De enige juiste reactie op terreur
Jasper vervaeke
19 april 2016
Als er één volk tegen wil en dank leerde leven met angst, dan zijn het de Colombianen wel. In de laatste twee decennia van de vorige eeuw bracht een bloederig conflict tussen de staat, drugskartels en linkse guerrilla’s het Zuid-Amerikaanse land naar de rand van de afgrond. Vier Colombiaanse boeken vertellen hoe jarenlang geweld een samenleving kan ontwrichten.
Het drugsgeweld kwam onlangs weer in de schijnwerpers dankzij de populaire Netflix-serie Narcos. Daarin is te zien hoe de iconische capo Pablo Escobar zijn cocaïne-imperium uitbouwde door invloedrijke personen te corrumperen en de bevolking te terroriseren. Politici gaf hij de keuze tussen plata o plomo (poen of lood) en de burgerbevolking deed hij beven met bomaanslagen, gijzelingen en moorden. Narcos focust op Escobar, zijn leger huurmoordenaars en de politiemannen die hen op de hielen zitten. Het succes van de serie bevestigt nog maar eens dat bandieten en beulen ons doorgaans meer fascineren dan de slachtoffers van hun gruwelijke misdrijven.
Ook Colombiaanse schrijvers waren aanvankelijk gebiologeerd door de daders van het buitensporige geweld.
Ook Colombiaanse schrijvers waren aanvankelijk gebiologeerd door de daders van het buitensporige geweld. In de jaren negentig sprong een kartel romanciers als aasgieren op de drugsterreur, met als gevolg een resem rauwe romans waarin de figuur van de huurmoordenaar steevast een hoofdrol kreeg. Eén boek uit die tijd steekt er nog steeds met kop en schouders bovenuit: De Madonna van de moordenaars (De Geus). In die korte roman van Fernando Vallejo dwalen we aan de zijde van de jonge huurling Alexis door de stad des doods, Medellín. Net als een zelfmoordterrorist wordt Alexis gedreven door een krankzinnige cocktail van moordlust en radicale devotie – de maagd María was razend populair onder de misdadigers uit Medellín.
Maar wat met de slachtoffers en hun nabestaanden? En wat met Juan met de pet? Hoe beleefden zij het terrorisme? Voor een antwoord op die vragen kunnen we ons oor beter te luisteren leggen bij drie andere Colombiaanse schrijvers.
Over de schouder kijken
De eerste auteur die oog had voor de slachtoffers van het geweld was niet van de minste. Halfweg jaren negentig ging Nobelprijswinnaar Gabriel García Márquez in op de vraag een boek te schrijven over een reeks ontvoeringen die Colombia enkele jaren voorheen in de greep had gehouden. García Márquez, die al zijn klassiekers toen al gepubliceerd had, noemde deze ‘herfstachtige opgave’ de zwaarste en meest trieste van zijn leven. Ontvoeringsbericht (Meulenhoff) is niet alleen het relaas van de gijzeling van tien mediafiguren. Het is de kroniek van een door angst gegijzelde maatschappij.
Voor de meeste Europeanen leek Ontvoeringsbericht tot voor kort niet meer dan een tijdsdocument uit een bananenrepubliek.
Vanaf de eerste pagina’s van Ontvoeringsbericht verraden kleine reflexen en gewoonten hoezeer de constante terreurdreiging onder de huid van de Colombianen is gekropen. Hoofdpersonages Maruja en Beatriz kijken regelmatig instinctief over de schouder om te anticiperen op mogelijke gevaren, ze hebben altijd een boekje bij met de gegevens van in noodgevallen te contacteren personen en bij de minste vertraging stellen ze hun naasten meteen gerust met een telefoontje.
Voor de meeste Europeanen leek Ontvoeringsbericht tot voor kort niet meer dan een tijdsdocument uit een bananenrepubliek. Huiveringwekkend, maar ver van ons bed. Sinds de aanslagen in Parijs en Brussel klinken García Márquez’ woorden opeens bekend in de oren: ‘De mensen hadden leren leven met wat er gebeurde, maar niet met de onzekerheid van wat er kon gebeuren: een explosie, die hun kinderen op school in stukken reet, een vliegtuig in volle vlucht tot schroot reduceerde of de groenten op de markt uiteen deed spatten’.
