Jordaanse werkgevers krijgen subsidies om vrouwen aan te nemen
Jelle Mampaey
01 december 2011
Een Jordaans programma stimuleert de toegang van vrouwen tot de arbeidsmarkt met loonsubsidies en tewerkstellingstraining. Zulke beleidsopties zijn een verstandige economische zet en dragen bij de tot ontwikkeling van een land, stelt de Wereldbank in het Wereldontwikkelingsrapport 2012.
Het Jordaans programma Nieuwe Kansen voor Vrouwen (NOW) is een proefproject dat de effectiviteit van twee beleidslijnen onderzoekt. Het gaat om loonsubsidies op korte termijn en tewerkstellingstraining. Die twee initiatieven moeten meer Jordaanse vrouwen aan werk helpen. Het programma wil nagaan of er ook effecten zijn op lange termijn. Het NOW-programma wordt aangehaald in het Wereldontwikkelingsrapport 2012 (WDR) van de Wereldbank, dat gaat over gendergelijkheid en ontwikkeling. Het Jordaanse voorbeeld toont aan dat er nog veel ongelijkheid is tussen mannen en vrouwen en laat zien hoe we die ongelijkheid (gedeeltelijk) kunnen wegwerken.
De loonsubsidies moedigen bedrijven aan om jonge gediplomeerde vrouwen in dienst te nemen. Als werkgevers ervaring opdoen met werkende vrouwen, zullen ze sneller geneigd zijn om stereotypes te overwinnen en meer vrouwen aan te nemen. Bovendien vormen die werkende vrouwen een rolmodel voor andere vrouwen. In het project krijgen vrouwen een bon die de waarde heeft van een minimumloon voor zes maanden.
Tewerkstellingstraining leert gediplomeerde vrouwen kwaliteiten die van pas komen om werk te vinden en om dat werk uit te voeren, naast de technische kwaliteiten die ze al in hun voorgaande opleiding hebben verworven. In het proefproject kregen studenten 45 uur training in teambuilding, communicatie, het geven van presentaties, schrijven, klantendienst, het opstellen van een CV, solliciteren en positief denken.
Kloof
Carolina Sanchez, co-auteur van het Wereldontwikkelingsrapport 2012 en hoofdeconome van de Wereldbank zegt dat landen die streven naar meer gendergelijkheid zich ook sneller ontwikkelen. “Als we de verschillen in tewerkstelling tussen mannen en vrouwen wegwerken, stijgt de productiviteit met 3 tot 25 procent. Gendergelijkheid is een verstandige economische zet.” Als we vrouwen weghouden van de arbeidsmarkt, gaat er veel talent verloren voor de economie, blijkt uit het rapport.
“Op bepaalde vlakken heeft de laatste dertig jaar veel verandering plaatsgevonden”, zegt Sanchez. “Maar op andere vlakken is er heel weinig verandering. Die tweedeling zien we ook op economisch vlak. De laatste dertig jaar namen 552 miljoen vrouwen deel aan de arbeidsmarkt, maar voor elke dollar die een man verdient, verdient een vrouw slechts tachtig cent.”
“Die kloof wordt niet kleiner wanneer een land zich ontwikkelt en is aanwezig in ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden”, zegt Sanchez. “We zien weinig verschillen wanneer landen rijker worden. Daarom moeten er beleidsbeslissingen genomen worden die de kloof verkleinen.” Dat wordt beaamd door Dagmar Schumacher, de directeur van VN-Vrouwen in Brussel: “We moeten de stap maken van woorden naar financiële daden.”
Sanchez is voorstander van tijdelijke initiatieven zoals het NOW-programma. “Zo veranderen we de overtuigingen van de mensen.” Volgens haar zullen mensen beseffen dat vrouwen even goed werk leveren wanneer er eenmaal meer vrouwen aan het werk zijn. Hetzelfde geldt voor vrouwen in hoge posities.
Grote vraag
Er is een grote vraag naar initiatieven zoals het NOW-programma. De meerderheid van de Jordaanse vrouwelijke afgestudeerden wil gaan werken. 93 procent van de vrouwelijke afgestudeerden zegt dat van plan te zijn te gaan werken. 62 procent van degenen die uitgenodigd werden voor de tewerkstellingstraining, rondden de training af. Ongetrouwde vrouwen waren vaker aanwezig. De deelnemers waren positief over de training en zeiden dat de training hen meer zelfvertrouwen gegeven had om op zoek te gaan naar een baan.
Na vier maanden had ongeveer een derde van de deelnemers aan het loonsubsidiesysteem een baan gevonden. Een evaluatie toont aan dat de tewerkstellingsgraad onder de deelnemers 55 tot 57 procent bedraagt, terwijl de tewerkstelling onder niet-deelnemers 17 tot 19 procent bedraagt. Opvallend is dat ongetrouwde vrouwen een veel hogere tewerkstellingsgraad halen.
Deelname aan de arbeidsmarkt door vrouwen is laag in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. In Jordanië werkt slechts 17 procent van de vrouwen van 20 tot 45 jaar, tegenover 77 procent van de mannen. Die kloof bestaat ook bij hoger opgeleide vrouwen. Jonge vrouwen hebben geen rolmodellen waar ze zich aan kunnen spiegelen en beschikken niet over het netwerk dat hen aan een baan kan helpen. Werkgevers hebben geen ervaring met werkende vrouwen en zijn minder geneigd vrouwen aan te nemen.