Op 18 juni 2010 overlijdt de Portugese schrijver en Nobelprijswinnaar José Saramago. MO* had in 2004 een uitgebreid gesprek met de man die tegelijk een onvermoeibaar activist en een onweerstaanbaar humanist was.
Hij stond op de barricade bij de Portugese Anjerrevolutie van 1974. Sinds het tijdperk van de globalisering laat hij zich vooral opmerken als een kritisch en sociaal geëngageerd auteur. Een kunstenaar die in zijn verhalen woorden kiest en zinnen aanscherpt om er vlijmscherp de waan van de dag mee te doorprikken. Om de werkelijkheid waarin we zijn ondergedompeld en ingeslapen tot op het bot af te raspen en ons tot de orde te roepen.
Saramago is als goede wijn die beter wordt met de jaren. In november wordt hij tweeëntachtig, maar die respectabele leeftijd heeft allerminst zijn mentale scherpte aangetast, evenmin als zijn taaie fysiek. Als schrijver kreeg hij pas op zijn zestigste bekendheid, maar in 1998 won José Saramago de Nobelprijs literatuur. ‘En eigenlijk verdiende hij ook die voor de vrede’, reageerde de Mexicaanse schrijver Carlos Fuentes.
Zijn politiek geëngageerde toespraken brengen her en der wel eens lichte schokgolfjes te weeg, zoals onlangs in Ecuador, bij de voorstelling van zijn boek, Ensayo sobre la lucidez (De stad der zienden, dat een tweeluik vormt met zijn eerder in het Nederlands verschenen boek Ensayo sobre la ceguera, vertaald als De stad der Blinden). Toen dat boek dit voorjaar klaar was voor publicatie, slaakte hij een zucht van opluchting: ‘Nu kan ik in vrede sterven.’ Wanneer ik hem bij het begin van het gesprek aan die uitspraak herinner, reageert hij snel: ‘Ik hoop wel dat het nú nog niet gebeurt.’ Het boek dat handelt over de democratie. ‘De democratie is een farce, een illusie waarmee we allemaal in het ootje worden genomen,’ zei Saramago toen.
Ik ontmoet Saramago in Rome, op een bloedhete zomerdag midden juli. Hij is er uitgenodigd op een cultureel festival over oorlog en vrede, waar hij de toespraak brengt die hij in Madrid uitsprak enkele dagen na de bloedige aanslagen van 11 maart.
‘Vanaf vandaag volstaat het niet langer NEEN te roepen tegen de oorlog. Wat ons te doen staat, is dag na dag en op alle vlakken te vechten voor de vrede, opdat de vrede niet langer misbruikt zou worden als een emotioneel en sentimenteel chantagemiddel om oorlogen te rechtvaardigen. Zonder een authentieke vrede kan er geen respect zijn voor de mensenrechten. En zonder respect voor de mensenrechten is democratie een sarcasme, een belediging van de rede, puur bedrog,’ zei Saramago toen. De schrijver is in de ban van het thema. Ook zijn jongste roman gaat over het falen van de democratie.
Waarom hebt u het moeilijk met de democratie?
José Saramago:‘Men wil maar niet inzien wat er aan de hand is met ons huidige politieke systeem. We herhalen voortdurend en horen ook niets anders beweren dan dat we onder een democratisch regime leven. Maar haast niemand staat stil bij de vraag of dat wel klopt met de werkelijkheid.
Formeel gezien leven we inderdaad in een democratie. Het systeem functioneert: we hebben vrijheid van meningsuiting, vrijheid van communicatie, politieke partijen en verkiezingen waarbij elke persoon een stem heeft. Prima. Op basis daarvan wordt een parlement en een regering gevormd. Dat noemen we dan De Macht. En hier begint het fout te lopen.
Spreken van De Macht wanneer het enkel gaat om de politieke macht, is een vergissing. We kijken naar het landschap maar zien slechts een klein deel ervan. Omdat we het totale landschap niet in beeld hebben, krijgen we geen zicht op de relatie die er bestaat tussen de verschillende delen onderling. Wat wij democratie noemen, wordt gekenmerkt door een collectieve ceremonie –meestal om de vier jaar– waarin we uitgenodigd worden om onze stem gaan uit te brengen. Als gevolg daarvan kan de regering op post blijven dan wel vervangen worden. Maar het enige wat we kunnen veranderen, is de regering, verder niets.
