Het Comité I, dat in opdracht van de senaat de Belgische inlichtingendiensten controleert, lanceert dit najaar drie onderzoeken naar de Prism-affaire. Om zich voltijds op het dossier te kunnen richten, heeft het comité alle grote onderzoeken van 2013 vlak voor het zomerreces afgesloten. Prism is dé prioriteit: voor het Comité I gaat het om de essentiële belangen van de burger.
Onderzoek 1: Echelon bis
De senaat heeft het Comité I drie onderzoeken over de Prism-affaire opgedragen. Het eerste start in september en bouwt verder op eerdere onderzoeken die het Comité I deed naar Echelon en Swift –twee analoge dossiers over de rol van Amerikaanse geheime diensten in België.
In 2000 en 2001 publiceerde het Comité I maar liefst drie rapporten over Echelon, een wereldwijd interceptiesysteem van satellietcommunicatie gerund door de NSA en bevriende diensten van vier andere Engelstalige landen (UK, Canada, Nieuw-Zeeland en Australië). Ook de begeleidingscommissie van het Comité I kwam toen met een eigen verslag over Echelon naar buiten. De conclusies lieten niets aan de verbeelding over:
‘De Belgische inlichtingendiensten zijn niet bij machte na te gaan of de Belgische regering, de overheidsdiensten, de bedrijven of de burgers worden afgeluisterd’, klonk het meer dan tien jaar geleden. En verder: ‘Buitenlandse diensten hebben geen enkele bevoegdheid om op Belgisch grondgebied telecommunicatie te onderscheppen. Overeenkomstig de Belgische wet zijn zij strafbaar indien zij gebruik maken van een territoriaal aanknopingspunt in België.’
In 2006 boog het Comité I zich over de Swift-affaire, nadat Amerikaanse kranten het Terrorist Finance Tracking Program hadden onthuld, waarmee de Verenigde Staten toegang hebben tot de database van Swift. Vanuit Terhulpen nabij Brussel beveiligt Swift (Society of Worldwide Interbank Financial Telecommunication) de communicatie tussen 10.000 financiële instellingen in 212 landen. De toenmalige Belgische premier Guy Verhofstadt claimde dat hij niet op de hoogte was van het geheime programma. In 2010 bereikten de VS een overeenkomst met de EU over de uitwisseling van SWIFT-gegevens.
Prism is dé prioriteit van het najaar: voor het Comité I gaat het om de essentiële belangen van de burger.
In zijn onderzoek naar de Prism-affaire zal het Comité I –naast een studie van open bronnen– nagaan wat de Staatsveiligheid en de ADIV wisten over Prism. Waren ze op de hoogte? Moésten ze er van op de hoogte zijn? Hebben ze de overheid ervan in kennis gesteld? Het Comité I zal mogelijk ook samenwerken met de Nederlandse collega’s van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten én met de Prism-onderzoekscommissie van het Europees parlement.
Deadline: in december wil het Comité I de resultaten van dit eerste onderzoek voorleggen aan zijn parlementaire begeleidingscommissie.
Onderzoek 2: het belang van privacy
Het tweede onderzoek naar aanleiding van Prism is veeleer juridisch van inslag en focust op de internationale uitwisseling van gegevens tussen inlichtingendiensten. Aan welke regelgeving is die uitwisseling onderworpen? Het ministerieel Comité voor Inlichtingen en Veiligheid bijvoorbeeld moet terzake richtlijen opmaken.
Het Comité I zal in dit onderzoek samenwerken met de Privacycommissie. Deadline is januari 2014.
Onderzoek 3: economische gevolgen van Prism
Ten slotte zal het Comité I nagaan wat de gevolgen van de NSA-surveillance via Prism en andere programma’s zijn voor de Belgische economie. In het jargon: het wetenschappelijk en economisch potentieel. Wordt de ingewonnen info ook gebruikt door Amerikaanse privébedrijven? Deadline is februari 2014.
In zijn eerder verslag over Echelon was de begeleidingscommissie van het Comité I in ieder geval zeer duidelijk over de economische effecten van de surveillance: ‘Amerikaanse inlichtingendiensten winnen systematisch economische inlichtingen in en dit zowel op macro-economisch vlak als op het niveau van individuele bedrijven. De informatie wordt doorgegeven aan overheidsinstellingen met het doel om Amerikaanse bedrijven te bevoordelen bij het inwinnen van buitenlandse contracten.’
De Scientology-case
Tot de onderzoeken die het Comité I voor het zomerreces heeft afgerond, behoren ook de langverwachte enquêtes naar de Scientology-zaak. Ook rond dat thema voerde het Comité I drie onderzoeken. Samengevat ging het over de vraag of de Belgische inlichtingendiensten ook politici in de gaten (mogen) houden –naar aanleiding van een rapport van de Staatsveiligheid over de contacten die Scientology met enkele politici onderhield.
Het eerste Comité I-rapport terzake lekte dit voorjaar reeds uit in De Tijd (‘Staatsveiligheid stak dossier Dewinter niet in doofpot’). Het tweede is begin juli aan de begeleidingscommissie overgemaakt en het derde werd op 26 juli bezorgd aan minister van Justitie Annemie Turtelboom.
De conclusies van de rapporten zijn van belang voor de herbenoeming van Alain Winants als administrateur-generaal van de Staatsveiligheid. Ook de nummer twee van de dienst, de adjunct van Winants, moet nog altijd benoemd worden –de positie is al een hele tijd vacant.
(Dit artikel is op 5/8/2013 om 12u geüpdated: “Alle onderzoeken afgesloten” > “alle grote onderzoeken afgesloten” / “Het Comité I zal samenwerken met” > “Het Comité I zal mogelijk samenwerken met”)