We duimen voor een goede afloop
“‘Plots was er vreugde bij het horen van vader en moeder, een lichtpuntje in een aangrijpend verhaal’
Negen jaar was de jongen, toen Wereldblogger Denise hem leerde kennen. Op zijn achtste met zijn familie uit Afghanistan gevlucht en onderweg kwijt geraakt. Als alles goed gaat, zal hij zijn vader, moeder, broers en zusje terugzien tegen dat hij twaalf is, na vier jaar van gemis, onzekerheid en radeloosheid.
CC0
Vandaag ontving ik een bericht van de Belgische Ambassade in Islamabad, Pakistan. Een bevestiging dat ze mijn dossier en aanvraag tot gezinshereniging goed hebben ontvangen. Al een hele geruststelling en ik neem even de tijd om de betekenis en de draagwijdte van dit “dossier” te overdenken. Dit “dossier” zoals dit dan zo kil en administratief wordt genoemd begon, voor mij althans, in de zomer van 2017. Voor de familie zelf begon het al geruime tijd vroeger.
Negen jaar was hij toen ik met hem in het observatiecentrum van Steenokkerzeel ging kennismaken. Negen jaar was de Afghaanse jongen. Negen jaar en helemaal alleen naar hier gekomen. Hij had er een jaar over gedaan.
Uiteraard was hij aanvankelijk niet alleen vertrokken, maar samen met zijn ouders, nog twee kleinere broers en een kleiner zusje vluchtte hij uit Afghanistan uit levensbehoud. Halsoverkop en noodgedwongen vertrok het gezin uit hun geboorteland met de hulp van smokkelaars. Alle bezittingen en iedereen die ze kenden lieten ze achter in een land vol oorlog en terreur. Het gezin werd gezocht door de Taliban omwille van de activiteiten en het beroep van de vader. Een jong gezin: een papa van rond de veertig jaar, mama van midden de dertig en vier jonge kinderen waarvan de oudste, mijn jongen, op dat moment nog acht jaar oud.
Als ze hier in België zouden geboren zijn, en de zaken anders waren gelopen, zat het gezin vandaag in de fijnste periode van hun gezinsleven: een hard werkende papa, een zorgzame mama en vier vrolijke gezonde koters. Wat wil een mens nog meer? De situatie is jammer genoeg anders. Het lot bepaalde dat ze in een ander land, zelfs een ander werelddeel, werden geboren.
Weg waren de zachte armen en de troostende woorden van zijn mama. Weg de sterke schouders en de geborgenheid van zijn papa
Ergens onderweg werden hun wegen gescheiden. Mijn pupil werd op een bepaald moment door de smokkelaars in een ander voertuig ingedeeld dan de rest van zijn familie. Aan een grens werd het voertuig met de rest van het gezin door militairen of politie tegengehouden. In een flits zag de kleine jongen het allemaal gebeuren en schreeuwde zijn wanhoop uit. Weg was iedereen die hij kende en hem troost konden bieden. Weg waren de zachte armen en de troostende woorden van zijn mama. Weg de sterke schouders en de geborgenheid van zijn papa.
Noodgedwongen zette hij zijn reis verder met onbekende mensen, overgeleverd aan de grillen van de smokkelaars. Een jaar zou het duren vooraleer hij bij Dienst Vreemdelingen Zaken in Brussel zou belanden en ik zijn voogd werd.
De maanden in een Grieks vluchtelingenkamp hadden de jongen geen goed gedaan. Met gekneusde ribben als gevolg van een val en een letsel aan zijn oog als gevolg van een slag van een matrak — dat gelukkig na een tijd wegtrok. Ik maakte kennis met de kleine maar bijzonder dappere jongen. Nog steeds sta ik versteld van de veerkracht die deze jongeren hebben en heb ik diep respect voor de manier waarop ze de dingen trachten te plaatsen. Ze hebben natuurlijk ook weinig keuze.
Dapper vertelde de jongen zijn verhaal, maar wanneer hij in het ganse relaas aankwam bij het afscheid van zijn ouders schoten zijn ogen vol tranen. Zo veel verdriet in zo’n klein manneke.
De situatie in België werd gelukkig comfortabeler dan vele andere pupillen. Voor hem werd meteen een Afghaans pleeggezin gevonden waar hij mocht gaan wonen. Met veel warmte en liefde nam het gezin hem op in hun midden. In een knusse thuis overstelpt de mama hem met lekker eten en goede zorgen, terwijl de papa toekijkt op de schoolresultaten en de jongen aanspoort om zijn best te doen. De zusjes en broers geven hem het gevoel van een echte thuis te hebben.
Dit pleeggezin geeft de jongen een stabiele basis om te bouwen aan een toekomst die de cultuur van zijn geboorteland koppelt aan de afspraken en regels binnen onze Belgische samenleving
Dit pleeggezin vormt voor deze jongen een stabiele basis waarop hij kan verder bouwen aan een toekomst die de cultuur van zijn geboorteland koppelt aan de afspraken en regels binnen onze Belgische samenleving. Het is mooi om te zien hoe ze er zelf in slagen om een evenwicht te vinden tussen de tradities uit hun land van herkomst en de normen en waarden van onze maatschappij en dit doorgeven aan hun kinderen en aan mijn pupil.