De reële macht blijft ongewijzigd en die reële macht is de economische macht. Bovendien, de namen van de politici kennen we min of meer, maar de namen van wie reëel de economische macht uitoefenen, kennen we zelfs niet, op Bill Gates na. Wie regeert de wereld? Zelfs Bush niet! Wie heeft Bush aan de macht gebracht? De petroleumindustrie, de oorlogsindustrie. Wie kent de namen van de petroleumbonzen? Die komen zelfs niet op de foto.’
Daarom zegt u: de democratie is een farce?
José Saramago: De democratie functioneert als het ware in een luchtbel en binnen die luchtbel werkt het systeem. De democratie beschikt zelfs over mechanismen om zichzelf telkens te regenereren binnen die bel. Maar dit politieke systeem beschikt niet over instrumenten om de economische macht te controleren, en nog veel minder om de misbruiken van de economische macht tegen te gaan.
Zolang dit systeem niet over instrumenten beschikt om werkelijk het verschil te maken en impact te hebben dat niet verandert, moeten we geen illusies hebben over het democratische karakter ervan van onze samenleving. Een democratie die er genoegen mee neemt slechts een politieke democratie te zijn, zonder een democratisering van de andere culturele en economische domeinen, cultureel en economisch, te realiseren, is een gegijzelde of geamputeerde democratie.
Politici zijn dus niet meer dan marionetten aan de touwtjes van De Macht?
José Saramago: Ze zijn de dienaars van de economie. Eén voorbeeld. In een niet zo ver verleden dachten we nog dat alle mensen toegang moesten hebben tot werkgelegenheid, en dat liefst heel hun actieve leven lang. We noemden dat “volledige tewerkstelling”. Het begrip is altijd min of meer een utopie geweest, maar vandaag wordt er zelfs niet meer naar gestreefd als een wenselijk objectief. Niet omdat de regering van land A of B in een ministerraad beslist heeft om dat idee op te bergen en geopteerd heeft voor een beleid van schaarse werkgelegenheid, het is de economische macht die politici onder druk zet om haar regels en wetten hierover te herzien.
De economie heeft belang bij schaarse werkgelegenheid want dan zijn de massa’s werklozen makkelijk bereid om voor een karig loon te werken. Bovendien willen bedrijven flexibel zijn: vandaag vestigen ze zich hier, dan weer verhuizen ze naar daar, naargelang hen dat het beste uitkomt. Zelfs de syndicaten zijn niet opgewassen tegen dit spel.
De arbeiders leven met de permanente dreiging dat ze morgen misschien geen werk meer hebben. Ze weten vaak wel wat er op het spel staat, maar wie opkomt voor meer fundamentele eisen, weet bijna met zekerheid dat hij de volgende dag aan de deur wordt gezet. Als we niet onder ogen zien hoe het systeem werkt, zijn we enkel bezig met cosmetische ingrepen, hier en daar dingen een klein beetje bijwerken, maar fundamenteel verandert er niets.
Op 25 april 1974, de historische dag van de Anjerrevolutie in Portugal, stond u mee op de barricade. Bij de viering van de 25ste vijfentwintigste verjaardag ervan zei u: ‘Ook zonder de revolutie zou Portugal staan waar het vandaag staat’. Het heeft allemaal geen verschil gemaakt.
José Saramago: Het is nu vijf jaar geleden dat ik die uitspraak deed. Iedereen was toen geweldig geschandaliseerd, maar de jaren nadien hebben bewezen dat ik gelijk had. De huidige regering is een rechtse regering. Geen enkele van de eisen en verwachtingen van die revolutie, maar dan ook geen enkele, blijft vandaag overeind.
De sociale maatregelen of de landhervormingen waar we voor ijverden, zijn vandaag afgevoerd. Ik heb ex-president Mario Suarez gezegd: “25 april is definitief voorbij, afgevoerd. Laten we het daarover tenminste eens zijn. Laten we een nieuwe datum uitvinden, niet voor een nieuwe revolutie –zover wil ik niet gaan– maar een datum die we als symbool voorop stellen voor grondige veranderingen.
Het huidige Portugal is geen verderzetting van de revolutie. Wat in Portugal heeft plaatsgevonden, is een overgang naar een democratie, zoals men overal in Europa de democratie kent. Laten we alsjeblief geen slogans herhalen die geen inhoud hebben.’
