“‘Kafkaïaanse taferelen in Istanboels justitiepaleis’
Het had een roman van Kafka kunnen zijn, maar het was een dag in het justitiepaleis van Istanboel. De rechtszaak tegen zeventien medewerkers van de Turkse krant Cumhuriyet ontpopte zich tot een surrealistisch tafereel.
Iemand maakte tekeningen van de beklaagden/getuigen
© N/A
‘Vandaag is het 24 juli. We vieren met veel vreugde en geluk! 24 juli is de verjaardag van afschaffing van de censuur in Turkije, in 1908. Sindsdien vieren we deze dag al 109 jaar als De dag van de journalisten en van de persvrijheid in het meest vrije land ter wereld.’
Zo begint de verklaring over de persvrijheid van PEN Turkije die voorzitster Zeynep Oral me gisterenavond in handen duwde. De verklaring vervolgt met een uiteenzetting van het geweldige voorrecht dat de Turkse journalisten hebben om vrij te kunnen denken en zich vrij te kunnen uitdrukken, onderzoek te doen, vragen te stellen, kritiek te hebben en discussies te voeren, ongeacht wat hun opinies zijn en voor welke krant ze werken. En dat zonder ook maar de geringste negatieve reactie van de overheid, zonder zich ook maar enigszins onder druk gezet te voelen, zonder ook maar enige officiële en onofficiële bedreigingen.
De verklaring eindigt met een dankwoord aan de overheid die al maanden gastheer is voor een aantal van de meest actieve journalisten, zodat ze binnenshuis (lees: achter tralies) kunnen uitrusten van hun harde werk.
De verklaring eindigt met een dankwoord aan de overheid die al maanden gastheer is voor een aantal van de meest actieve journalisten, zodat ze binnenshuis (lees: achter tralies) kunnen uitrusten van hun harde werk. Turken blijken over een wrang soort humor te beschikken. De verklaring zet de toon voor een dag van hoogstaand surrealisme.
Met enkele honderden, misschien een klein duizendtal staan ze op het plein voor het justitiepaleis, de sympathisanten van de 17 medewerkers van de krant Cumhuriyet die vandaag voor de rechtbank verschijnen. De politie houdt zich klaar om indien nodig het plein af te sluiten. Niet om de manifestanten op te pakken, zo legt B., een bevriende Turkse advocaat uit, maar om mogelijke zelfmoordterroristen tegen te houden. De Turkse politie, je vriend.
Ballonnen voor het proces
© Isabelle Rossaert
In de smalle straat bij de ingang van het hotel staat al sinds onze aankomst een politiebus geparkeerd en er hangen een tiental politieagenten rond. Het heeft niets te maken met het feit dat hier deze week enkele tientallen vertegenwoordigers van mensenrechtenorganisaties, waaronder PEN, en een paar Europarlementariërs gelogeerd hebben, verzekert de receptionist ons. Ze staan hier om een mogelijke rel in de Joodse wijk verderop te voorkomen.
De sfeer op het plein is uitgelaten. Er heerst een bijna vrolijke levendigheid. Er worden ballonnen opgelaten, verklaringen afgelegd. Mensen omarmen elkaar. Alles vibreert hier, betogen op een plek als deze gaat niet over problemen die ver weg zijn, het gaat over de grondvesten van de maatschappij waarin je zelf leeft. Het zijn de eigen levens die hier op het spel staan.
Het surreële schouwspel begint als blijkt dat het grootste deel van de mensen die op het plein staan ook graag het proces willen bijwonen. Met z’n allen worden we zonder al te veel problemen, na een veiligheidscontrole, het gerechtsgebouw binnengelaten. ‘De president gaat er prat op dat dit het grootste justitiepaleis ter wereld is’, legt B. ons lachend uit. ‘Alsof zo’n groot gerechtshof nodig hebben iets is om trots op te zijn.’
In dat enorme gebouw, met rechtszalen die tot 1000 mensen kunnen laten zitten, met cafetaria’s en een inkomhal die doen denken aan die van een internationale luchthaven, verkiezen de autoriteiten het grootste mediaproces van de voorbije jaren – 17 beklaagden, beschuldigingen goed voor een dossier van 360 pagina’s – te laten plaatsvinden in een zaaltje met 70 zitplaatsen.
Gedurende een uur verkeert de menigte voor de balie die toegang geeft tot die zaal in totale chaos. Mensen drummen, roepen, wringen zich door de menigte heen, staan te huilen. Er is sprake van een lijst en wij zouden erop staan. Er wordt geroepen dat de internationale delegatie naar binnen mag, maar de internationale delegatie, wij dus, geraken met de beste wil van de wereld niet door de drummende menigte heen. De politieagent die probeert een weg te banen, wordt alleen maar zelf tegen de muur geduwd.
Chaos bij het betreden van de rechtzaal
© Isabelle Rossaert
Er wordt geroepen dat het beter is dat de internationale pers binnengaat. En dat houdt steek. Maar ook de internationale pers geraakt niet door de menigte heen. Twee deelnemers van onze delegatie zijn toch tot in de gerechtszaal geraakt. Blijkt dat de advocaten van de beklaagden alleen al, 48 man, een groot deel van de zaal in beslag nemen. De zaal zit zo bomvol dat uiteindelijk een aantal advocaten ze weer moeten verlaten zodat de beklaagden zelf binnen kunnen.