Telkens ik op bezoek ga, word ik met open armen ontvangen en ondergedompeld in hun grenzeloze gastvrijheid, overladen met koekjes en thee, of soms zelf een ganse maaltijd met warme gerechten in overvloed. Ze tonen oprechte interesse in wat ik doe wat leidt tot interessante gesprekken met de kinderen, hun papa en hun mama. Iedere keer voel ik mij enorm welkom in dit mooie, warme en hechte gezin.
Toch stelde ik bij elk bezoek en gesprek vast dat het verlangen en het gemis zo enorm diep geworteld waren. Telkens weer zag ik dat de jongen het moeilijk kreeg als het over zijn familie ging. Het sneed los door mijn hart. Via de dienst Tracing van het Rode Kruis, via de groep van voogden, via alle mogelijke kanalen werd getracht om contact te leggen met de vader van de jongen. Zonder resultaat.
Tijd ging voorbij en uiteindelijk kreeg mijn pupil de status van vluchteling en internationale bescherming in ons land, zonder nog iets van zijn familie gehoord te hebben.
Plots dook een lichtpuntje op. In Wallonië zou een dorpsgenoot van mijn pupil toegekomen zijn die recent contact zou hebben gehad met zijn papa. In alle discretie namen we contact op met de man, zonder medeweten van mijn pupil. Die bleek bereid ons te ontmoeten op voorwaarde dat hij mijn pupil kon zien.
Zo kwam het dat ik op een blauwe maandag samen met Abid*, de toenmalige begeleider van mijn pupil, de man stond op te wachten aan de trein. Het bleek een vriendelijke man die Abid na verloop van tijd kon geruststellen. Opvallend was hoe de man dezelfde herkenbare trekken had van de Hazara uit Afghanistan. Dezelfde trekken die in het gelaat van mijn pupil terug te vinden zijn.
Nadat we gerustgesteld waren, belden we de pleegvader om de jongen naar ons toe te sturen. We lieten de twee kennismaken en vertelden hem dat de man contact had met zijn ouders en ze het goed stelden. We stelden voor dat hij hen onmiddellijk zou bellen.
De vreugde op het gelaat van de jongen bij het horen van de stem van zijn vader en moeder, vergeet ik nooit
Het werd één van de meest onvergetelijke momenten uit mijn leven. De man belde met mijn gsm de vader van mijn pupil op. De vreugde op het gelaat van de jongen bij het horen van de stem van zijn vader en moeder, vergeet ik nooit.
De familie had een jaar in gevangenschap doorgebracht in het land waar ze waren opgepakt en was terug naar Afghanistan gestuurd. Sindsdien vroeg zijn hopeloze vader aan iedereen die zou vertrekken om contact te zoeken met zijn zoon. Dat is wonderwel gelukt.
Dagelijks belt zijn vader naar het pleeggezin. We staan hen met raad en daad bij om gezinshereniging op te starten zodat ze zich in België bij hun zoon kunnen voegen. De familie moet tot tweemaal toe vanuit Afghanistan naar Pakistan reizen om de nodige documenten en paspoorten aan te vragen en in te dienen. Geen eenvoudige zaak, reizen door een land vol oorlog en verraad.
Ik was enorm blij toen het bericht van de ambassade toekwam dat het indienen van de documenten alvast is gelukt. Het is al een eerste stap, maar de administratieve molens malen traag en de kans is groot dat er nog een jaar over gaat vooraleer de familie, in het beste geval, herenigd zal worden. Die beslissing is onzeker en ligt niet in onze handen, maar er is weer een sprankeltje hoop.
De achtjarige jongen met wie ze gescheiden raakten, zal dan vermoedelijk al een flinke tiener van twaalf zijn. Vier jaar van onzekerheid voor het ganse gezin. Vier jaar gemis in zo’n jong leven
Binnen enkele dagen vertel ik de jongen dit goede nieuws. Ik hoop samen met hem dat we binnen afzienbare tijd samen op de luchthaven mogen staan om getuige te zijn van de hereniging van dit gezin. De achtjarige jongen met wie ze gescheiden raakten, zal dan vermoedelijk al een flinke tiener van twaalf zijn. Vier jaar van onzekerheid voor het ganse gezin. Vier jaar gemis in zo’n jong leven. Vier jaar radeloosheid bij de ouders en onwetendheid over het lot van hun jongen.
Dit moet goed komen, een andere beslissing is niet mogelijk, toch? Ik mag er niet aan denken. Als ik weer eens een rotopmerking lees van een tegenstander van gezinshereniging, hoop ik maar steeds dat die mensen ooit de ogen worden geopend. Dit had ook hen kunnen overkomen. Het had ook hun zoontje van acht kunnen zijn als ze niet het geluk hadden hier geboren te zijn.
De geschiedenis leert ons echter dat tijden snel kunnen keren. Ik hoop dat het ons nooit overkomt, maar ondertussen is het onze morele plicht om mensen in nood te helpen, toch?!
Moed houden kleine man! We duimen met zijn allen voor een goede afloop.
Abid* is een fictieve naam