Investeringen zetten armen buitenspel in Zambia
Eprahim Nsingo
24 juni 2012
Terwijl sociale bewegingen afgelopen week tijdens de duurzaamheidstop Rio+20 hun kritiek uitten op de "nieuwe groene economie", maakten milieuactivisten in Zambia zich zorgen over de rol die armen, vooral op het platteland, gaan spelen in die nieuwe economie.
De groene economie is volgens critici slechts een façade die weinig betekent als het gaat om fatsoenlijk werk, collectieve onderhandelingsrechten, autonome organisatie, gelijke salarissen voor mannen en vrouwen en een einde aan slavenarbeid.
Mailes Zulu, hoofd van Red het Milieu en de Mensen (SEPA) in het district Zambezi in de Noordwestelijke Provincie in Zambia, verwacht weinig van de groene economie.
Investeerders raken volgens haar steeds meer geïnteresseerd in Zambia, vooral in de mijnbouwsector. Het land is rijk aan koper en kobalt. De plaatselijke bevolking wordt in de meeste gevallen niet betrokken bij exploitatieplannen en de meeste winst verdwijnt naar elders, zegt ze.
De plaatselijke bevolking moet vaak vertrekken om plaats te maken voor commerciële activiteiten. “Meer investeringen betekent ook meer verhuizingen voor de plattelandsbevolking. Daar moet over gesproken worden. Om zaken in evenwicht te brengen, zou bijvoorbeeld 10 procent van de winst uit mijnbouw kunnen terugvloeien naar de plaatselijke bevolking. Die lijdt nu vaak armoede.”
Sociale factoren
Emmanuel Mutamba, directeur van de Beweging Groen Leven in Zambia, valt Zulu bij. “Er zullen altijd investeerders blijven die op zoek zijn naar land. Maar het gaat om de manier waarop dat land gebruikt wordt en op welke manier de plaatselijke bevolking daar baat bij kan hebben.”
Mijnbouw heeft grote impact op de landkwaliteit en het welzijn van de plaatselijke bevolking. Simon Mwamba, de Zambiaanse coördinator van het Forum voor Kleine Boeren in Oostelijk en Zuidelijk Afrika, zegt dat niet alleen de belangen van de armen, maar ook die van kleine boeren worden genegeerd. Kleine boeren hebben een nadeel omdat ze geen toegang hebben tot markten en geen producten kunnen verwerken.
“We moeten duurzame productie niet zien als toegenomen productie”, zegt Mwamba. “Als het gaat om duurzame ontwikkeling, moeten we kijken naar milieuvriendelijke productie, economische duurzaamheid en andere sociale factoren. Als je alleen investeert in het verhogen van de productie, werkt je degradatie van het milieu in de hand. Dat heeft verstrekkende gevolgen voor de armen.”
Transportkosten
Mary Sakala, een boerin uit Mumbwa in de Centrale Provincie in Zambia, zegt dat haar laatste oogst een goede opbrengst had. Maar ze wist niet waar ze haar extra opbrengst kwijt kon. “We hebben hulp nodig bij het verkopen van onze oogst. We willen graag hogere opbrengst zonder het milieu te schaden.”
“Boeren produceren nu gewoon, maar er is geen toegevoegde waarde. Als ze hun producten willen bewerken of verkopen op de markt, zijn ze hun winst weer kwijt aan transportkosten en andere kosten.”