Bengalese scheepsslopers trekken zich weinig aan van milieunormen

Nieuws

Bengalese scheepsslopers trekken zich weinig aan van milieunormen

Naimul Haq

20 juni 2011

Ruim twee jaar geleden verbood het gerecht in Bangladesh de invoer van oude schepen die zwaar vervuild zijn. Maar volgens een plaatselijke milieuorganisatie blijven de slopers die grof geld verdienen met het ontmantelen van de uitgediende tankers en vrachtschepen, giftige oceaanreuzen binnenhalen.

De slopers trekken zich ook niets aan van een gerechtelijk bevel om zorg te dragen voor de gezondheid van hun werknemers en het milieu te ontzien, zegt de Vereniging van Bengalese Milieuadvocaten (BELA). Als een gevolg daarvan zouden er sinds maart 2009 nog 26 arbeiders zijn gestorven op de sloopwerven.

Strand als sloopwerf

“We hebben bewijzen van gevaarlijke en onbeschermde sloop van schepen op de stranden van Shitakunda”, zegt Syeda Rizwana Hasan, de directeur van de BELA. “Dat gaat duidelijk in tegen het gerechtelijk bevel van maart 2009”. De organisatie beschuldigt de ministeries van Milieu, Scheepvaart en Arbeid ervan de slopers niet voldoende te controleren.

De kust van het Bengalese Chittagong is nog altijd hét adres voor reders van over heel de wereld die van oude schepen af willen. Bangladesh telt niet minder dan tweehonderd bedrijven die in het vuile en gevaarlijke werk gespecialiseerd zijn. Samen zetten die 18.000 arbeiders aan het werk, voor het grootste deel ongeschoolde arbeidskrachten die weinig vragen stellen en voor niets bang zijn.

Volgens het vonnis uit 2009 mogen de slopers alleen schepen aanvaarden die in hun thuishaven gereinigd zijn. De slopers moeten er ook voor zorgen dat de ontmanteling in een omgeving gebeurt waar er op een veilige manier wordt omgegaan met het schroot en eventuele giftige resten.

Dodelijke ontploffingen

Dat was tot 2010 zeker niet het geval. Volgens een studie van de Wereldbank uit dat jaar stelden het giftige afval dat bij elkaar komt door de sloop en de gevaren die op de arbeiders op de sloopwerven loeren, grote problemen. De slopers die zich een weg branden door enorme tanks en scheepsruimen of waardevolle leidingen moeten weghalen, dragen nauwelijks beschermende kledij. Bij de ontploffingen die zich af en toe voordoen, zijn volgens de BELA sinds 1998 al zeker 123 slachtoffers gevallen.

De bodem en het water rond de sloopplaatsen zijn zwaar vervuild met cadmium, chroom, lood, kwik en olie, stelde de Wereldbank vast. Met gevaarlijke stoffen als asbest, pcb’s en zware metalen werd bijna nergens oordeelkundig omgegaan. Bovendien hebben de slopers grote stukken mangrovewoud kaalgekapt om meer plaats te maken voor hun activiteiten. Mangrovebossen zijn de broedkamer van veel zeedieren die in het kustgebied leven.

De sloopbedrijven verdienen veel geld met hun activiteiten. De Wereldbank schatte in 2010 dat ze 1,5 miljoen van de 5 miljoen ton staal leveren die Bangladesh jaarlijks nodig heeft. De bedrijven betalen samen jaarlijks 70 miljoen euro belasting.

Twijfelachtige vergunningen

Dit jaar reikte de Bengalese overheid al voor ongeveer zeventig schepen een sloopvergunning uit, al waren er bij heel wat van die schepen eerder problemen opgedoken bij het verkrijgen van afzonderlijke deelvergunningen. Een van de schepen die nu in Bangladesh worden ontmanteld is de Probo Koala, die in 2006 in Ivoorkust voor ophef zorgde met een lading giftig afval die nooit naar dat land had mogen worden vervoerd. Het schip heet intussen de Gulf Jash.

Critici zeggen dat een overheidscomité dat werd opgezet om de toepassing van de gerechtelijke beslissingen van 2009 te controleren, nooit ernstig werk heeft geleverd. De machtige Vereniging van Bengalese Scheepsslopers (BSBA) zou het naar haar hand hebben gezet.

De voorzitter van de BSBA, Hefazutur Rahman, ontkent dat zijn leden nog schepen invoeren zonder de nodige vergunningen. Hij zegt dat alle regels die de overheid heeft opgelegd, gevolgd worden.

Ook de overheid houdt vol dat de situatie veranderd is. “De betrokken zakenlui komen naar ons voor inspectie en de nodige vergunningen”, zegt Mohammad Zafar Alam, directeur van de afdeling in Chittagong van het ministerie van Leefmilieu. Volgens Alam hebben de sloopbedrijven nu installaties die toelaten veilig te werken, en leiden ze hun personeel ook op om veilig te werken.