'Teruggegooid naar de verhalen van 1001 nacht'
Noémie Six
19 november 2009
'Wij associëren Arabisch direct met straattaal, maar er bestaat ook een literaire kant', zegt Anne Provoost, die al jaren in Borgerhout woont en voor een uitwisseling met Marokkaanse auteurs naar Casablanca en Rabat trok. 'Het Arabisch is een enorm zinnelijke taal, en vaak heel poëtisch.'
‘Ik werd in Marokko echt teruggegooid in de tijd, naar de verhalen van 1001 nacht, naar het sensuele en muzikale van de taal en de cultuur’, zegt Provoost. Samen met Rachida Lamrabet, Tom Lanoye en Joseph Pearce trok ze naar Marokko waar ze hun Marokkaanse collega’s Latifa Baqa, Mohamed Berrada, Mohamed Nedali en Abdallah Zrika ontmoetten.
En hoe zat dat met de verschillen in cultuur? ‘Dat hangt er vanaf waar je gaat zoeken. Als je rondloopt in Casablanca zie je echte armoede. Casablanca is een fuik; alles komt er samen. Marokkanen, Afrikanen die een weg zoeken naar Europa, enz. Maar met Marokkaanse schrijvers onderling is dat en heel ander verhaal. We deelden dezelfde passie, dezelfde interesse, en dan worden die verschillen ineens ongelooflijk klein.’
Frans
Wat haar ook opviel, was hoe weinig ze eigenlijk kende van de Marokkaanse literatuur. ‘Het is een weinig ontsloten gebied. Er is niet veel Arabische literatuur vertaald in het Nederlands. Gelukkig spreken veel mensen goed Frans in Marokko – Dat is een groot voordeel. Het is heel moeilijk om het over literatuur te hebben als je elkaars taal helemaal niet spreekt.’
‘Marokko heeft ook een enorme literaire evolutie doorgemaakt in de laatste decennia. Enerzijds associëren we de Arabische literatuur met Ali Baba, met de verhalen van 1001 nacht, met sprookjesachige, heel oude verhalen. Anderzijds heb je ook moderne schrijvers zoals Berrada, die schrijven over de veranderingen in de cultuur, over vrouwenemancipatie, … Marokko heeft dezelfde literatuuremancipatie doorgemaakt als de rest van de wereld, o.a. onder invloed van film, van het internet, … Het is een heel eigenwijze vorm van literatuur geworden, en het evolueert nog steeds.’