Sri Lankaans loonconflict kan thee duurder maken
Feizal Samath
15 september 2009
Drie vakbonden van theeplukkers en de eigenaars van de grote theeplantages op Sri Lanka zijn het na maanden onderhandelen nog altijd niet eens over nieuwe lonen in de sector. De eisen die op tafel liggen zouden de internationale theeprijs verder kunnen doen stijgen. Sinds 2 september doen vakbondsacties de productie al teruglopen.
De arbeiders op de Sri Lankaanse theeplantages eisen een dagloon van 500 roepie (3 euro), terwijl ze nu maar 290 roepie (1,7 euro) verdienen. Dat loon is niet voldoende om hun gezinnen te voeden, zeggen ze. Volgens een onderzoek van de regering uit 2007 bleek 32 procent van de plantagearbeiders in bittere armoede te leven.
De plantagebezitters willen momenteel niet verder gaan dan 405 roepie (2,4 euro). Daarvan zou een deel bestaan uit een bonus die de plukkers alleen krijgen als ze altijd komen opdagen en een voldoende hoge productiviteit halen.
Langzaamaanacties
Het loonconflict, dat al bijna vijf maanden aansleept, wordt nu al twee weken op het scherp van de snee uitgevochten. Sinds 2 september zijn plantagearbeiders met stakingen en langzaamaanacties begonnen. Volgens de Werkgeversfederatie van Ceylon (EFC), die 22 grote plantages vertegenwoordigt die samen goed zijn voor 40 procent van de totale Sri Lankaanse theeproductie, hebben de acties de plantages al 1,5 miljard roepie (9 miljoen euro) gekost.
De vakbonden zeggen dat ze het nog nooit moeilijker hebben gehad om een loonovereenkomst af te sluiten met de plantagebezitters. Ze wijten dat aan de internationale financiële crisis. Die heeft het moeilijker gemaakt de activiteiten op de plantages te financieren.
De lonen van de theeplukkers op Sri Lanka worden altijd voor drie jaar vastgelegd. Het vorige loonakkoord liep af in april 2009. Er werken meer dan 220.000 mensen op de theeplantages in Sri Lanka. Als hun gezinsleden worden meegeteld, leven bijna een miljoen Sri Lankanen van de lonen die de plantagebezitters uitbetalen. De vakbonden voeren aan dat arbeiders in pakweg de textielsector minstens 30 procent meer verdienen dan de theeplukkers.
Lage productiviteit
De plantagebezitters klagen dat de productiviteit van hun arbeiders te laag ligt. “Als ze meer produceren, kunnen we meer betalen en toch onze kosten verminderen”, zegt Malik Fernando, de directeur van Dilmah Tea.
Het probleem is dat lonen in Sri Lanka 60 procent uitmaken van de totale productiekost van thee. In andere grote theeproducerende landen is dat aandeel veel kleiner. In India bedraagt het bijvoorbeeld maar 40 procent. Plantages in India en in Kenia, China en Bangladesh, andere grote theeproducenten, maken daardoor veel grotere winsten dan hun Sri Lankaanse concurrenten.
Volgens Fernando van de Sri Lankaanse theeproducent Dilmah zou een loonakkoord dat ingaat op de eisen van de theeplukkers het bedrijf 25 tot 30 miljoen roepie (150.000 tot 180.000 euro) kosten. “Het zou de productiekost met 70 tot 80 roepie (41 tot 48 eurocent) per kilogram opdrijven”, klaagt Fernando.
Dure thee
Het loonconflict komt er uitgerekend op een moment dat de theeprijzen sterk zijn gestegen. Dat heeft vooral te maken met droogte in sommige theegebieden, die de wereldwijde theeproductie met meer dan 80 miljoen kilogram deed afnemen. De terugvallende verkoop als gevolg van de economische crisis kon de prijsstijgingen niet verhinderen.
Begin september van dit jaar kostte thee op de Colombo Tea Auction Tea gemiddeld 428 roepie (2,6 euro) per kilogram, bijna een kwart meer dan de 322 roepie (1,9 euro) van een jaar geleden.