Over watergeesten en vissersdromen

Blog

Over watergeesten en vissersdromen

Over watergeesten en vissersdromen
Over watergeesten en vissersdromen

Het dorp Nkake vind je nergens terug op de kaart. Het verdwijnt tussen de blauwe rivier en het groene evenaarswoud. Maar het bestaat wel degelijk. Sadam Mputo (28) woont er al zijn hele leven. We voeren mee met zijn vissersprauw en luisterden naar zijn verhalen. Over de ontmoeting met een watergeest en de aantrekkingskracht van verre landen en grote steden.

Dinsdagnamiddag, drie uur, volgens zonnestand. We varen met een prauw op de Gombe Koke, een kleine arm van het meer Lac Tumba. Op wereldschaal - en zelfs naar Congolese normen – stelt de visvangst hier niet veel voor. Maar ze blijft wel cruciaal voor de oeverbewoners. Hier, ter hoogte van het dorp Nkake, is de rivier nog goed bevaarbaar. Maar wat verder staat het water al een pak lager.

Het is februari, midden in het droogseizoen. De rivier wordt almaar minder diep, dat maakt het een stuk makkelijker om te vissen. Keerzijde is dat de voorraad sneller uitgeput raakt. Eens zover trekken de vissers van Nkaka richting Lac om daar enkele dagen hun netten uit te waaieren.

Sadam Mputo (28) woont al zijn hele leven in Nkake. Hij is getrouwd met Oelomi (18) en intussen ook vader van Amba Maria (3). Zijn leven speelt zich vooral af op het water. ’s Avonds tussen acht en tien stapt hij in zijn prauw en verrast de vissen met speer of werpnet in hun slaap. Soms trekt hij er ook ’s morgens vroeg op uit. Maar dan is het al lichter en vluchten de vissen sneller voor de ochtendgeluiden. ‘s Middags stapt Sadam opnieuw in zijn prauw, om de netten klaar te zetten voor de vangst van de volgende nacht/dag.

© Katrijn en Goele Geeraert

Een vijfde van de bevolking van Nkake haalt een inkomen uit de visvangst.

© Katrijn en Goele Geeraert

Geen amateur

Datzelfde ritme – het is haast een ritueel- volgt Sadam al meer dan de helft van zijn jonge leven. Hij was pas twaalf toen hij wegens geldgebrek stopte met school en willens nillens voor de zoete wateren koos. Sindsdien is hij pêcheur confirmé: geen amateur, maar iemand die van de visvangst leeft. Sadam vangt dagelijks gemiddeld 50-60 vissen. Een deel daarvan gaat naar het gezin en de familie. De rest wordt verkocht aan dorpsbewoners of aan papa Isambele, een grote viscommerçant. Op die manier verdient Sadam dagelijks 10 000 à 15 000 Congolese francs (15 dollar).

Nkake telt zo’n vierduizend inwoners. Een vijfde van hen verdient met la pêche (de visserij). De rest verbouwt mais, bananen, maniok, enzovoorts. De landbouw biedt doorgaans meer mogelijkheden, met het hele jaar door een variëteit aan teelten. De visvangst brengt slechts periodiek - in het regenseizoen – veel op. Bovendien zwemmen er almaar minder vissen in de Gombe Koke. Waarom jongeren als Sadam zich toch nog aan visvangst doen? De stiel wordt dikwijls van jongs af doorgegeven van vader op zoon. Ook Sadam is er op die manier in gerold.

Discipline

Vroeger vond je in de Gombe Koke vis in overvloed. Vooral Mwenge, Ngolo en Mongoes. Je moest omzeggens je hand maar in het water steken en je kwam wel een school vissen tegen. Met de jaren groeide het aantal vissers, maar er volgde geen duidelijke reglementering. Dus kan iedereen vandaag zijn gangetje gaan en op eender welk moment zijn netten uitwaaieren, zijn speren scherpen, zijn manden vullen. Met grote en kleine vissen.

Papa Isambele is een oude rot in het vak. Hij heeft de tijden zien veranderen. Als hij de prijzen van het materiaal vergelijkt, is alles veel goedkoper dan in zijn beginperiode (jaren ’80). Vandaag betaal je voor honderd macons maar vijf of tien vissen. Dertig jaar terug betaalde je het tiendubbele. Soms deelt de overheid zelfs gratis netten uit – zoals een plaatselijke deputé onlangs aan het meer. Maar niemand die zich bekommert om een duurzame reglementering. Er moeten rustperiodes worden ingelast en enkel de volwassen vis mag worden gevangen. Alleen zo kan de visvangst aan de evenaar overleven en kan het beroep aan de volgende generaties worden doorgegeven.

© Katrijn en Goele Geeraert

Tijdens het droogseizoen trekken de vissers naar het Lac Tumba.

