Wereldbank waarschuwt voor wereldwijde temperatuurstijgingen
Mitchell Pontzeele
22 juni 2013
In haar nieuwste rapport over klimaatverandering wijst de Wereldbank op de gevolgen van een mogelijke wereldwijde temperatuurstijging van twee tot vier graden. Zonder een concrete aanpak dreigen de veranderingen die daarmee gepaard gaan de wereldbevolking voor enorme problemen te stellen, waarschuwt de organisatie.
Sinds de Industriële Revolutie is de gemiddelde temperatuur op aarde met 0,8 graden gestegen. Als de internationale gemeenschap de komende jaren geen actie onderneemt om die trend af te remmen, bedraagt de kans dat de wereld tegen 2100 een temperatuurstijging van vier graden kent ongeveer veertig procent. Een stijging van die aard zou volgens het vorige klimaatrapport van de Wereldbank uit 2012 een nooit geziene bedreiging inhouden voor mondiale voedselvoorziening, armoede en biodiversiteit.
Twee graden warmer betekent grote problemen
Het nieuwe rapport van de Wereldbank gaat vooral in op de bedreiging die klimaatverandering inhoudt voor sub-Saharaans Afrika, Zuidoost-Azië en Zuid-Azië. Een stijging van twee graden zou de bevolking van die regio’s – en daarbij de rest van de wereldbevolking – al voor grote problemen stellen. Volgens het rapport zullen de gevolgen van de temperatuurstijging bij nieuwe rampen, maar ook via onrechtstreekse gevolgen zoals voedselschaarste en droogte, vooral diegenen treffen die het “kleinste aanpassingsvermogen” aan een veranderend klimaat hebben.
In een wereld die twee graden warmer is dan voor de Industriële Revolutie, zal de zeespiegel volgens de Wereldbank tegen 2100 ongeveer zeventig centimeter gestegen zijn. De stijging van de zeespiegel in regio’s rond de evenaar zoals Zuidoost-Azië zal nog eens vijftien procent hoger liggen dan dit gemiddelde. De combinatie van die extra stijging met de vatbaarheid van de regio voor tropische stormen zou de kans op overstromingen en cyclonen nog sterk doen toenemen.
Bovendien bedreigt klimaatverandering het voortbestaan van ecosystemen in zee. Naarmate er meer CO2 in de oceanen terechtkomt, neemt ook de zuurgraad van het zeewater toe. Die toenemende aciditeit en een hogere watertemperatuur maken het voor koraalriffen moeilijker om te overleven. Tegelijkertijd voorspelt het rapport dat de watervoorziening bij een stijging van twee graden in de betrokken Afrikaanse en Aziatische gebieden met twintig procent kan dalen. Vooral Afrika zou volgens het rapport de komende decennia steeds vaker met droogte te kampen krijgen.
Voedselvoorziening komt in het gedrang
De mondiale voedselvoorziening lijkt voor de Wereldbank in de toekomst voor de grootste problemen te zorgen. Volgens het rapport worden verbeteringen in opbrengst en kweekmethoden van gewassen die de voorbije jaren ontwikkeld werden, voor een deel weer teniet gedaan door de temperatuurstijging die op dit moment aan de gang is. Een recente studie geeft bovendien aan dat de toenemende productie-efficiëntie van vier belangrijke basisproducten – maïs, rijst, tarwe en sojabonen – enkel voldoende zal zijn om de volledige wereldbevolking te eten te geven als die opwaartse lijn niet onderbroken wordt en de bevolkingsevolutie de huidige schattingen over de nood aan voedsel in de toekomst niet overtreft.
Omdat de studie echter geen rekening houdt met de impact van klimaatverandering op wereldwijde voedselopbrengst, en de opbrengst van gewassen als maïs volgens de Voedsel-en Agricultuurorganisatie van de Verenigde Naties (FAO) sterk afhangt van de temperatuur waarin ze gekweekt worden, lijkt de uitdaging voor de voedselindustrie groot.
Internationale gemeenschap moet nu ingrijpen
Om de uitdagingen van de komende decennia aan te pakken, zegt voorzitter van de Wereldbank Jim Yong Kim, moet de internationale gemeenschap zo snel mogelijk de subsidies op fossiele brandstoffen afschaffen, werk maken van groene en klimaatbestendige steden en efficiënt grondstoffengebruik, en inzetten op hernieuwbare energie.
Kim geeft in een videobericht aan dat de aanpak van extreme klimaatverandering niet los van de strijd tegen armoede kan worden gezien. Als de internationale gemeenschap armoede uit de wereld wil helpen, zal ze ook haar oorzaken moeten bevechten, stelt de voorzitter: ‘Waar ik me het meest zorgen om maak, is dat een stijging van twee graden, die we al tegen 2030 of 2040 kunnen bereiken, ervoor zou kunnen zorgen dat we de doelstelling om armoede uit de wereld te bannen niet meer kunnen halen. Decennia van verwezenlijkingen in ontwikkelingsprojecten zouden in dat geval voor niets geweest zijn.’