“‘Franse maïs, dorstige klant in een café zonder bier’
Potato Brumbaugh zou de Rocky Mountains opgebroken en verlegd hebben om meer water naar zijn akkers te brengen. Het personage uit de roman Centennial uit 1974 van James Michener is losjes gebaseerd op de historische figuur Rufus Clark, pionier op het gebied van landbouwirrigatie in de kurkdroge Amerikaanse staat Colorado. Het Franse waterbeheerbeleid lijkt nog steeds te denken dat bergen verzet kunnen worden.
Enkele maanden geleden introduceerde ik hier het Sivens-dossier, de omstreden bouw van een zoveelste afdamming voor landbouwirrigatie in Zuidwest-Frankrijk.
Een belangrijke basis voor de constructie van dammen en irrigatiemeren in de Sud Ouest is de prognose van een afnemend waterdebiet in de verschillende stroomgebieden van de regio.
In haar studie Garonne 2050 uit 2012 voorspelt het Wateragenschap Adour Garonne een forse daling van het debiet, mogelijks tot veertig procent, ten gevolge van klimaatverandering. De bouw van de Sivens-dam is een van de zowat dertig damprojecten die het Wateragentschap tegen 2021 wil realiseren in het bassin Adour-Garonne als antwoord op de waterschaarste.
Back to the future
De bouw van de Sivens-dam is een voorbeeld van het aanpassen van de droogte aan de noden van de landbouw. Dat is een oplossing die minder vanzelfsprekend is als op het eerste oog lijkt. Men zou immers even goed de landbouw kunnen aanpassen aan de droogte, door bijvoorbeeld minder in te zetten op teelten die veel water vragen.
De Sivens-dam is een symbool van een landbouwvisie uit het verleden.
Als een argument van tegenstanders van de dam hout snijdt, dan wel dit: de Sivens-dam is een symbool van een landbouwvisie uit het verleden, want enkel gericht op massaproductie, monocultuur en intens gebruik van irrigatie en pesticiden.
Het protest tegen de Sivens-dam gaat immers om veel meer dan om de verwoesting van een veertigtal hectaren moerasgebied met een bijzonder rijke fauna en flora.
James Michener laat zijn personage Potato Brumbaugh verklaren dat elke druppel water die zijn boerderij passeert zonder gebruikt te worden een verloren druppel water is. Deze idee leeft ook bij de verantwoordelijken voor het waterbeleid in de Sud Ouest: water is een grondstof die ten dienste moet staan van landbouw, industrie en huisgezin, in die volgorde.
Dat de natuurlijke ontwikkeling van waterfauna- en flora behoefte heeft aan grote hoeveelheden water dat door de mens met rust gelaten dient te worden, is in het beleid dode letter.
Dorst
Het gewas dat symbool staat voor een landbouwbeleid dat water als onuitputtelijke bron beschouwt: maïs. De invasie van maïs op de Franse landbouwgronden kadert in het Amerikaanse Marshallplan voor de heropbouw van Europa na de Tweede Wereldoorlog. Maïs is een bijzonder dorstig gewas en de exponentiële aanwas van maïsgronden in Frankrijk heeft de afgelopen decennia een zware druk gelegd op het bodemgebruik. Deze problematiek is erkend in verschillende rapporten, toch lijkt het er niet op dat het Franse landbouwbeleid het geweer van schouder verandert.
Maïs blijft in het landbouwdepartement Gers een van de drie belangrijke teelten, naast koolzaad en zonnebloem. Nu de hoogzomer is aangebroken, waarin de dagtemperatuur wekenlang boven de dertig graden kan blijven en regen soms even lang op zich laat wachten, staat een wandeling of fietstocht langs veldwegen gelijk met een verkwikkende douche van de irrigatie-installaties die de jonge maïs besproeien. De productie van een kilo maïs vraag 550 liter water, een hectare maïs heeft hetzelfde waterverbruik als 650 personen.
Irrigatie van maïs in de Gers, Zuidwest-Frankrijk.
© Herman Loos
Dat boeren voor maïs kiezen, komt voort uit een zuiver financiële logica. Dankzij landbouwsubsidies is maïs, ondanks haar onstilbare waterdorst, een gewas met grotere opbrengsten dan graansoorten die maar een fractie van haar waterverbruik kennen.
Maïs vervangen door bijvoorbeeld tarwe zou voor een boer een verlies van 150 à 300 euro per hectare betekenen. Frankrijk besteedde enkele jaren geleden nog anderhalve keer meer geld aan landbouwsteun voor irrigatiemaïs dan aan haar volledige waterbeheerbeleid.
Deze maïs dient grotendeels voor het vetmesten van dieren voor vleesconsumptie.
Deze maïs dient overigens grotendeels voor het vetmesten van dieren voor vleesconsumptie: koeien, varkens, kippen en de onvermijdelijke eenden. Het zou voor tegenstanders van de talloze irrigatieprojecten in de Sud Ouest en de Sivens-dam in het bijzonder de sleutel kunnen zijn om bijval te vinden voor protestacties: maïs is het verleden. Maïs kan in een beeld geplaatst worden met dierenvervoer over secundaire wegen naar de vleesschrokkende mens: een voorbijgestreefd archetype.
Eerlijkheidshalve moet ik melden dat mijn laatste bijgedachte slechts overeind blijft tot dit weekend, wanneer tijdens het driedaagse dorpsfeest de Gersois opnieuw bewijzen hoe weinig voorbijgestreefd dit archetype wel is wanneer we even buiten onze kleine kring treden: de brochettes van eendenhartjes, de traditionele lamsribbetjes en de stapels charcuterie liggen reeds gereed in de frigo’s van de gemeentezaal. Water wordt er niet gedronken, dat is voor de maïs.