**Bent u daar bitter over, was het naief u mee in de strijd te gooien?
‘Vroeger moest de economische macht de politiek omkopen om te bereiken wat ze wilde bereiken. Nu heeft de economie de politiek in haar macht en hoeft ze die zelfs niet meer om te kopen.’
José Saramago**: Helemaal niet, maar ik hou er ook niet van mezelf zand in de ogen te strooien en de werkelijkheid niet onder ogen te zien. Dat wil absoluut niet zeggen dat het de revolutie geen zin had de revolutie te maken! Alleen hebben we de capaciteiten en het weerstandsvermogen niet gehad om te verhinderen dat de revolutie onthoofd en gekaapt werd door rechts, dat alle domeinen van de macht naar zich toe trok. En Frank Carluchi -destijds VS-ambassadeur in Portugal en nadien directeur van de CIA- die destijds de samenzwering tegen onze revolutie op touw zette, waar ook de Socialistische Partij in meeging, die man werd in Portugal zelfs nog gedecoreerd. De man die heeft bijgedragen aan de ondergang van de revolutie!’
U bent was ook erg streng geweest voor Cuba, toen het regime in het 2003 de drie veerbootkapers executeerde. Voor u betekende dat het einde van de een vriendschap.
José Saramago: ‘De mens is belangrijker dan de ideologie. In naam van allerlei ideologieën zijn ontelbare mensen vermoord. Cuba had er niets bij te winnen, toen het die drie liet fusilleren. Men zei toen dat dit een invasie in Cuba zou tegenhouden. Excuseer, maar dat geloof ik niet.
En er is iets wat ik heel mijn leven zal herhalen: “Van mening verschillen is een recht”. Die zin zou in onzichtbare inkt in alle grondwetten ingeschreven moeten staan. Ik kan niet akkoord gaan met de gewelddadige manier waarop men toen in Cuba gereageerd heeft.
Maar laat er geen misverstand over bestaan: dat betekent helemaal niet dat ik niet langer solidair ben met de Cubaanse bevolking, dat die werkelijk een buitengewoon revolutionair proces gestalte heeft gegeven. De enige prachtige revolutie sinds jaren. Maar telkens weer zie je met revoluties hetzelfde gebeuren. De revolutie is een Neen. Een Neen die dat zich opstelt tegen een het Ja van de status quo. De revolutie verzet zich tegen de status quo. Maar het is bijna onvermijdelijk dat de Neen van de revolutie geleidelijk aan overgaat in een Ja. De revolutionaire waakzaamheid zou ervoor moeten zorgen dat een Neen niet stilaan oplost in een Ja, maar helaas.
U haalt wel eens uit tegen naar een al te sterk conformisme in onze mentaliteit.
José Saramago: In de tijd van de Anjerrevolutie in Portugal zei men: ‘Ongeduld is contra-revolutionair.’ Die zin is een klassieker en sloeg toen vooral op het ongeduld van de arbeiders die uitgebuit werden. In het heetst van de strijd van die arbeiders had je altijd wel een leider die de gemoederen probeerde te bedaren met die zin. De context van toen was anders. Vandaag geldt die uitspraak niet meer.
Laten we ophouden met geduldig te zijn, want we zijn dat al te lang geweest! Ongeduldig zijn, betekent vandaag dat je zegt: ‘Dit kan zo niet langer verder.’ Men is alles naar de verdoemenis aan het helpen! Revolutionair zijn vandaag wil zeggen ongeduldig zijn. Heel wat landen worden geregeerd door een corrupt politiek systeem. We zitten hier nu in het Italië van Berlusconi.
Een tijd geleden sprak ik met rechter Antonio Di Pietro over de corruptie in Italië. Hij zei me: ‘De corruptie in Italië is gedaan, die is er niet meer! Ik zei: ‘Hoezo, die is er niet meer?’ ‘Neen, er is simpelweg geen corruptie meer. Vroeger moest de economische macht de politiek omkopen om te bereiken wat ze wilde bereiken. Nu heeft de economie de politiek in haar macht en hoeft ze die zelfs niet meer om te kopen.’
Het klopt volledig, maar daarmee houdt de democratie op. Italië is niet het enige land met zulke toestanden. Voor wie moeten de burgers hier stemmen op het moment van de verkiezingen? We krijgen wel een waaier van mogelijkheden aangeboden van partijen waaruit we kunnen kiezen, maar als daar geen enkele bij is waarin ik geloof, wat dan? Als ik voor een andere weg wil kiezen, krijg ik te horen dat mijn keuze niet tot de mogelijkheden behoort. Ik krijg alleen maar keuzemogelijkheden aangereikt die binnen het systeem liggen. Het enige wat mij dan nog rest is een aanklacht te formuleren tegen een systeem dat slecht functioneert omdat het helemaal niet democratisch is.
