Stripuitgevers vechten belasting op 'populaire cultuur' aan

Nieuws

Stripuitgevers vechten belasting op 'populaire cultuur' aan

Pilar Franco

10 januari 2003

De uitgevers van Mexicaanse striptijdschriften en andere populaire geïllustreerde publicaties die elk jaar zo'n 300 miljoen exemplaren van hun blaadjes verkopen, verzetten zich tegen een nieuwe belastingregeling die alleen op hun publicaties mikt. Volgens een wet die eind december werd gestemd, moet er in Mexico sinds 1 januari op de verkoop van tijdschriften die niet hoofdzakelijk over cultuur, wetenschap, politiek, economie of sociale aangelegenheden handelen 15 procent BTW worden betaald.

De uitgevers stellen dat de maatregel de Mexicanen nog minder zal doen lezen dan nu al het geval is. De gemiddelde Mexicaan houdt het bij 1,3 boeken per jaar. Veel Mexicanen leren lezen in striptijdschriften, beweren de uitgevers – het zou dom zijn die publicaties duurder te maken.

De uitgevers van de populaire pers hebben een procedure in kort geding opgestart om de nieuwe BTW-regeling te laten opschorten en beraden zich over verdere acties. Een duizendtal van hun tijdschriften haalt meer inkomsten uit reclame - waarop al BTW wordt geheven - dan uit de verkoop, argumenteren de uitgevers. Ook om die reden moet de wet volgens hen worden ingetrokken.

Maar het belangrijkste argument tegen de belasting is dat de regeling een mechanisme veronderstelt dat uitmaakt welke tijdschriften belastingvrij kunnen blijven. De wetgever heeft die taak toevertrouwd aan de Raad voor de Cultuur en de Kunsten (Conaculta) en de Raad voor Wetenschap en Technologie (Conacyt). Volgens de stripuitgevers zet dat de deur wijd open voor corruptie. Bovendien zouden de instellingen zich op bijzonder glad ijs begeven door oordelen te vellen over het culturele gehalte van populaire publicaties als Lágrimas (Tranen), Risas y amor (Lach en Liefde) of Los supersabios (de Deskundologen) – publicaties waar de gewone Mexicaan van geniet maar waar de elite de neus vor ophaalt. De Conaculta heeft al geweigerd te fungeren als een culturele “Torquemada” – de naam van een Spaanse inquisiteur.

De Mexicaanse strips zetten een traditie voort die ontstond nog voor de kolonisatie van Latijns-Amerika: de ‘codices’ van sommige indiaanse volken zijn ook niets anders dan beeldverhalen die op een begrijpelijke manier over interessante gebeurtenissen vertellen. De moderne strip werd ingevoerd door reclamemakers en kranten, die eerst Amerikaanse comics deden vertalen en daarna Mexicaanse tekenaars en auteurs aan het werk zetten. Algauw ontstonden er zelfstandige striptijdschriften, die ook succes kenden in andere landen van Latijns-Amerika en zelfs in Azië.

Sommige Mexicaanse striphelden kenden de voorbije decennia enorme successen. Sommige verhalen van Kalimán, een gespierd opdondertje met blauwe ogen dat in 1965 zijn opwachting maakte en nog altijd bestaat, werden op drie miljoen exemplaren gedrukt. De twee grootste Mexicaanse striptijdschriften, de weekbladen Libro Vaquero Libro Semanal, halen elk een oplage van 800.000 exemplaren.