‘Congolese inlichtingendienst heeft meer aandacht voor België’

Nieuws

‘Congolese inlichtingendienst heeft meer aandacht voor België’

‘Congolese inlichtingendienst heeft meer aandacht voor België’
‘Congolese inlichtingendienst heeft meer aandacht voor België’

Het aantreden van de Congolese ambassadeur Henri Mova in België komt ‘overeen met een grotere wil om de Congolese gemeenschap te controleren en op te volgen, met name via de inlichtingendiensten’. Dat staat in het 'Jaarverslag 2009' van de Staatsveiligheid.

‘De Congolese inlichtingendienst is altijd aanwezig geweest binnen de ambassade van Congo, onder andere om de Congolese oppositie van België in de gaten te houden’, zegt de Staatsveiligheid in een reactie aan MO*. ‘Een klein deel van die oppositie –niet alleen in België– wordt de laatste tijd meer en meer radicaal. De Congolese autoriteiten –met de ambassade als vertegenwoordiger in België– hebben dus meer en meer aandacht voor hun activiteiten. Dat betekent echter niet dat er meer Congolese “spionnen” in België zijn.’

In het jaarverslag wordt ook verwezen naar de relatie tussen België en Rwanda: ‘De aanwezigheid van vermeende genocidairs in België is nog altijd een doorn in het oog van Kigali en geeft regelmatig aanleiding tot diplomatieke “storingen” tussen beide landen. In deze context werden door de Staatsveiligheid meerdere onderzoeken verricht die resulteerden in informatienota’s aan de autoriteiten en het federaal parket.’ Meer toelichting kan de dienst daar niet bij geven. ‘Gerechtelijke onderzoeken zouden lopende kunnen zijn’, klinkt het.

Een jaar vol staatsgeheimen

Jongerengroepen/milities in Burundi, Chinese mijnbouwcontracten in Congo, terrorisme in Jemen, clandestiene inlichtingenactiviteiten door Noord-Afrikaanse landen, ontwikkelingen in Pakistan, dual use goederen in de haven van Antwerpen… inhoudelijk zijn er heel wat parallellen te trekken tussen het nieuwe jaarverslag van de Staatsveiligheid en een MO*jaargang vol berichtgeving over de wereld.

De belangrijkste en opmerkelijkste conclusies van het Jaarverslag 2009 op een rijtje:

Extremisme, radicalisering, terrorisme

  • Het aantal geweldincidenten tussen extreemrechtse en extreemlinkse studenten in Vlaamse universiteitssteden kende een significante stijging in 2009. Op de rechts-extremistische scene zag de Staatsveiligheid een ‘bescheiden ontwikkeling van een autonome nationalistische jeugdcultuur’.

  • De geheime dienst blijft de oud-CCC’ers Bertrand Sassoye en Pierre Carette opvolgen, gezien hun ‘niet afgezwakte geloof in de noodzaak van gewapende strijd om de communistische revolutie te verwezenlijken’. Sassoye is actief in een steuncomité voor revolutionaire gevangenen in Europa en ook Carette zette zijn eigen solidariteitsbeweging op.

  • De Staatsveiligheid maakte zich zorgen over lobbyingactiviteiten ten voordele van een Latijns-Amerikaanse organisatie die door de EU wordt erkend als een terroristische groepering. De dienst laat in het midden om welke organisatie het precies gaat. Op de EU-lijst staan vier organisaties uit Latijns-Amerika (de FARC, de ELN, de AUC en de Sentier lumineux). Ook over de lobbyactiviteiten in kwestie kan de Staatsveiligheid omwille van wettelijke redenen niet in detail treden, klinkt het in een reactie aan MO*.

  • De dienst beschouwt islamitisch extremisme steeds minder als een zuiver grootstedelijk gegeven. Ook in kleinere steden en gemeenten werden ‘gestructureerde, islamitisch-extremistische uitingen’ waargenomen.

  • Een aantal studenten die een opleiding hebben gevolgd aan radicale instellingen in Egypte, Syrië, Jemen en Saoedi-Arabië, trokken de aandacht van de Staatsveiligheid.

  • Een nieuw interessecentrum voor de Staatsveiligheid is Jemen, aangezien er een risico bestaat dat dat land ‘op termijn een vrijplaats wordt voor het internationale jihadisme’.

Inmenging, spionage, inlichtingenwerk

  • Een aantal derde landen hebben zich ingemengd in aangelegenheden van de Belgische institutionele islam, zowel openlijk als heimelijk. Met name rond de Moslimexecutieve stelde de Staatsveiligheid een intensivering van inmengingspogingen vast.

  • Inlichtingenactiviteiten van landen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika tegenover hun diaspora of vermeende tegenstanders in België, konden op de ‘opperste aandacht’ van de Staatsveiligheid rekenen.

  • Oost-Europese spionnen bleken dan weer geïnteresseerd in thema’s als ontwapening en de Europese veiligheidsarchitectuur. Het conflict tussen Georgië en Rusland resulteerde in pogingen tot inmenging.

  • De Chinese inlichtingendiensten trachten informatie te verwerven die nuttig is voor de economische, technologische en wetenschappelijke ontwikkeling van China.

Criminaliteit

  • De financiële crisis van 2008 heeft de dominantere aanwezigheid van de georganiseerde misdaad nog versterkt, aldus de Staatsveiligheid. ‘Ze bood de criminele organisaties nieuwe kansen, niet alleen om gemakkelijk hun misdaadkapitalen te herinvesteren in de legale economie, maar vooral om geleidelijk de plaats in te nemen van gefailleerde bedrijven op het formele economische toneel.’

  • In de context van verspreiding van materiaal dat gebruikt kan worden bij de aanmaak van kernwapens, stelde de Staatsveiligheid vast dat herhaaldelijk tussenschakels werden ingezet uit de Verenigde Arabische Emiraten (Dubai) of Zuidoost-Aziatische landen (Maleisië).

  • De inlichtingengemeenschap toont groeiende bezorgdhheid over de overdracht van zogenaamde “ongrijpbare technologie” –kennislekken in het kader van de verspreiding van massavernietigingswapens.  ‘Studenten of stagiairs uit gevoelige landen kunnen die informatie bekomen aan universiteiten, onderzoekscentra, laboratorio of hightechbedrijven, ook in België’.

Opmerkelijke cijfers

  • In 2009 voerde de Staatsveiligheid 159 opdrachten uit om buitenlandse staatshoofden, politici en andere vip’s te beschermen.

  • Maar liefst 2.419 vergunningen voor tijdelijke wapendracht werden uitgereikt aan lijfwachten van buitenlandse vip’s op bezoek in België. Verder kregen twee personen die niet in België wonen een niet-tijdelijke vergunning voor wapendracht, en werden 83 vergunningen voor wapenbezit toegekend. De Staatsveiligheid: ‘Het gaat om personen die in het buitenland wonen en geen Europese sportschutterslicentie hebben, en die met hun vuurwapen in een Belgische schietstand komen schieten.’

  • 361 personeelsleden van de Staatsveiligheid waren betrokken bij in totaal 174 zendingen naar het buitenland.