The Assassin: Klaagzang over moord
Piet Goethals (Filmmagie)
12 februari 2016
Loopt de Taiwanese cineast Hou Hsiao-Hsien met "The Assassin" in de voetsporen van Zhang Yimou, wiens sociale drama’s anno 2002 en 2004 plaats maakten voor de zuiver esthetische en in betoverende beelden verpakte wuxia’s "Hero" en "House of Flying Daggers"? Niet echt, neen.
Hou’s in Cannes bekroond drama behoort wel degelijk tot het Chinese martial arts genre. Maar veel kunst- en vliegwerk en halsbrekende stunts met aan kabels bevestigde acteurs die sierlijk door bomen, over water en in de lucht duels uitvechten, gaat u hier niet zien.
Hou baseerde zich op een wuxia vertelling van Pei Xing uit de 9e eeuw. Pei’s kortverhaal situeert zich tijdens de Tang-dynastie (618 - 907): een chaotische periode in de Chinese geschiedenis waar de heerschappij van het Tang-Rijk wordt bedreigd door de gouverneurs uit de verschillende provincies, die de autoriteit van de Keizer betwistten en onafhankelijkheid opeisten. Paradoxaal genoeg werden deze provincies door de Tangs net opgericht om zich te beschermen tegen buitenlandse dreigingen.
The Assassin opent in zwart-wit en in een vierkant (1.33) formaat. In deze proloog maakt Nie een despoot af en wordt ze in haar daaropvolgende missie geconfronteerd met een mislukking. Na deze inleiding snijdt Hou over naar het 1.85 formaat en kleur.
Centraal staat Nie Yinniang; een jonge vrouw die op haar tiende van haar familie werd weggenomen door Jia Xin: zowel prinses als non. In het geheim, op een veraf gelegen plaats, krijgt Nie een grondige opleiding in het doden. Ze treedt toe tot de ‘Orde van de Moordenaars’ en is een expert in het uitoefenen van allerhande gevechtssporten. Het doel van de Orde: het elimineren van corrupte politici en malafide tirannen. Maar als Nie in een van haar missies faalt, omdat het kind van het doelwit getuige was en ze het joch niet kon doden, wordt ze door Jia Xin gestraft. Nie moet terug naar haar geboorteplaats in de provincie Weibo, waar ze de plaatselijke gouverneur moet ombrengen. Deze is echter niet alleen Nie’s neef. Hij was tevens ooit haar verloofde.
Voor Hou is Nie’s opdracht de aanleiding tot bezinning en gewetensconflicten. Ook steeds terugkomende thema’s uit Hou’s oeuvre zoals: familie, liefde en vervreemding, slingeren zich doorheen de plot. Van een eenduidig dramatisch verloop moet je je weliswaar niet veel voorstellen. De plotwendingen zijn soms vrij verwarrend. Temeer daar Hou de moeite niet neemt om de onderlinge familiebanden uit te diepen en hij met historische feiten jongleert alsof iedereen zijn brok Chinese geschiedenis achter de kiezen heeft.
De actiescène uit de proloog is abrupt en brutaal. De -weinige- actietaferelen uit The Assassin zijn kort. Ze functioneren als interpuncties in een hoofdzakelijk meditatieve stijl, waar de vele momenten van stilte en contemplatie in lyrische en hypnotiserende beeldcomposities worden gevat.
Het is geen geheim dat de regisseur van (onder meer): The Puppetmaster; City of Sadness; Good Men, Good Woman; Goodbye South, Goodbye; Flowers of Shanghai, Millennium Mambo en Three Times meer wordt geboeid door maatschappelijke onderwerpen en psychologische portretten dan in genre gerelateerde cinema.
Stilistisch vertoont The Assassin gelijkenissen met Flowers of Shanghai, waar eenzelfde statische camera afstandelijk doorheen wapperende, doorschijnende gordijnen observeert.
Het is alsof Hou bewust voor een troeblerende narratieve structuur koos (enfin, althans voor de Westerse kijker) om vervreemding in de hand te werken. Hou gaat nooit close en filmt zijn scènes (veelal in een shot of camerabeweging) steeds in strakke, koel ogende composities.
Hou’s visueel ravissante stijl is dwingend.
Ballingschap en/of ontheemd zijn, behoren tot de stokpaardjes van deze steeds intrigerende cineast. In 1948 ruilden Hou’s ouders -hij was toen nog een baby- China in voor Taiwan. Hou verloor zijn familie toen hij tiener was en ervaarde Taiwan als een ‘voorlopige verblijfplaats’. Ook Nie is een buitenbeentje, want na al die jaren van afzondering is ze niet alleen vervreemd van de samenleving maar ook van haar familie. Familie is wel degelijk belangrijk in Hou’s werk. In een bepaalde scène toont Hou granaatappels. Deze staan symbool voor de positie of een titel binnen een familie, die van generatie tot generatie wordt overgeleverd.
Hou Hsiao-Hsien weet als geen ander het verloop van de tijd vast te leggen. In The Puppetmaster kreeg de tijd epische dimensies. Maar hij schakelt al even vlot over van kinetisch gedreven momenten naar zuivere rust, zoals in Millennium Mambo of Goodbye South, Goodbye bijvoorbeeld.
Deze bruuske wisseling van stemmingen tekent ook The Assassin . Zoals in voornoemde films (en tevens in Three Times) speelt ook de liefde een belangrijke rol. ‘Je bent meester over het zwaard maar niet over je hart’ krijgt Nie van haar mentor te horen. Zijn het niet Nie’s gevoelens voor haar neef die haar voortdurend in tweespalt drijft? Het personage van Nie is bijgevolg een tragische figuur. Ze zit gevangen door zowel haar aliënatie als door haar emoties. Voor Hou de aanleiding tot zuiver lyrische scènes.
Het gebruik van muziek is spaarzaam. Hou’s poëzie verdraagt enkel het geluid van insecten of vogels. De sfeer is bij momenten uitgesproken melancholisch. Maar het is een weemoed die aanleunt bij reflectie en rust. Hou is een formalist in de traditie van bijvoorbeeld Michelangelo Antonioni, Robert Bresson en Akira Kurosawa.
Zijn eigenzinnige stijl mag dan wel elementen van deze regisseurs bevatten, Hou drukt zich steevast uit met een eigen esthetiek, waarin de kleinste details zich slechts na herhaaldelijke visies prijs geven. Hou’s visueel ravissante stijl is dwingend. In die mate zelfs, dat de toeschouwer -hoe afstandelijk de stijl ook- willens nillens in Hou’s universum wordt opgezogen.
Piet Goethals schreef deze recensie voor het tijdschrift Filmmagie.
MO* mag 20 duotickets weggeven voor de première van “The Assassin” op dinsdag 23 februari om 19u30 in Brugge. Vul het webformulier in. De winnaars worden via e-mail verwittigd.