Coronalockdown versterkt politiegeweld in Argentinië: ‘Het belangrijkste doelwit zijn kansarme jonge mannen’

Analyse

‘Bijna 70 procent van de dodelijke slachtoffers van politiegeweld was tussen de 15 en 27 jaar oud’

Coronalockdown versterkt politiegeweld in Argentinië: ‘Het belangrijkste doelwit zijn kansarme jonge mannen’

Coronalockdown versterkt politiegeweld in Argentinië: ‘Het belangrijkste doelwit zijn kansarme jonge mannen’
Coronalockdown versterkt politiegeweld in Argentinië: ‘Het belangrijkste doelwit zijn kansarme jonge mannen’

Aimo Buelinckx

16 november 2020

Argentinië werd de voorbije maanden opgeschrikt door ophefmakende gevallen van buitensporig politiegeweld. Nu de quarantainemaatregelen in de regio Buenos Aires de achtste maand ingaan, proberen mensenrechtenorganisaties het probleem aan te kaarten en pleiten ze voor politieke moed.

© Reuters/Agustin Marcarian

Oproerpolitie voor het uitvoeren van een uitzetting, Guernica, Argentinië, 29 oktober 2020.

© Reuters/Agustin Marcarian

Argentinië werd de voorbije maanden opgeschrikt door ophefmakende gevallen van buitensporig politiegeweld. Nu de quarantainemaatregelen in de regio Buenos Aires de achtste maand ingaan, proberen mensenrechtenorganisaties het probleem aan te kaarten en pleiten ze voor politieke moed. ‘Politiegeweld is inherent aan een beperkte democratie’, zo meent een lokale activiste, ‘en niet enkel het gevolg van inefficiënte politietrainingen, geïsoleerde ongevallen, of enkele psychopaten die ten onrechte zijn gerekruteerd.’

Facundo Astudillo Castro verdween eind april, iets meer dan een maand na het begin van een nationale lockdown in Argentinië om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. De twintiger was van zijn huis in Pedro Luro vertrokken naar de stad Bahía Blanca, beiden in het zuidwesten van de provincie Buenos Aires, vermoedelijk om zijn ex-vriendin op te zoeken. Op die bestemming kwam hij echter nooit aan.

In augustus, meer dan honderd dagen na zijn verdwijning, werden gedeeltelijke resten van zijn lijk teruggevonden. Het lichaam was in verre staat van ontbinding en lag in een moerasgebied op slechts vijf kilometer van de plek waar Castro voor het laatst gezien werd; bij een wegcontrole van de politie.

Wat er exact gebeurde tijdens die controle is niet duidelijk. De provinciale politie van Buenos Aires, met 90.000 manschappen het grootste veiligheidsapparaat van het land, verklaarde dat Castro tegengehouden en geregistreerd werd voor het overtreden van de quarantaine, en dat hij daarna zijn weg mocht verderzetten. Maar de familieleden van het slachtoffer, en hun advocaten, menen dat provinciale politieagenten betrokken waren bij de verdwijning. Ze maakten bovendien herhaaldelijk melding van intimidatie vanwege diezelfde agenten.

De provinciale politie werd uiteindelijk van het onderzoek gehaald. Vier lokale politieagenten staan onder verdenking door verschillende tegenstrijdigheden en wijzigingen in hun verklaringen.

Mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International hebben hun bezorgdheid al geuit over de zaak, en in september vond een grote betoging plaats in Buenos Aires om gerechtigheid te eisen voor het slachtoffer. Het onderzoek is nog lopende, maar de zaak wijst in ieder geval op een onderliggend probleem van politiegeweld in Argentinië.

Julia Mottura / Resumen Latinoamericano

Betogers vragen de waarheid over de verdwijning van Facundo Astudillo Castro en eisen het ontslag van Sergio Berni, de minister van Veiligheid van de provincie Buenos Aires.

Julia Mottura / Resumen Latinoamericano

Lockdown

Volgens cijfers van mensenrechtenorganisatie CELS (Centro de Estudios Legales y Sociales) kwamen in 2020 in de regio Buenos Aires tot nu toe 79 burgers om het leven bij gebeurtenissen waarbij veiligheidstroepen betrokken waren. Ook Amnesty International deed in augustus verslag van een groot aantal gevallen van politiegeweld tijdens de lockdown.

Zo was er de zaak rond Luis Espinoza, een 31-jarige landarbeider die eind mei dodelijk in de rug werd geschoten door de politie van Tucumán. De man kreeg vervolgens geen medische hulp en werd achtergelaten in een andere provincie, aan de voet van een klif in Catamarca. De gebeurtenis bereikte de internationale pers op hetzelfde moment dat de hele wereld de protesten volgde in de Verenigde Staten na de dood van George Floyd.

