"Hervormingen Bangladesh ondermijnen democratie"
Farid Ahmed
04 juli 2007
Plannen om politieke partijen in Bangladesh te hervormen, stuiten op weerstand. De hervormingen zouden twee oud-premiers uitsluiten van de macht en kunnen de democratie ondermijnen, menen waarnemers.
Nadat twee voormalige premiers eerder door de interim-regering onder druk gezet werden om in ballingschap te gaan, probeert de regering nu te voorkomen dat de oud-politici opnieuw aan de macht kunnen komen. De maatregelen zouden bedoeld zijn om na een periode van politieke onrust stabiliteit in het land te brengen.
Een aantal belangrijke leiders van de Nationalistische Partij van Bangladesh (BNP) heeft onder leiding van algemeen secretaris Abdul Mannan Bhuiyan, een plan ontvouwd om oud-premier Begum Khaleda Zia uit te sluiten van machtsposities. Het plan houdt in dat een partijvoorzitter voor een periode van drie jaar gekozen moet worden door een nationaal uitvoerend comité. De voorzitter mag niet langer dan twee termijnen in functie blijven. “Als de partijvoorzitter premier wordt, dan moet hij of zij de post onmiddellijk verlaten”, zo luidt het voorstel.
Goedkeuring van het plan zou betekenen dat Khaleda Zia in de toekomst geen partijvoorzitter of premier meer kan worden, omdat ze de partij al langer dan twintig jaar aanvoert en twee termijnen als premier diende.
Een groep binnen de rivaliserende Awami Liga werkt aan een soortgelijk plan om partijleider Sjeik Hasina Wajed, ook een voormalige premier, op een zijspoor te zetten. De Jatiya Partij, de derde politieke partij in het land, heeft aangekondigd dat Rawshan Ershad de nieuwe partijleider moet worden. Zij zou haar man en voormalig premier H.M. Ershad moeten vervangen. In een verklaring stellen aanhangers van mijnheer Ershad dat de aanhangers van zijn vrouw wettelijk niet in staat zijn hem af te zetten.
“Het is duidelijk dat de zogenaamde hervormingen van de politieke partijen niet meer zijn dan een plan om de twee belangrijkste, vrouwelijke politieke leiders uit te sluiten, zoals de interim-regering wenst”, zegt Harun-or Rashid, politicoloog aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de universiteit van Dhaka.
Rashid meent dat het door het leger gesteunde interim-bewind de macht zoveel mogelijk in handen houdt van enkele zelfgekozen politici die nu hun partijen moeten gaan hervormen. “De huidige regering is daarmee zelf een partij geworden, terwijl ze de rol van scheidsrechter zou moeten spelen tot de volgende verkiezingen”, zegt hij.
De interim-regering heeft de bewegingsvrijheid van zowel Khaleda Zia als Sjeik Hasina, twee aartsrivalen die sinds 1991 afwisselend aan de macht waren, beperkt. De partijen van Khaleda Zia en Sjeik Hasina haalden na het herstel van de democratie in 1991 bij alle verkiezingen samen bijna 75 procent van de stemmen binnen. In 1991 kwam een einde aan de militaire dictatuur onder bewind van H.M. Ershad.
De interim-regering, geleid door Fakhruddin Ahmed, een voormalig gouverneur van de Wereldbank, werd in januari geïnstalleerd met hulp van het leger. Dat gebeurde na dodelijk straatgeweld dat leidde tot het uitroepen van de noodtoestand en uitstel van de in januari geplande verkiezingen. Fakhruddin heeft zich tot taak gesteld de corruptie in het land aan te pakken, voordat er eind 2008 nieuwe verkiezingen worden gehouden.
Na het aantreden van de interim-regering werden belangrijke leiders van de twee grootste politieke partijen gearresteerd op verdenking van corruptie. Onder hen bevonden zich ook Khaleda Zia’s oudste zoon Tarique Rahman en de algemeen secretaris van de Awami Liga, Abdul Jalil.
Terwijl veel mensen blij zijn met het anti-corruptiebeleid, rijzen er ook vragen over de openlijke pogingen om verdeeldheid te zaaien binnen de partijen. Die zou er niet aan bijdragen om de door Fakhruddin Ahmed beloofde verkiezingen weer op de rails te krijgen.
Sommige analisten denken dat de pogingen om nieuwe partijen te vormen, onder meer door Muhammad Yunus, de pionier van het microkrediet die onlangs de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, worden aangemoedigd door de interim-regering die steun geniet van het leger.
Buitenlandse donoren, die de interim-regering aanvankelijk voluit steunden, uitten recent hun twijfel over acties van de regering. De Verenigde Staten wezen erop dat ze geen enkele bemoeienis van het leger wensen met de Bengalese politiek.
“Militairen kunnen met pensioen gaan of ontslag nemen als ze de politiek in willen. Een directe rol voor militairen in de politiek is onwenselijk”, zei de vertrekkende Amerikaanse ambassadeur in Dhaka, Patricia A. Butenis vorige week.
Pogingen van de interim-regering om de twee ‘leading ladies’ het land uit te zetten, mislukten na kritiek uit binnen- en buitenland. Direct nadat die pogingen mislukt waren, werden Sjeik Hasina en Khaleda Zia beschuldigd van criminele activiteiten, waaronder moord en corruptie.
De beoogde hervormingen in de politieke partijen leiden tot onrust en wantrouwen, zegt Rashed Khan Menon, leider van de Arbeiderspartij van Bangladesh. “Een politiek van samenzweringen regeert dan.”
Volgens professor Ataur Rahman van de Universiteit van Dhaka was er in het verleden sprake van ongezond “dynastisch” leiderschap. “Dat moet gecorrigeerd worden.” Hij twijfelt echter of de oplossing ligt in het buitenspel zetten van Sjeik Hasina en Khaleda Zia. “Zij zijn niet als enigen bij corruptie betrokken geweest. En eigenlijk is er niets nieuws onder de zon. De militaire dictator Ayub Khan kwam in 1959 al met een soortgelijk plan om een aantal politieke leiders aan de kant te zetten. Dat lukte uiteindelijk niet.”
“Zij die het nu over hervormingen hebben, heb ik er nooit eerder over gehoord”, zegt politicoloog Rashid. “Je kunt je dan afvragen of ze het uit angst of onder druk doen.”