Oorlogsrondleiding in Sarajevo vertelt toeristen over bezetting

Nieuws

Oorlogsrondleiding in Sarajevo vertelt toeristen over bezetting

Vesna Pera Zimonjic

18 mei 2006

In Sarajevo brengt een ‘oorlogsrondleiding’ toeristen langs 19 plaatsen die vertellen over de drieëneenhalf jaar durende bezetting van de stad door Servische soldaten. Jaarlijks trekt de rondleiding duizenden toeristen. Eén van de stops is het Kosevo-stadion dat tijdens de bezetting dienst deed als begraafplaats.

Zijad Jusofovic (40) creëerde de oorlogsrondleiding enkele jaren geleden. “Bezoekers willen weten wat hier gebeurd is, waarom het gebeurd is, en of hier een toekomst is”, verduidelijkt hij het doel van de rondleiding. Vandaag is hij een rondleidinggids met licentie.

In Sarajevo stierven 11.000 mensen tijdens de bezetting, meer dan onder de Duitse bezetting tijdens Wereldoorlog II. Serviërs bestookten de stad dagelijks met granaten, terwijl sluipschutters vanuit de heuvels op burgers mikten.

Moslimtroepen die loyaal bleven aan het bestuur van Sarajevo verdedigden de stad met zijn 400.000 inwoners. De oorlog werd uitgevochten onder de neus van VN-vredestroepen. Met de Dayton-vredesakkoorden in 1995 kwam een einde aan de bezetting. Sarajevo werd de hoofdstad van het huidige Bosnië-Herzegovina, een federatie van twee entiteiten: Bosnisch Servië en de Moslim-Kroatische Federatie.

De vijf uur durende oorlogsrondleiding genaamd ‘Mission Impossible’ leidt je ondermeer langs het Kosevo-stadion. Eens het stadion waar de Olympische Winterspelen van 1984 werden gehouden, deed het reservevoetbalveld tijdens de oorlog dienst als begraafplaats. Vandaag is het bedekt met witte ‘mezars’, islamitische grafstenen.

Vervolgens brengt de rondleiding je naar de Trebevic-heuvel vanwaar je over de stad uitkijkt. De heuvel werd door Servische sluipschutters en artillerie gebruikt. Het gebied rond de heuvel is nog steeds bezaaid met mijnen. Sinds het einde van de oorlog zijn al 466 mensen door mijnen gestorven. Ontmijnen is een traag en duur proces.

Jusofovic’ rondleiding brengt toeristen ook naar de ‘eerste slachtofferbrug’ over de Miljacka-rivier. Op 6 april 1992, de eerste dag van de gevechten, werden twee jonge vrouwen die er protesteerden tegen de oorlog door sluipschutters neergeschoten. Even verderop ligt de ‘Romeo en Julia-brug’, zo genoemd omdat het de vluchtroute werd voor gemengd Servisch-Bosnische koppels. De brug leidt van Bosnisch naar Servisch grondgebied.

Voor de oorlog waren 17 procent van de huwelijken in Sarajevo gemengd. In 2005 werden officieel maar twee gemengde huwelijken geregistreerd.

Sarajevo is nu een bijna zuivere moslimstad. Er leven nog maar 35.000 christenen en 700 joden. De populatie is teruggevallen tot 320.000 inwoners. Veel mensen die de stad ontvluchtten, zijn nooit teruggekeerd. Voor de oorlog bestond de helft van de stad uit moslims, de andere helft uit christenen. Er woonden ook 1.500 joden.

Een ander onderdeel van de rondleiding is de Markale-markt, in het centrum van Sarajevo. In februari 1994 werden daar 67 mensen gedood door een mortieraanval. Vandaag is het er terug een drukte van jewelste.

De rode achtermuur, die bedekt is met glas, draagt voortaan de namen van de slachtoffers. De witte steen voor de muur zegt dat de mensen van Sarajevo nooit zullen vergeten.