Overstromingen Bolivia zijn "gevolg van cultuur van cement"

Nieuws

Overstromingen Bolivia zijn "gevolg van cultuur van cement"

Franz Chávez

23 februari 2012

Een deel van de zware overstromingen in Bolivia is een gevolg van ontbossing en "een cultuur van cement en asfalt", zeggen milieuexperts. Onder meer de noordwestelijke stad Cobija is zwaar getroffen. De regering heeft de noodtoestand uitgeroepen.

Nooit eerder werd de regio van Cobija, in het Amazonegebied, zo zwaar getroffen door overstromingen. Het peil van de rivier Acre steeg op sommige plaatsen tot 10 meter, zegt burgemeester Ana Lucía Reis.

Cobija, dat 32.000 inwoners telt, is de hoofdstad van het noordwestelijke departement Pando, aan de grens met Brazilië. Op de andere oever van de Acre ligt het Braziliaanse Brasilea, dat eveneens zwaar getroffen is, net zoals Bolpebra, een dorp van vierhonderd inwoners op de grens tussen Bolivia, Peru en Brazilië.

Door het tropische klimaat krijgt de zone zo al af te rekenen met veel neerslag, gemiddeld 1800 millimeter per jaar.

Cultuur van cement en asfalt

De extreme neerslag rond Cobija is een gevolg van “een versnelde ontbossing in de regio, samen met een koloniseringbeleid zonder planning”, zegt architect Roberto Carvajal, gespecialiseerd in milieubeheer. “Een cultuur van cement en asfalt heeft de oppervlaktetemperatuur de laatste twintig jaar doen toenemen en zo een minibroeikas gecreëerd tussen Bolpebra en Cobija. Dat veroorzaakt deze fenomenen.”

Behalve Pando zijn ook de departementen La Paz, Oruro, Chuquisaca, Potosí en Cochabamba getroffen. In honderd gemeenten zijn samen meer dan tienduizend gezinnen getroffen, minstens negen mensen zijn omgekomen.

Het Boliviaanse leger zet Herculesvliegtuigen in om noodhulp tot in Pando te krijgen. Ook Braziliaanse militairen werken er mee aan de hulpoperatie.

La Niña

De nationale meteorologische dienst Senamhi wijt de hevige regen aan het klimaatfenomeen La Niña. Dat is verwant aan El Niño en de Zuidelijke Oscillatie en heeft te maken met een sterke afwijking van de zeewatertemperatuur in de Stille Oceaan (tussen Azië en Amerika) ter hoogte van de evenaar.

De Boliviaanse meteorologen zeggen dat La Niña begint af te nemen maar dat de regen nog tot midden maart kan aanhouden.