Economische groei in Nigeria lost verwachtingen niet in

Nieuws

Economische groei in Nigeria lost verwachtingen niet in

Hanne Claessns

03 juli 2008

De economische groei in Nigeria verhindert niet dat er nog steeds miljoenen mensen in armoede leven. Kano, de stad met het op één na grootste aantal inwoners in het eens industriële noorden van het land, kreunt onder de sociaal-economische crisis.

‘Door de instorting van twee derde van de industrie zijn de laatste 15 jaar in Kano alleen al meer dan drie miljoen jobs verloren gegaan’, aldus afgevaardigd voorzitter van de Kano Chamber of Commerce and Industry Ahmed Rabiu. Veel ontslagen werknemers schaffen zich een brommer of achaba aan en worden “taxichauffeur”. Wie zich dit niet kan veroorloven, is veroordeeld tot de bedelstaf en stuurt zijn kroost de straat op.

Liberalisering en ontreddering

Tussen 1960 en 1967 zag de Nigeriaanse economie er veelbelovend uit. De natuurlijke grondstoffen die voor grote groei en ontwikkeling konden zorgen, zouden echter de oorzaak worden van economische ontreddering. Het ineenstorten van de olieprijzen deed de inkomsten van Nigeria drastisch dalen en liet het land achter in economische crisis. Het structurele aanpassingsprogramma (SAP), dat in 1986 door de Wereldbank (WB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) werd ingevoerd, wordt verantwoordelijk gehouden voor de verdere economische achteruitgang in Nigeria. Het zorgde voor de devaluatie van de lokale munt en verzwakte de fabrieken, waardoor het aankopen van grondstoffen en machines bijna onmogelijk werd. Veel lokale fabrieken konden niet concurreren met de goedkope goederen – vaak smokkelwaar – die vanuit Azië werden ingevoerd en moesten de deuren sluiten toen de economische liberalisering het land in zijn greep kreeg.
De economische hervormingen hadden een verregaande impact op het leven van de Nigerianen: inflatie, dalende lonen, verminderde gezondheids- en onderwijsuitgaven en geen subsidies op petroleumproducten meer. De bevolking zag het SAP als de oorzaak van hun problemen. Intense protesten volgden dan ook op de hervormingsmaatregelen en kregen vaak een etnisch karakter.

SAP’s oorzaak van voedselcrisis

In april van dit jaar noemde Rolf Traeger van de United Nations Conference on Trade and Development de SAP’s uit de jaren 1980 nog één van de belangrijkste oorzaken van de huidige voedselcrisis in Sub-Sahara Afrika. SAP’s hebben de productiesystemen van deze landen aangetast. Er werd gesnoeid in subsidies voor boeren en tegelijkertijd was er verregaande liberalisatie, waardoor het gemakkelijker en goedkoper werd om producten te importeren. Dit gebeurde bovendien in een context van dalende internationale prijzen. De lokale producenten werden geconfronteerd met ongekende concurrentie en veranderden van beroepsactiviteit. De voedselzekerheid kwam in het gedrang, doordat de binnenlandse capaciteit om voedsel te produceren sterk verminderde. De internationale prijzen stegen weer en de prijs van geïmporteerde goederen ging omhoog. Voor arme landen wordt dat onbetaalbaar.

Structurele aanpassingsprogramma’s (SAP’s) waren een instrument van de Wereldbank (WB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat vanaf de late jaren 1980 werd aangewend om landen met economische moeilijkheden bij te staan. De landen werden gesteund door de Bretton Woodsinstellingen op voorwaarde dat ze neoliberale maatregelen invoerden. Overheidsbedrijven werden geprivatiseerd, publieke uitgaven teruggeschroefd, de markt geliberaliseerd en export gepromoot. SAP’s werden reeds overvloedig bekritiseerd omwille van hun gebrek aan positieve impact op nationale economieën, hun ondemocratisch gehalte, het negeren van culturele en sociaal-economische specificiteiten van een land en hun top-down benadering. De WB en het IMF hebben de afgelopen jaren uitdrukkelijk toegegeven dat de grote nadruk op liberale, economische groei niet het gewenste effect heeft gehad. Momenteel hebben zij de SAP’s verlaten en een nieuwe, in principe meer participatieve benadering van armoedebestrijding aangenomen.