VN-rapporteur mag Bangladesh niet uit
Thalif Deen
10 juni 2007
De Verenigde Naties zijn bezorgd over de detentie van een VN-mensenrechtenexpert door de regering van Bangladesh. De speciale VN-rapporteur voor Mensenhandel, de Bengalese Sigma Huda, mag het land niet uit omdat ze beschuldigd wordt van corruptie.
De VN-rapporteur zou komende week aanwezig zijn bij een mensenrechtenconferentie in Genève. Yves Sorokobi, woordvoerder van VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon, zegt dat de VN te horen hebben gekregen dat Huda’s bewegingsvrijheid is beperkt op grond van de anticorruptiewetgeving in het land. “We hebben opheldering gevraagd aan de Bengalese autoriteiten inzake de juridische procedures en de beschuldigingen tegen mevrouw Huda”, licht Sorokobi toe.
VN-experts die op missie zijn, genieten onder een internationale conventie privileges en immuniteit. Deze conventie beschermt VN-gezanten bij het uitvoeren van hun taken en geeft ze ook de gelegenheid vergaderingen van de VN bij te wonen.
In een brief die Huda onlangs schreef aan het Institute on Religion and Public Policy, zegt ze dat het leger haar kantoor heeft doorzocht terwijl ze er aanwezig was. Ook zouden de autoriteiten in Bangladesh advocaten die werken voor het VN-kantoor geïntimideerd hebben.
Een coalitie van niet-gouvernementele organisaties heeft inmiddels een brief over de kwestie geschreven aan de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice. De organisaties vragen Rice om “onmiddellijk te interveniëren” in de zaak, zodat Huda haar taken als VN-rapporteur weer op behoorlijke wijze kan vervullen.
Sinds januari arresteerde de interim-regering onder leiding van Fakhruddin Ahmed 170 mensen op beschuldiging van corruptie. Onder de gearresteerden bevinden zich de algemeen partijsecretaris van de Awami Liga, Abdul Jalil en een aantal oud-ministers die dienden in de regeringen van de voormalige premiers Begum Khaleda Zia en Sjeik Hasina Wajed.