In Groot-Buenos Aires leven de inwoners al meer dan 7 maanden ononderbroken met een lockdown die telkens werd verlengd.

Het gaat in het verslag van Amnesty International om gebeurtenissen die allemaal direct of indirect verbonden zijn met isolatiemaatregelen ter beheersing van de pandemie. De beperkingen die eind maart van kracht gingen, werden in juni voor grote delen van het land opgeheven. Maar dat gebeurde niet in Groot-Buenos Aires, waar ongeveer de helft van de Argentijnse bevolking woont. Daar leven de inwoners al meer dan 7 maanden ononderbroken met een lockdown die telkens werd verlengd.

Volgens Juliana Miranda, onderzoekster bij CELS, worden bestaande patronen van politiegeweld in Argentinië tijdens de lockdown gehandhaafd en zelfs versterkt. ‘Omdat mensen zich minder zouden verplaatsen werd een vermindering van het aantal gevallen van geweld verwacht’, vertelt ze, ‘maar dit was absoluut niet het geval voor Groot-Buenos Aires’. Het gaat met name om intimidatie, bedreigingen, willekeurige arrestaties, mishandeling, en zelfs moord zoals in het geval van Luis Espinoza.

Erfenis van een dictatuur

Politiegeweld zorgt in Argentinië echter in het beste geval voor een krantenkop, en weinig meer. Er gebeurt iets anders bij verdwijningen. Zaken zoals die van Facundo Astudillo Castro brengen de Argentijnen op straat. Zo waren er grote betogingen na de verdwijning van activist Santiago Maldonado in 2017, hij werd voor het laatst gezien tijdens een protestactie voor de rechten van de Mapuche, een inheemse gemeenschap in het zuiden van Argentinië en Chili.

Radio Realpolitik

María del Carmen Verdú van CORREPI neemt het woord tijdens een betoging voor Santiago Maldonado.

Radio Realpolitik

De volkswoede die veroorzaakt wordt door verdwijningen heeft een historische verklaring. In het Argentijnse collectieve geheugen is er een bijzondere plaats voor de terreur onder de militaire dictatuur, waarbij tussen 1976 en 1983 meer dan 30.000 mensen ontvoerd en vermoord werden in clandestiene gevangenissen.

Maar de gehechtheid van de Argentijnen aan mensenrechten kan heel specifiek zijn. ‘Als de lichamen terug opduiken,’ zo schrijft journaliste Jordana Timerman, ‘dan sterft het geraas vaak. Onze obsessie ligt bij de verdwenenen, de slachtoffers van andere mensenrechtenschendingen wekken minder woede op.’

Politiegeweld is echter een structureel probleem in Argentinië, menen mensenrechtenorganisaties zoals CELS. De verschillende politiediensten maken volgens hen deel uit van een repressief veiligheids- en misdaadbeleid dat gebaseerd is op hoge opsluitingspercentages van de armere bevolking in erbarmelijke omstandigheden. Marteling is bovendien een gangbare praktijk in gevangenissen.

Volgens onderzoekster Julieta Mira heeft dit te maken met een autoritaire structuur die diepgeworteld is in de veiligheids- en politiediensten. Het is een erfenis van zowel de dictatuur als de daaropvolgende regeringen, die ondemocratische praktijken op het vlak van binnenlandse veiligheid nooit echt in vraag stelden. Intimidaties, ongeregistreerde arrestaties, interventies onder leiding van agenten zonder uniform, gewelddadige en onregelmatige razzia’s, geknoei met politieverslagen, het zijn allemaal praktijken die nog te vaak getolereerd worden en waar weinig tot geen officiële data over wordt bijgehouden. De beperkte informatie die in de media verschijnt maakt het bovendien moeilijk om de omvang van het probleem in te zien.

Politiegeweld in kaart

Het gebrek aan uniforme gegevens belemmert de discussie over politiegeweld, en dus ook de mogelijkheid om het veiligheidsbeleid bij te sturen of te hervormen. Om hier iets aan te doen werd recent door CELS een digitaal platform gelanceerd met geactualiseerde gegevens over politiegeweld, onder de naam ‘Violencia policial’.

Jimmy Baikovicius (CC BY-SA 2.0)

Villa 31, een van de bekendste sloppenwijken in Buenos Aires. Politiegeweld komt in Argentinië disproportioneel voor in dit soort wijken.

Jimmy Baikovicius (CC BY-SA 2.0)

De organisatie houdt al sinds 1996 alle gegevens bij die ze kan vinden over verwondingen en sterfgevallen veroorzaakt door veiligheidsdiensten. Juliana Miranda vertelt me dat CELS een referentie wil worden op dat vlak, en deze informatie beschikbaar moet zijn voor journalisten, onderzoekers, ambtenaren en andere geïnteresseerden. Men wil zo het bewustzijn rond de problematiek vergroten en het publieke debat voeden. ‘Informatie is cruciaal bij het ontwerpen van beleid om het geweld te verminderen.’

