Ontwikkelingssamenwerking van Brics-landen spreekt zichzelf tegen

Nieuws

Ontwikkelingssamenwerking van Brics-landen spreekt zichzelf tegen

Fabiana Frayssinet

18 juni 2012

De Brics-landen – Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika – spreken zichzelf tegen als het over ontwikkelingssamenwerking gaat. Als donoren gedragen ze zich nu op dezelfde manier als de rijke landen waar zij vroeger kritiek op hadden. Dat zeggen heel wat deelnemers aan de Top van de Volkeren in Rio de Janeiro.

Landen zoals Brazilië zijn door de omvang van hun economie ook donoren geworden in de ontwikkelingssamenwerking. De Braziliaanse regering toont zich daarbij voorstander van kleine, familiale landbouw maar tegelijk stimuleert ze grootschalige agro-industrie met monocultuur en grootgrondbezit, stelt de Braziliaan Adriano Campolina van ActionAid.

Soja en suikerriet

Campolina en andere activisten en experts stelden tijdens een debat op de Top van de Volkeren, een top van sociale bewegingen die parallel aan Rio+20 wordt georganiseerd, dat Brics-landen voor belangrijke uitdagingen staan op het vlak van duurzame ontwikkelingssamenwerking.

Enerzijds gaat Brazilië voor duurzame ontwikkelingssamenwerking met Afrikaanse landen, anderzijds verwerft het in andere landen op grote schaal gronden om soja of suikerriet op te produceren, naar het voorbeeld van zijn binnenlandse agro-industrie, zegt Campolina.

In Rusland gebeurt iets gelijkaardigs, zegt Olga Ponizova van het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling Eco-Accord. Zo stimuleert Moskou de “export” van kernreactoren via subsidies.

Privésector

“De uitdaging is om als donoren niet de imperialistische strategie van vroegere ontwikkelingshulp te herhalen”, zegt Vera Masagão van de Braziliaanse koepelvereniging van niet-gouvernementele organisaties.

Het grootste probleem, een probleem dat niet in de officiële statistieken te zien is, is de bijdrage van de Braziliaanse privésector, via subsidies die staatsinstellingen zoals de Nationale Ontwikkelingsbank geven, zegt de Braziliaan Sergio Schlesinger van de Federatie van Instellingen voor Sociale en Onderwijshulp.

Die gesubsidieerde hulp komt uiteindelijk Braziliaanse multinationals uit de olie-, mijnbouw-, constructie- en agro-industrie ten goede, zegt Schlesinger. Hij laakt vooral de ethanolproductie uit suikerriet, waarbij Brazilië ook andere landen in Afrika, Azië en de rest van Latijns-Amerika stimuleert om te gaan produceren. De belangen bij dit soort samenwerking zijn onduidelijk, aldus Schlesinger.

Grote leverancier

De sociale en milieugevolgen van de Braziliaanse strategie zijn groot, zegt de Braziliaanse econoom Adhemar Mineiro, expert in Brics-economieën. “Door de internationalisering van zijn bedrijven is Brazilië de grote leverancier van mineralen, energie en agrovoeding geworden.” Die ontginning van natuurlijke hulpbronnen in eigen land lijkt al niet duurzaam, maar toch past Brazilië het model ook toe in het buitenland.

“Geen enkele van de Brics-landen heeft een verleden van schone, duurzame ontwikkeling”, zegt de Zuid-Afrikaanse Marcia Andrews van Peoples’ Dialogue. Ze noemt de opname van haar land in de Brics-groep zorgwekkend en zegt dat die er kwam onder druk van China, dat Zuid-Afrika zag als een toegangspoort tot het Afrikaanse continent.

Maar die koers bijsturen is niet eenvoudig in landen als Zuid-Afrika of Brazilië, die traditioneel door linkse of centrumlinkse partijen bestuurd worden, partijen die de leiding hebben genomen in een lange strijd voor meer vrijheid en democratie. “Hoe kun je krachtige oppositie voeren tegen regeringen die zeggen dat ze progressief zijn?” vroeg Andrews zich af. Ze vertolkte daarmee een bezorgdheid die door velen op de Top van de Aarde gedeeld wordt.