Een bijzondere tijd
Rond de eeuwwisseling begon Colombia langzaam maar zeker uit het diepe dal te kruipen. In de literatuur maakte de fixatie op het brute geweld almaar vaker plaats voor retro- en introspectie: tijd om de wonden te likken en zich af te vragen hoezeer de nationale psyche was aangetast door het narcoterrorisme.
In Het geluid van vallende dingen (Signatuur) geeft Juan Gabriel Vásquez een stem aan de anonieme massa die zonder zelf ooit een lijntje coke gesnoven te hebben, op een directe of indirecte manier te lijden had onder het drugsgeweld. Het is het verhaal van een generatie die wel wende aan de bloederige beelden die de media overspoelden, maar niet aan de schrik om het willekeurige slachtoffer te worden van een bomaanslag, ontvoering of verloren kogel.
Lees de recensie van “Het geluid van vallende dingen”
Ook Vásquez’ beschrijving van de onrust en de reactie erop – de drang om zo snel mogelijk onze naasten aan de lijn te hebben – is plots opvallend herkenbaar: ‘Een bijzondere tijd, nietwaar? Niet weten wanneer je aan de beurt bent. Je zorgen maken als iemand niet op tijd thuiskomt. Altijd levend met de gedachte dat een ander ons misschien ontvallen is, altijd klaarstaand om een ander gerust te stellen zodat hij niet denkt dat jij je onder de doden bevindt.’
Gevaarlijke plek
Hoe moet je als individu en samenleving voort te midden van al die doodsdrift? Hoe verwerk je zoveel traumatische herinneringen? Het zijn deze vragen die Héctor Abad bezighouden in Het vergeten dat ons wacht (De Geus). In 1987, toen het geweld Colombia als de pest besmette, werd Abads vader vermoord door paramilitairen. Twintig jaar later verzamelde de schrijver de moed om terug te kijken op het verdriet dat zijn adolescentie overschaduwde: ‘Ik haal deze herinneringen uit me zoals je een kind baart, zoals je een tumor verwijdert’.
Volgens Abad is de enige correcte reactie op de terreur meteen de moeilijkste: niet toegeven aan de angst, vasthouden aan het leven.
Volgens Abad is de enige correcte reactie op de terreur meteen de moeilijkste: niet toegeven aan de angst, vasthouden aan het leven. Zijn boek gaat dan ook eerder over het gelukkige leven dan over de tragische dood van zijn vader, en in plaats van een scheldtirade aan het adres van de moordenaars, is het een serene ode aan de broosheid van het bestaan en de troostende kracht van de liefde en de literatuur.
García Márquez, Abad en Vásquez zijn het er roerend over eens: in donkere dagen vormen solidariteit en naastenliefde het enige lichtpunt. In Ontvoeringsbericht bewegen de families van de gegijzelden hemel en aarde om hun nest te herenigen, in Het vergeten dat ons wacht is de affectie tussen vader en zoon sterker dan de dood, en in Het geluid van vallende dingen komt hoofdpersonage Antonio Yammara tot de conclusie ‘dat de wereld een te gevaarlijke plek is om zomaar alleen en verloren rond te lopen, zonder dat er iemand op ons wacht die bezorgd is als we niet thuiskomen’.
De madonna van de moordenaars van Fernando Vallejo is uitgegeven door De Geus. 143 blzn. ISBN 978 90 522 6562 9.
Ontvoeringsbericht door Gabriel Garcia Marquez is uitgegeven door Meulenhoff. 328 blzn. ISBN 978 90 290 8590 8.
Het geluid van vallende dingen door Juan Gabriel Vásquez is uitgegeven door Signatuur. 272 blzn. ISBN 978 90 567 2438 2.
Het vergeten dat ons wacht door Héctor Abad is uitgegeven door De Geus. 286 blzn. ISBN 978 90 445 1499 5