Hooggerechtshof Pakistan kiest voor confrontatie met generaals
Ali Mustafa
23 november 2012
Voor het eerst in decennia wordt de macht van de militairen in Pakistan uitgedaagd. Niet door wapens, maar door de opperrechter in het Hooggerechtshof. De generaals zijn zeer bezorgd over hun afbrokkelende autoriteit.
De belangrijkste tegenstander van de generaals op dit moment is Iftikhar Muhammad Chaudhry, opperrechter van het Hooggerechtshof. In 2007 werd hij uit zijn functie ontheven nadat hij corruptiezaken had aangenomen tegen de regering van generaal Pervez Musharraf, toenmalig legerleider. In 2009 kwam hij weer terug, gesteund door een beweging van advocaten en journalisten. Sindsdien is hij onbeschaamd doorgegaan met topzaken tegen hoge politici en militaire leiders.
Manipulatie
Op 19 oktober oordeelde Chaudhry dat voormalig legerleider Mirza Aslam Baig en Asad Durrani, voormalig hoofd van de gevreesde militaire inlichtingdienst, schuldig zijn aan corruptie en het manipuleren van verkiezingen, begin jaren negentig. Ze zouden in het geheim miljoenen dollars hebben betaald aan de oppositie, om de Volkspartij van Benazir Bhutto te verslaan. Ook andere voormalige generaals worden op dit moment onderzocht wegens corruptie.
Sinds het vonnis waarschuwt Chaudhry in het openbaar voor de macht van het leger over het land. “De dagen dat we de veiligheid van het land konden afwegen aan het aantal raketten en tanks zijn voorbij”, zei hij bij een lezing voor ambtenaren.
De huidige legerleider, generaal Ashfaq Parvez Kayani, sprak op 5 november op het hoofdkwartier van het leger in Rawalpindi een mea culpa uit, maar er zat volgens waarnemers een verbloemde waarschuwing in aan het Hooggerechtshof. “Geen individu of instituut heeft het monopolie te beslissen wat goed of fout is in het definiëren van de uiteindelijke nationale veiligheid”, zei hij. “We moeten ons niet laten afleiden door kortetermijnoverwegingen die in de toekomst negatief kunnen uitpakken. De gewapende strijdkrachten krijgen hun kracht door de publieke steun. Dus iedere poging een wig te drijven tussen het volk en de strijdkrachten ondermijnt het nationale belang. Constructieve kritiek wordt gewaardeerd, maar samenzweringstheorieën die twijfel zaaien over juiste bedoelingen, zijn onacceptabel.”
Openbaar
Het is ongekend dat de ruzie zich zo in het openbaar afspeelt, zegt Cyril Almeida, een columnist voor de Engelstalige krant Dawn. “In het verleden zouden waarschuwingen onder vier ogen zijn overgebracht. Nu leidt angst tot publieke verklaringen. De generaals zijn bang dat ze publieke sympathie verliezen.”
Het leger moet op meer fronten kritiek verduren. De publieke opinie was woedend toen Amerikaanse mariniers op Pakistaans grondgebied kwamen en Osama bin Laden vermoordden, op een paar passen afstand van een legerbasis. Het leger bleek machteloos. Ook de bredere oorlog tegen de Taliban wekt steeds meer woede. De strijd in de tribale gebieden heeft al 40.000 Pakistaanse levens en 67 miljard dollar (52 miljard euro) gevergd, maar nog steeds danst Pakistan naar Amerikaanse pijpen, is de kritiek.
Tegelijkertijd wordt het leger beschuldigd van betrokkenheid bij verdwijningen, vooral in het grondstofrijke Beloetsjistan, in het zuiden van het land. De Mensenrechtencommissie van Pakistan noemt de aantijgingen dat officieren betrokken zijn bij politieke moorden “geloofwaardig”. Als de generaals hun positie willen behouden, mogen ze de steun van het volk niet verliezen.