© Katrijn en Goele Geeraert

Place to be

Volgens Serge, onze gids, is er nog een ander probleem. Te veel vissers denken op korte termijn. Ze geven hun dagloon te makkelijk uit, ze drinken te veel, ze maken schulden bij de commerçanten. Ze kopen op krediet, maar kunnen niet terugbetalen. Ook papa Isambele pleit voor meer discipline. De beste vissers verkopen zonder zijn hulp – en met meer winst. Zij bewaren hun vangst vier maanden in een depot, om de voorraad dan elders per convoi te gaan verkopen. Zo’n konvooi bestaat uit een vijftal prauwen, aan mekaar gebonden en aangedreven door een motor. Elke passagier betaalt naargelang zijn vracht. Ook Sadam voer al een keer mee uit Nkake. Met drieduizend vissen, richting Kinshasa. Maar volgens papa Isambele is Kinshasa niet de place to be. Er arriveert te veel koopwaar, de drukt op de winst. De slimme vissers en commerçanten richten zich vandaag beter op het geïsoleerde binnenland.

Kinshasa-België

Uiteindelijk heeft Sadam drie maanden in Kinshasa doorgebracht. Hij logeerde er bij zijn zus, wilde even ontspannen. Hij had er bars bezocht, bokslessen gevolgd. Ja, hij zou graag in Kinshasa wonen – net als zijn kameraden Yannick en Cedric. Ze hebben het er wel eens over onder vrienden. Hoe ze een weg uit Nkake kunnen vinden. Een weg uit het dorp en het zware vissersleven, richting stad met meer mogelijkheden. Volgens Sadam draait alles om geld, om Gods wil en een netwerk. Een goede combinatie van die drie zou hem zelfs tot in België kunnen brengen.

Mocht hij daar - bij ons- arriveren, hij zou zichzelf als Sadam Mputo presenteren. Hij zou vertellen dat hij in Congo vist en ook hier in de visserij wil beginnen. Hij zou op zoek gaan naar het geschikte materiaal: netten, speren, een motor en een prauw. Als dat niet zou lukken, heeft hij nog een plan B. Dan zal hij als sentinel of huisbewaarder solliciteren. Hij deed het idee op in Kinshasa, waar verschillende commerçanten een huisbewaarder hebben. Die treedt dan op als wacht, doet praktische klussen, helpt een handje in de keuken. Sadam is er bijna zeker van dat dat soort jobs in België ook bestaat.

Tattoo

We varen nog steeds op de Gombe Koke, passeren een campement, waar een vissersgezin woont. De kampen bevinden zich buiten de dorpen. Ze liggen verspreid langs de oever van de rivier en bieden slaapplaats aan vissers op doortocht van of naar het meer. Of Sadam nooit schrik heeft gehad op het water? Hij knikt en vertelt over die ene keer, toen zijn vader en hij een Lima tegenkwamen. Een watergeest, de combinatie van een dier en een man. Een schepsel met slechte, mysterieuze krachten. Het water rond hun prauw was plots beginnen kolken. Zowel Sadam als zijn vader hadden een tijdje het bewustzijn verloren. Toen ze ontwaakten waren ze onmiddellijk huiswaarts gekeerd. Mocht er hem ooit iets overkomen, dan wil Sadam dat het thuisfront dat weet. Daarom staat zijn naam op zijn arm getatoeëerd. Dan kunnen ze hem op zijn minst identificeren en zijn lichaam naar Nkake repatriëren.

© Katrijn en Goele Geeraert

Mocht Sadam ooit iets overkomen, kan hij via zijn tattoo worden geïdentificeerd.

© Katrijn en Goele Geeraert

Studentenjob

De zon begint aan haar laatste uur voor de ondergang. De krekels zingen, de vogels tjilpen, kleine waterspinnen – monjenzeli – schaatsen over het water. Daar, wat verder, in de bocht van de rivier, zingt de laatste der Mohikanen. Een jongeman met geschoren haardos en speer in de hand. We passeren en groeten, de vissers kennen elkaar. Een tijdje later komen we nog meer jongeren tegen, in een boot met een radio en behoorlijk trendy kleren. Een deel van de jeugd – zoals Sadam – gaat elke dag vissen voor de kost. Voor anderen, zoals onze tolk Franci, is de visvangst een tijdelijke job. Bijvoorbeeld om hun studies te betalen. Morgen Franci per prauw naar de universiteit van Mbandaka. Het geld voor zijn ‘kotleven’ daar heeft hij met een jaar vissen bijeen gezameld.

In Sadams dromen gaat ook zijn dochter Amba Maria aan de universiteit studeren. Voor dokter bijvoorbeeld, waarom niet? Dat biedt de familie een mooi toekomstperspectief. Ik woon zelf 2000 kilometer verder. In Antwerpen, een stad langs een rivier met massa’s studenten. Ik probeer me voor te stellen hoe ze daar elke zondag zouden arriveren. Na een tocht van vier uur per prauw op de Schelde. Om er met hun zuurverdiend geld te studeren. Om zichzelf en hun familie – hopelijk – een toekomst te garanderen.

De journalistieke reis van Goele en Katrijn werd mogelijk gemaakt door het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.