Google koelt datacenter met zeewater
Joren Gettemans
26 mei 2011
Internetzoekgigant Google bouwt een nieuw datacenter in Finland, dat gebruik maakt van zeewater om de servers te koelen. Door het gebruik van zeewater worden de energiekosten en de CO2-factuur gedrukt.
Internetgiganten als Google, Facebook of eBay gebruiken enorme hoeveelheden energie om hun diensten draaiende te houden, vooral om de servers te koelen die al dat internetverkeer regelen. Facebook lag onlangs nog onder vuur van milieuverenigingen omdat het de energie die het gebruikt vooral uit steenkool haalt.
Google is een betere leerling: de zoekgigant zoekt al jaren naar manieren om op een groenere manier zaken te doen en investeerde onder meer in zonnepanelen en andere groene technologieën. Nu heeft het bedrijf zijn oog laten vallen op een oude papierfabriek in Finland. Google kocht fabrieksterrein voor 74 miljoen dollar en bouwde de fabriek om tot een datacenter.
Zeewater
Het rekencentrum in het Zweedse Hamina wordt het eerste ter wereld dat gebruikt maakt van zeewater voor de koeling. Daarvoor wordt dankbaar gebruik gemaakt van een bestaand netwerk van ondergrondse tunnels die zijn uitgehakt in graniet. De tunnels voerden zeewater aan voor de papierpulpmolen, en doen nu hetzelfde voor een warmtepomp die de servers afkoelt.
Voordat het opgewarmde water terug in zee wordt gepompt, wordt het vermengd met koud water om te grote temperatuurschommelingen te vermijden. De resultaten zijn indrukwekkend: de installatie gebruikt bijna de helft minder energie ten opzichte van een conventioneel datacenter.