Verdeling Mekong-water is moeilijke evenwichtsoefening

Nieuws

Verdeling Mekong-water is moeilijke evenwichtsoefening

Ron Corben

25 februari 2002

Cambodja, Vietnam, Thailand en Laos houden de
ontwikkelingsplannen voor het Mekong-bekken angstvallig in de gaten. De
geplande industriële en vooral hydro-elektrische projecten op de stroom
zullen de economische ontwikkeling bevorderen, maar kunnen net zo goed
negatief uitdraaien voor het debiet en de waterkwaliteit van de rivier, die
nog altijd een belangrijke levensader is voor de hele regio van de
beneden-Mekong.

Vorige week hebben Cambodja, Vietnam, Thailand en Laos samen met een aantal
donoren het Ontwikkelingsplan voor het Mekong-bekken voorgesteld. De plan
kadert in een politiek akkoord dat de vier landen van de beneden-Mekong al
in 1995 hebben gesloten, een blauwdruk voor duurzame ontwikkelingsprojecten
in de regio. De vier landen zijn ook lid van de in 1995 opgerichte
Mekong-commissie voor de benedenloop van de stroom. Het gebied van de
beneden-Mekong beslaat ongeveer 600.000 vierkante kilometer. Er wonen zestig
miljoen mensen. Tegen 2025 zullen dat er waarschijnlijk honderd miljoen
zijn. Daardoor zal de druk op de natuurlijke hulpbronnen en het milieu in de
streek nog toenemen.

Het gemiddelde inkomen in de regio bedraagt amper 200 à 400 dollar per jaar.
Het politieke akkoord over duurzame ontwikkeling uit 1995 wordt beschouwd
als een mogelijke hefboom om de bevolking uit de armoede te halen en de
infrastructuur te verbeteren. De ontwikkelingsplannen voorzien onder andere
de bouw van honderd hydro-elektrische centrales, vooral in de Chinese
provincie Yunnan, waar de 4.200 km lange stroom ontspringt en in Laos. Maar
die ontwikkelingsplannen geven ook aanleiding tot angst, vooral in Cambodja
en Vietnam, waar men zich zorgen maakt om de mogelijke ecologische impact op
het water van de Mekong. De twee landen zijn afhankelijk van het water voor
de visvangst en voor irrigatie.

Huo Taing Eng, algemeen secretaris van het Cambodjaanse Mekong-comité,
bevestigt dat het ontwikkelingsplan belangrijk is voor zijn land, maar hij
meldt dat er ook twijfels zijn over de toekomstige waterkwaliteit en
-kwantiteit. Hij wil in elk geval een zorgvuldig onderzoek naar de impact
die de aanleg van dammen op de bovenloop van de Mekong zal hebben op de
waterstromen. Taig Eng heeft al aangekondigd dat hij via de Mekong-commissie
of andere instanties wil onderhandelen met de andere betrokken landen.

Ook in Vietnam zijn ze er niet helemaal gerust in. Vice-minister voor
Landbouw en Plattelandsontwikkeling, Nguyen Dinh Thinh, wil ook met de
andere landen onderhandelen over mogelijke conflictpunten. Volgens hem kan
de waterkwaliteit in de toekomst te lijden krijgen onder de industriële
ontwikkeling op de bovenloop en ook door het wegstromen van pesticiden uit
de landbouw. De vier landen van de beneden-Mekong hebben zich besloten
samen te werken om de waterrijkdom van het Mekong-bekken veilig te stellen.
Op dit moment is er niets mis met het water, maar we moeten ook vooruit
kijken en samen regels opstellen om de waterkwaliteit te controleren.

Joern Kristensen van de Mekong-commissie wijst erop dat alle
ontwikkelingsprojecten in de Mekong-regio rekening moeten houden met de
sociale en ecologische impact in alle betrokken landen. Iets wat in het ene
land wordt beschouwd als een bijdrage tot armoedebestrijding, kan in een
buurland leiden tot onomkeerbare ecologische schade en tot nog meer
armoede, aldus Kristensen. Hij waarschuwt dat verschillende landen die het
kostbare Mekong-water moeten delen, soms strijdige verwachtingen hebben.
Thailand hoopt bijvoorbeeld water te kunnen aftappen voor de irrigatie in de
arme, waterarme gebieden in het noordoosten van het land. Laos verwacht veel
van hydro-elektrische projecten voor zijn economische ontwikkeling. Cambodja
is vooral bekommerd om een stabiel waterdebiet voor de visserijsector en wil
ook snel op de hoogte zijn van mogelijk verwoestende overstromingen tijdens
de jaarlijkse moessonperiode. Vietnam ten slotte wil voldoende water voor
irrigatie in de Mekong-delta - het hart van de Vietnamese rijstproductie -
en ook voldoende stroming om te vermijden dat er zout water vanuit de
Zuid-Chinese Zee het land binnendringt.