Buiten de zaal krijgen de mensen door dat nog langer drummen vergeefs is. Nicolas Cheviron, Istanboel-correspondent voor het Franse agentschap Mediapart, wringt zich lachend weer de menigte uit, zijn grijze linnen hemd drijfnat van het zweet van de opeengepakte lijven.
‘Weet je dat er behalve Cumhuriyet zelf maar twee andere kranten zijn die over dit proces schrijven? Alle andere kranten in Turkije doen alsof hun neus bloedt.’
PEN-Turkije voorzitster Zeynep Oral, die sowieso niet verwachtte dat ze binnen zou geraken, zucht: ‘Weet je dat er behalve Cumhuriyet zelf maar twee andere kranten zijn die over dit proces schrijven? Alle andere kranten in Turkije doen alsof hun neus bloedt.’ We moeten iets doen, vindt ze. Even later zal ze in een van de grote cafetaria’s gaan praten met de voorzitter van de Turkse persbond.
Het was een verwacht scenario, dat we niet in de zaal binnen zouden kunnen. Een te kleine zaal uitkiezen is een van de handelswijzen die deel uitmaken van een proces als dit.
De hoofdbeschuldiging tegenover de beklaagden luidt:
“The suspects do not comply with their commitments concerning the press (functions) regulated by the European Convention on Human Rights and the press in the domestic legislation.
Their publication and tweets cannot be considered as a press activity.
Even un-condemning the acts of terrorism is an inexplicit support to terrorism, by nature; the suspects published or open a space to publish the material supporting to the terrorist organizations FETÖ/PDY, PKK/KCK an DHKP/C in the newspaper they manage and work for.”
Daarnaast kreeg elke beklaagde nog een aantal specifieke beschuldigingen mee.
Gedurende de hele dag zullen de beklaagden, het grote deel van hen journalisten, zelf komen getuigen en zich verdedigen tegenover de beschuldigingen. ‘Ik rapporteer al meer dan 30 jaar over rechtszaken’, zegt een van de journalisten. ‘Het is de eerste keer dat ik zonder stropdas in dit gebouw verschijn, omdat ze ons allemaal onze dassen hebben afgenomen. Wellicht denken ze dat we geen das waard zijn.’ Net vorige week was er sprake van dat de Turkse rechtbanken speciale uniformen zouden invoeren voor terreurverdachten. Deze mensen dus.
‘Voor ik naar hier werd gebracht heeft men mijn papieren afgepakt waarop ik notities had gemaakt voor mijn verdediging’, zegt een andere beklaagde. De rechter gaat ermee akkoord dat zijn getuigenis wordt verdaagd.
De beschuldigingen waartegen de beklaagden zich moeten verdedigen, blijken alle kanten op te gaan. Wijzigingen in de journalistieke lijn van het blad – ‘Maar de rechtszaal is geen plek om te oordelen over de journalistieke lijn van het blad’, betoogt een van de beklaagden. Publicatie van pro-terreurartikels – een van de beklaagden toont aan dat frontpagina’s van de krant zo zijn gefotoshopt door de openbare aanklager dat titels en afbeeldingen uit hun context zijn gehaald.
Contacten met mensen die gebruikmaken van het bylocksyteem (een geheim, niet afluisterbaar, telefoonnetwerk). ‘Maar je kan het feit dat je eenzijdig berichten krijgt van iemand geen communicatie noemen’, zegt een andere beklaagde. Verdachte financiële transacties. Het surrealistische pareltje van de dag is ongetwijfeld het verhaal van een van de beklaagden die een schrijnwerker 2500 Turkse lire heeft betaald voor het leggen van een houten vloer in zijn huis. Die schrijnwerker heeft een zoon die Atilla heet en die zoon heeft geld gegeven aan een bedrijf dat ervan verdacht wordt banden te hebben met FETÖ.
‘Cartoonisten gaan heel direct en confronterend te werk. Daarom kijk ik op naar mogelijk 29 jaar gevangenis.’
Als de cartoonist van de krant aan de beurt is zegt hij; ‘Ik werk al 25 jaar voor de krant. Cartoonisten gaan heel direct en confronterend te werk. Daarom kijk ik op naar mogelijk 29 jaar gevangenis. De mensen geloven dat er geen gerechtigheid meer is in dit land. Ik hoop dat dit proces het geloof van onze mensen in gerechtigheid zal hernieuwen.’ Het is dan al acht uur in de avond.
Vanop een dakterras in een van de oude wijken kijk ik uit op een van de mooiste skylines ter wereld, die van de wijk Sultanahmet, met zijn Hagia Sophia, de Blauwe moskee en het Topkapi paleis. De plek waar tal van beschavingen – Romeinen, Byzantijnen, Ottomanen – hun prachtige architecturale erfenissen achterlieten.
Morgen is er een nieuwe dag. We zullen proberen als eersten aan de deuren van de rechtszaal te staan.
De skyline van Sultanahmet
Patrick Imbeau (CC BY-NC-SA 2.0)