Mongolische herders ongerust over dorstige mijnbouw
Michelle Tolson
30 november 2012
De bevolking in het zuiden van de Gobiwoestijn is bang dat de mijnbouw aan het langste eind trekt als het gaat om het gebruiken van het schaarse drinkwater. Over twaalf jaar is het water op.
De koper- en goudmijn Oyu Tolgoi in het zuiden van de Gobiwoestijn is een symbool geworden voor de watercrisis. Het is een van de grootste kopervoorraden ter wereld en de grote investeerders in de wereld willen allemaal meedoen. De regering van Mongolië heeft een aandeel van slechts 34 procent in het project, dat in 2013 moet gaan produceren.
Druk op waterbronnen
In 2010 bracht de Wereldbank in kaart wat de druk is op de waterbronnen in de regio. De 150.000 bewoners hebben slechts 10.000 kubieke meter water per dag nodig, maar ze hoeden samen 3,8 miljoen stuks vee, van kamelen en paarden tot koeien en schapen. Dat vee gebruikt samen meer dan 30.000 kuub per dag.
Alleen al de Oyu Tolgoimijn gebruikt 67.000 kuub water per dag. De Tavan Tolgoi-kolenmijn, van de regering, gebruikt 76.000 kuub per dag. De herders moeten met veel mijnen concurreren om water. In een van de drie provincies, Omongovi, zijn al 63 vergunningen uitgegeven voor extractie en 400 voor exploratie, aldus de Wereldbank. De concessies beslaan 55 procent van het hele gebied.
Volgens D. Enkhat, directeur van het ministerie van milieu en ontwikkeling, wordt Oyu Tolgoi goed in de gaten gehouden en mag de mijn niet meer dan 870 liter water per seconde gebruiken, in de huidige bouwfase. Dat neemt niet weg, volgens het Wereldbankrapport, dat met alle mijnen de waterbronnen over tien tot twaalf jaar opgedroogd zullen zijn.
Omleiding
Tenzij er alternatieven worden gevonden. Een van de opties is een deel van de rivier Orkhon omleiden. Dat wordt gezien als een “gedeeltelijk hernieuwbare” natuurbron. Het ministerie van Milieu heeft gezegd dat drinkwater de eerste prioriteit moet zijn, maar veel mensen zijn bang dat de mijnen meer water zullen gebruiken.
Een deel van het water, zoals voor de Oyu Tolgoimijn, komt uit zoutwaterhoudende lagen. Maar de regeringsmijn Tavan Tolgoi zal aanvankelijk toch moeten gaan teren op drinkwaterbronnen.
Vorige maand kwamen herders, ngo’s en lokale bewindspersonen bijeen op een conferentie om te praten over het mijnbouwproject. Chondmani Dagva, gouverneur van de Dungoviprovincie, beklaagde zich erover dat hij niets kan doen tegen de snelle afgifte van vergunningen. Lokale autoriteiten hebben weinig macht om hun mensen te beschermen, aldus Dagva, omdat het een bevoegdheid is van de centrale regering.
Ongeloof
De herders op de conferentie reageerden vol ongeloof over de schaal en de impact van de projecten. Een van de herders, die namens vierduizend mensen sprak uit zijn soum, oftewel subdistrict, vertelde dat er in zijn gebied al vier mijnen waren. “Als deze vijfde opent, zullen we in onze soum geen bestaanszekerheid meer hebben.”
Sara Jackson, een promovenda uit Toronto, onderzoekt de gevolgen van de Oyu Tolgoi op herders in de Gobi. Een herder had tegen haar gezegd dat de mijnbedrijven hem hadden verzocht minder dieren te houden. “Eigenlijk zeggen ze dus dat we arm moeten zijn”, aldus de herder.
Volgens herders zijn de gouverneurs om te kopen door de mijnbedrijven. Dat is niet onmogelijk volgens mensen die de politieke cultuur in Mongolië kennen. Volgens Transparency International zit het land net boven de grens van “zeer corrupt”.
De winsten die de Oyu Tolgoi moet gaan opleveren verdringen echter alle zorgen voor de regering. De mijn moet maar liefst 30 procent van het bruto binnenlands product van Mongolië gaan bijdragen, vanaf het begin van de productie in 2013. Of de bewoners in de woestijndistricten daar iets van zullen terugzien, is de grote vraag.