Schieten de linkse intellectuelen te kort door geen echt alternatief te formuleren?
José Saramago: Ik verwacht dat ook niet van hen. Niet alle intellectuelen moeten zich engageren, ieder maakt van zijn leven wat hij in zich heeft, naargelang de kijk die hij heeft op het leven en op de wereld. Bovendien is een intellectueel ook geen politicus, hij heeft geen macht, tenzij die van het woord en dat is een zeer beperkte macht.
Intellectuelen kunnen ook geen pasklare alternatieven en oplossingen aandragen. Het is overigens een probleem van de samenleving. Een samenleving die zich niet engageert, kan ook geen individuen voortbrengen die zich inzetten. “De intellectueel” is geen abstract product, die wordt niet ergens in het luchtledige geboren, het is iemand die opstaat uit de rangen van een geëngageerde gemeenschap. De alternatieven, als die er echt zijn, zullen geboren worden uit gemeenschappen en samenlevingen die een andere weg banen, en niet vanuit de verlichte geest van enkele intellectuelen die ook binnen dit systeem gevormd zijn. In de jaren zestig had je echt een klimaat van verandering en daarin hebben een aantal intellectuelen wel een rol gespeeld.
U bent romanschrijver en kreeg daarvoor zelfs de Nobelprijs. Uw reactie toen was: ‘Nu kan ik nog sterker uitkomen voor mijn mening.’ Wat kan u als schrijver doen en wat is volgens u de impact van cultuur?
José Saramago: Het verleden heeft een overvloed laten zien van mensen die volledig verstoken waren van wat wij kunst en cultuur noemen. Mensen die uitgebuit en onder de voet gelopen werden, maar die zich wel verzet hebben, soms zelfs hun leven gegeven hebben om hun volk uit de ellende te halen.
Maar er waren evengoed de nazi-concentratiekampen. Daar gebeurden gruwelijkheden die onze verbeelding overtreffen. Sommige van die bevelhebbers kwamen thuis na een dag in het kamp, zetten een plaat op van Mozart en leunden achterover in hun fauteuil om te genieten van de klassieke muziek. Vergis je dus niet en verwacht vooral niet te veel van wat cultuur kan bereiken. Zelf zou ik me op dit ogenblik een sociaal activist noemen, geen politiek militant. Mijn boeken zijn geen politieke essays. Ik wil vooral laten zien hoe het systeem werkt –of vooral hoezeer het niet werkt.
Wat drijft er boven als het meest kostbare in je leven, na al die jaren op barricades, aan spreekgestoeltes maar vooral in de stilte van het schrijven?
José Saramago: ‘Wat voor mij van fundamenteel belang is, is het karakter van de mens, de coherentie van je persoonlijkheid. Of om het in één woord te zeggen: de goedheid in de mens. Ze mogen me alles afnemen: mijn boeken, de Nobelprijs, alles wat van mij de persoon gemaakt heeft die ik uiteindelijk geworden ben. Alles wat me beroemd gemaakt heeft. Als ik enkel de goedheid nog overhoud, is dat voldoende.
En daarnaast denk ik dat het heel belangrijk is je kritische zin te bewaren. Je niet te laten leiden door de verborgen agenda’s van de anderen. Erover te waken dat de dingen die je zegt en doet in overeenstemming zijn met je overtuiging. Niet iets doen omdat een gezaghebbende instantie of de leider of de partij je een of ander opdraagt.
De discussie en het open debat zijn de enige manier om de waarheid te benaderen. Zij houden ons in leven. Zonder debat, zonder kritische zin sterven we langzaam. Laten we kritischer zijn en niet in slaap gewiegd worden door brood en spelen, zoals de Romeinen. Want dat is wat er vandaag gebeurt. Met dit verschil: bij de Romeinen was er in het circus een duidelijk onderscheid tussen de spelers en de toeschouwers. Vandaag zijn de toeschouwers ook de spelers in het circus. En zodra iemand voorbij komt met een bordje “applaus” applaudisseren we allemaal.’
(oorspronkelijk verschenen in oktober 2004, MO*17)