India herbevestigt doodstraf

Nieuws

India herbevestigt doodstraf

Ranjit Devraj

23 november 2012

Tegenstanders van de doodstraf in India hebben een harde week achter de rug. Dinsdag stemde India tegen een VN-resolutie voor opschorting, de dag erna werd voor het eerst sinds 2004 een terdoodveroordeelde opgehangen.

Het ging om de Pakistaanse Mohammad Ajmal Kasab, de enige dader van de aanslagen in Mumbai in 2008 die toen niet omkwam. Hij werd woensdagochtend opgehangen. In 1983 oordeelde het Hooggerechtshof dat de doodstraf alleen in de “zeldzaamste van zeldzame gevallen” mag worden uitgevoerd. Volgens de minister van buitenlandse zaken, Salman Khurshid, was dit zeker zo’n geval. Volgens hem was de executie een “ernstige, sombere taak die moest worden uitgevoerd”. Het Hooggerechtshof had de straf in hoger beroep al goedgekeurd. Begin deze maand wees de president het gratieverzoek af.

Tegenslag

“De zaak-Kasab is een grote tegenslag voor de beweging in de richting van het afschaffen van de doodstraf in India”, schreef rechtsgeleerde Anup Surendranath eerder in de krant The Hindu. De doodstraf is in dit geval mogelijk geworden door de “wonden en het verdriet van de samenleving, foto’s en video’s die de schuld bikkelhard vastlegden, gewond nationalisme en de mogelijke betrokkenheid van buitenlandse overheden”, aldus de hoogleraar.

De zaak-Kasab lijkt extra snel te zijn behandeld, gezien het feit dat er nog veertien andere gratieverzoeken bij de president liggen, inclusief de zaak van Mohammed Afzal Guru, die betrokken was bij de aanslag op het parlement in 2001.

Resolutie

Dinsdag stemde India met 39 andere landen tegen de conceptresolutie voor een niet-bindend moratorium op de doodstraf. Ieder land heeft het soevereine recht op zijn eigen juridische systeem, aldus India. De resolutie werd aangenomen met 110 stemmen voor en 36 onthoudingen.

“Het is heel jammer dat India heeft tegengestemd”, vindt Maja Daruwala, directeur van het Commonwealth Human Rights Initiative in New Delhi en een van de leiders in de campagne tegen de doodstraf. “India zou de leider moeten zijn van de beweging voor medeleven in de wereldsamenleving.”

Mensenrechtenactivisten zijn bezorgd om de willekeur in de toepassing van de doodstraf, en om het feit dat er te veel fouten worden gemaakt. In augustus riep een groep juristen de president nog op om tussenbeide te komen in dertien gevallen van mensen die ter dood veroordeeld zijn op basis van verkeerde oordelen. Bij minstens zeven ervan erkent zelfs het Hooggerechtshof dat ze ‘per incuriam’ (uit fout of onwetendheid) ter dood zijn veroordeeld en niet behoren tot de “zeldzaamste van zeldzame” gevallen.

Onterechte executies “zouden de geloofwaardigheid van het strafrechtssysteem en de autoriteit van de staat om zulke straffen in de toekomst uit te voeren ernstig ondermijnen”, aldus de juristen.