Het project werd ondersteund door The Engine Room, een internationale non-profitorganisatie die activisten en middenveldorganisaties hulp biedt op het vlak van data en technologie. Paola Verhaert, die vanuit Brussel werkt voor de organisatie, zorgde er zo samen met CELS voor dat de bestaande database geactualiseerd en beter beveiligd werd, en dat ze via de nieuwe website ook deels publiek toegankelijk werd.

‘De website is interactief en maakt het mogelijk om te navigeren door de gegevens’, vertelt Verhaert, ‘ook is er een verhalend luik waar er dieper wordt ingegaan op een aantal thema’s.’ Zo is het opvallend dat politiegeweld erg vaak te maken heeft met het gebruik van vuurwapens buiten dienstverband. Agenten mogen in Argentinië namelijk hun dienstwapen mee naar huis nemen. Een thema dat hier gedeeltelijk mee samenvalt is het hoog aantal femicides of vrouwenmoorden. Tussen 2010 en 2020 werden minstens 48 vrouwen gedood door hun (ex-)partners, die allen actief waren als politieagent.

Onrecht

De gegevens op de website maken duidelijk dat de slachtoffers van politiegeweld hoofdzakelijk afkomstig zijn uit sociaal achtergestelde groepen. Naast vrouwen gaat het met name om de inwoners van armere buurten en sloppenwijken, mensen uit inheemse gemeenschappen, migranten uit andere Latijns-Amerikaanse landen, arbeiders die werken in de informele sector, en personen zoals transgender mannen en vrouwen die onder discriminatie lijden.

‘Het belangrijkste doelwit van politiegeweld zijn kansarme jonge mannen’, zo vertelt Juliana Miranda van CELS, ‘bijna 70 procent van de dodelijke slachtoffers van politiegeweld was tussen de 15 en 27 jaar oud. Er is een duidelijke correlatie tussen gewelddadige praktijken van de politie en sociaaleconomisch onrecht.’

Deze correlatie is geen toeval, zo meent María del Carmen Verdú, advocate en lid van CORREPI (Coordinadora Contra la Represión Policial e Institucional), een organisatie die gericht is op de problematiek van politiek en institutioneel geweld en die ook zelf data bijhoudt. ‘Politiegeweld is niet enkel het gevolg van inefficiënte politietrainingen, van geïsoleerde individuele fouten of ongevallen, of van een paar psychopaten die ten onrechte zijn gerekruteerd’. Integendeel, het is ‘inherent aan een beperkte democratie’ en ‘een methode om een sociaal en economisch oneerlijk systeem op te leggen in landen als Argentinië’.

De beslissing om in lockdown te gaan was volgens haar volledig correct vanuit het perspectief van de gezondheidszorg. Maar dit had onmiddellijk gevolgd moeten worden door een heleboel andere maatregelen, genoeg om een minimuminkomen en voldoende levensmiddelen te garanderen voor mensen die niet in staat zijn om zonder dagelijks werk te overleven.

‘Wat voor nut heeft het om mensen te vertellen dat ze thuis moeten blijven en hun handen moeten wassen als er in hun wijk geen stromend water is’, vraagt Verdú zich af. ‘En wat betekent het om te horen dat je een veilige afstand moet houden als je met elf mensen in een heel klein huis zit en een badkamer moet delen.’ Uit onderzoek blijkt dat In het land zo’n drie miljoen mensen in sloppenwijken leven zonder toegang tot basisvoorzieningen, wat neerkomt op ongeveer 10 procent van de stedelijke bevolking.

Een kentering in het politiek discours?

De gebeurtenissen van de afgelopen maanden hebben ondertussen wel aanleiding gegeven tot een beginnend publiek debat. Begin juni veroordeelde president Alberto Fernández op Twitter het politiegeweld in de provincie Chaco tegen een inheemse Qom-familie.

De reactie kwam nadat een video viraal was gegaan van een gewelddadige invasie, waarbij verschillende jongeren brutaal werden afgeranseld. De president had bovendien scherpe kritiek op het autoritaire karakter van de veiligheidstroepen, al heeft dat nog niet geleid tot concrete beleidsmaatregelen.

De huidige regering neemt zo alvast een andere houding aan tegenover het probleem in vergelijking met het bewind van Mauricio Macri (2015-19). Volgens María del Carmen Verdú was de regering Macri de grootste stap achteruit sinds de militaire dictatuur als het gaat over de aanpak van politiegeweld. De regering, en dan voornamelijk voormalig minister van van veiligheid Patricia Bullrich, verdedigde toen elke misstap van de politie.