vraag of geweldloosheid effectiever is dan geweld kan ik geen zuiver theoretisch antwoord geven. Het hangt af van de omstandigheden. In principe is geweldloosheid doeltreffender, maar dit is niet in elk geval zo. In sommige situaties kan men aannemen dat geweld noodzakelijk is. Ik heb bijvoorbeeld in het gewapend verzet gezeten tegen de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog. Niemand trekt de legitimiteit van dit engagement in twijfel, want we stonden tegenover een vijand die enkel de taal van geweld verstond.

Zijn er ook hedendaagse voorbeelden van waar geweld wel gelegitimeerd is?

François Houtart: Het is heel moeilijk om op deze vraag te antwoorden, omdat geweld zo’n grote proporties aangenomen heeft dat geweldloze actie op langere termijn effectiever lijkt dan geweld. Los dus van het ethische aspect, is geweldloosheid tactisch de betere zet dan geweld.

In Colombia is de gewapende strijd bijvoorbeeld niet het meest gepaste antwoord op de economische en politieke vraagstukken die het land vandaag kent. Er moet politieke actie gevoerd worden. Maar dit wil niet zeggen dat in bepaalde omstandigheden een gewapende strijd – die eigenlijk een soort van zelfverdediging is – niet noodzakelijk kan lijken voor sommige betrokkenen.

Een daad van geweld is slechts in enkele uitzonderlijke gevallen acceptabel. Geweld roept namelijk geweld op als reactie. Als je ziet wat er vandaag de dag in Irak en Afghanistan gebeurt is het logisch dat het verzet tegenover de Amerikaanse bezetting als iets absoluut legitiems gezien wordt. Maar de vorm van geweld die daar gebruikt wordt - honderden onschuldige mensen worden opgeofferd - is ethisch onverantwoord. Het wil echter niet zeggen dat het verzet op zich niet gelegitimeerd is.

Zijn er volgens u grenzen aan tolerantie?

François Houtart: Ja, er zijn zeker zaken die niet te tolereren zijn. De honger in de wereld is bijvoorbeeld iets dat niet getolereerd mag worden. Tolerantie ten opzichte van terrorisme – acties die op blinde wijze onschuldigen doden – is onaanvaardbaar.
Ik was bijvoorbeeld in Cuba voor een seminarie over terrorisme. Net voor mijn uiteenzetting had ik een gesprek met Fidel Castro die me zei: “Terrorisme is onaanvaardbaar, om het even van waar het afkomstig is.” We kunnen niet accepteren dat mensen een fundamentele onrechtvaardigheid gebruiken als instrument om hun doelen te bereiken.

Denkt u dat acties van geweldloos verzet zoals deze van Ghandi op dit moment nog mogelijk zijn?

François Houtart:  Ik geloof dat de geest waarbinnen de actie van Ghandi zich gemanifesteerd heeft een was van fundamenteel respect voor alle mensen. Men kon niet accepteren dat er geweld uitgeoefend werd tegen bepaalde mensen. Het strategische aspect speelde ook mee. Een collectieve actie is doeltreffender op middellange en lange termijn dan een daad van geweld op korte termijn. Deze principes bestaan nog steeds, maar ik geloof niet dat we er een absoluut dogma van moeten maken. Het is belangrijk om rekening te houden met de context waarin historische gebeurtenissen plaats gevonden hebben.

Waarden zoals geweldloosheid zijn waarden van het Rijk Gods. Je moet deze waarden nastreven. Zeker als je weet dat we in een wereld vol geweld leven. Een radicaal geweldloze houding hebben, geniet mijn voorkeur, want het roept deze fundamentele waarden op die we willen verdedigen. Maar je mag niet helemaal naïef zijn en van de geweldloosheid een dogma maken waardoor er een situatie gecreëerd wordt die helemaal niet meer in de buurt van de realiteit komt.

We proberen op het feit dat we in een wereld vol geweld leven op een geweldloze manier een antwoord te bieden. Met verenigingen, syndicaten, groepen van mensen die protesteren, die een andere economische logica proberen op te bouwen, maar die op een gewelddadige manier onderdrukt worden door het systeem. De fundamentele waarde er een is van respect voor de mensen en de mensheid. Dat is een waarde van het Rijk Gods.

In welke mate denkt u dat er in een land als België - waar er al heel wat sociale rechten verworven werden – actieve geweldloosheid en tolerantie toch nog belangrijk is?

François Houtart: Om het even welke samenleving heeft structuren van geweld. Dit is onvermijdelijk, want we leven niet in het Rijk Gods. De constructie van de staat is op een bepaalde manier een gewelddadige constructie. We leven in een samenleving met reële contradicties, sociale tegenstellingen. De laatste dertig jaar heeft de klasse van het kapitaal zich systematisch een groter deel van het nationaal product toegeëigend, terwijl de arbeidersklasse steeds minder kreeg. Dit is een fundamentele constructie van ongelijkheid. Als 15 procent van de mensen in armoede leeft, mag je een reactie verwachten.

Tolerantie in deze context betekent dat organisaties die socialistisch, christelijk of neutraal zijn moeten samenwerken. Verschillen moeten getolereerd worden in functie van het einddoel: de strijd tegen de structuren die armoede veroorzaken.
Persoonlijk vind ik dit niet het meest fundamentele probleem van onze samenleving, maar er zijn in België problemen van nationale identiteit, taal en cultuur. Het is evident dat de oplossingen die men hiervoor zoekt er moeten zijn die geïnspireerd zijn door wederzijdse tolerantie.

Op vlak van geweldloosheid leven we in een samenleving die niet perfect is, maar waar men wel rechten heeft en instrumenten om te strijden tegen geweld dat uitgeoefend wordt. Het is logisch dat je beter een samenleving hebt die gebaseerd is op rechten dan een samenleving die zijn problemen oplost met geweld. Op dit vlak is er nog veel vooruitgang mogelijk.

Men moet in het achterhoofd houden dat een samenleving structureel gewelddadig is ten opzichte van bepaalde groepen personen. Ik denk bijvoorbeeld aan de mensen zonder papieren of immigranten die lijden onder structureel georganiseerd geweld. We mogen dit niet accepteren. Ik zeg niet dat we geweld moeten uitoefenen tegen de staatsapparaten die hiervan aan de oorzaak liggen, maar wel dat we geweldloze en goed georganiseerde acties moeten opzetten opdat de wetten of de toepassingen ervan veranderen.

Denkt u dat de geweldloze strijd altijd nodig zal blijven?

François Houtart: Natuurlijk. We leven in samenlevingen die niet perfect zijn. Er valt altijd te bouwen. Geweldloosheid en tolerantie zullen nooit voor altijd gegeven zijn. We beginnen echter niet altijd opnieuw van nul.

Ghandi, die een groot persoon was, heeft geweld vooral vanuit een politieke context bekeken, namelijk zich bevrijden van de koloniale structuren op een geweldloze manier. Het bleek een hele efficiënte actie te zijn. Maar er zijn heel wat andere vormen van geweld in de Indiase maatschappij die maken dat de sociale en culturele strijd zich moet voortzetten.