Oliereus Nigeria haalt dagelijkse energie uit hout

Nieuws

Oliereus Nigeria haalt dagelijkse energie uit hout

Toye Olori

24 juli 2007

Het blijft een vreemde paradox. Zeventig procent van de mensen in Nigeria, ‘s werelds zesdegrootste aardolieproducent, blijft aangewezen op hout voor zijn dagelijkse energiegebruik. De regering heeft plannen om de ontbossing tegen te gaan en het private gebruik van aardgas te stimuleren, maar corruptie zorgt ervoor dat de regels dode letter blijven.

Zeventig procent van de 140 miljoen Nigerianen woont op het platteland en is voor zijn energievoorziening afhankelijk van brandhout. Volgens cijfers van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) verloor Nigeria tussen 1990 en 2005 35,7 procent van zijn bosoppervlakte, vooral in het noorden en het centrum van het land. De bossen verdwijnen niet alleen in de vorm van brandhout, ze gaan ook voor de bijl van houtkapbedrijven die goede zaken doen met de tropische houtsoorten.
Voor Boniface Egboka, milieuactivist en decaan aan de Anambra State University in het zuidoosten van Nigeria, is de toestand het gevolg van corruptie. “Er is geen enkele reden waarom we nog brandhout zouden gebruiken”, zegt Egboka. “We hebben financiële en menselijke middelen om gas ter beschikking te stellen aan de huishoudens. In de plaats daarvan verdwijnt de savanne in het noorden als brandhout en vallen de regenwouden in het zuiden ten prooi aan kapbedrijven.”
Niet dat het in Nigeria aan wetten en reglementen ontbreekt. De eerste, koloniale, wet op de bossen dateert al van 1937. In 1988 legde de wet op de landbouw vast dat 20 procent van het oppervlak bos moest blijven. Momenteel is nog maar 12 procent van Nigeria bebost. Onlangs lanceerde de regering haar ‘Vision 2010’, een plan dat de export van waardevolle houtsoorten verbiedt, lokale gemeenschappen wil betrekken bij het bosbeheer en de aanplanting van fruit- of rubberbomen wil promoten.
Het kappen van bomen voor brandhout is niet strafbaar buiten de beschermde zones. Maar ook binnen de beschermde gebieden blijft de wet vaak dode letter. “Het probleem zijn niet de wetten, maar het gebrek aan goede wil bij onze corrupte bureaucratie om ervoor te zorgen dat ze worden nageleefd”, zegt Philip Asiodu, voorzitter van de Nigeria Conservation Foundation.
Ambtenaren in de bevoegde overheidsdiensten staan erom bekend dat ze jaar na jaar de kaplicenties verlengen van bedrijven die hout kappen in beschermde gebieden of bomen neerhalen die nog te jong zijn. Het hout wordt meestal naar Azië verscheept. Nigeria blijft zitten met problemen van erosie en woestijnvorming: naar schatting 350.000 hectaren vallen elk jaar ten prooi aan de woestijn.
De plannen om de gasvoorraden ter beschikking te stellen van bedrijven en individuele consumenten dateren al van 1999. Tot nu toe zijn enkel industriegebieden rond Lagos aangesloten op het gasnet. “Gezinnen moeten nog even wachten omdat we tijd nodig hebben om het leidingennetwerk te plannen”, zegt een woordvoerder van Gaslink, de firma die in dienst van het oliebedrijf OANDO de leidingen legt in Lagos. “De meeste woongebieden in Lagos zijn slecht gepland, wat het moeilijk maakt om het gas bij de individuele consumenten te krijgen.”

Intussen blijven de stadbewoners aangewezen op gasfornuizen die tussen 60 en 120 euro kosten en draagbare gasflessen van 15 euro, te duur voor de meeste mensen. “Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor de laatste keer gas heb gebruikt”, zegt Caroline Akande, een lerares in Iwaya, een buitenwijk van Lagos. “Momenteel gebruik ik een kerosinestoof, of een elektrisch vuur wanneer er elektriciteit is.”