EU-commissaris noemt windmolens goedkoper dan kerncentrales
Joren Gettemans
18 maart 2011
Windmolenparken op zee zijn goedkoper dan de constructie van nieuwe kerncentrales. Dat heeft Connie Hedegaard, de Europese commissaris voor klimaatbeleid gezegd na de kernramp in Japan.
Hedegaard deed de uitspraken op de jaarlijkse conferentie van de European Wind Energy Association (EWEA). “Sommige mensen lijken te denken dat nucleaire energie heel, heel goedkoop is”, zei ze. “Maar windmolenparken op zee zijn goedkoper dan kernenergie. De mensen moeten inzien dat die technologie heel, heel goedkoop is.”
Tijdens het gesprek herhaalde Hedegaard ook dat Europa tegen 2050 helemaal op hernieuwbare elektriciteit kan vertrouwen. “Als we praten over de elektriciteitssector en niet de hele energieconsumptie, dan denk ik dat we tegen 2050 100 procent hernieuwbare elektriciteit kunnen hebben”, zegt ze. “Ik denk dat dit perfect haalbaar is.”
Dalende kosten
Uit de analyse van de Europese Commissie blijkt dat windenergie op zee lang gezien is als een duurdere oplossing, omdat het twee tot drie maal zo duur is als turbines op land. Maar de kostprijs zal waarschijnlijk dalen, terwijl de echte kosten van kernenergie moeilijk in te schatten zijn.
Volgens Hedegaard zet de kernramp in Japan de discussie over nucleaire energie in een nieuw daglicht. “Er zijn 143 kerncentrales in Europa, en die gaan niet plots verdwijnen”, zegt ze. “Maar wat betreft nieuwe capaciteit, zal de discussie sterk beïnvloed worden door de gebeurtenissen in Japan.”
De EU-commissaris benadrukte wel dat het aan de lidstaten zelf is om uit te maken hoe ze hun energiemix kiezen, zolang ze maar de Europese reductiedoelstellingen halen: 20 procent minder uitstoot van broeikasgassen en 20 procent energie uit hernieuwbare bronnen tegen 2020.