Woorden die kerkers ontsluiten
“‘Waarom ik voor het vrije woord ben’
© Brecht Goris
© Brecht Goris
Geert Van Istendael nam deel aan een academische herdenking van de islamitische strijdster voor vrouwenrechten Fatima Mernissi. Hij trok eerder schoorvoetend naar Bozar, maar moest bekennen dat zijn achterdocht onterecht was.
Vorige donderdag ben ik naar een herdenking gegaan van Fatima Mernissi. Lezers van MO* weten al tijden wie deze uitzonderlijke strijdster voor vrouwenrechten in de islam en ver daarbuiten was. Even het geheugen opfrissen. Fatima Mernissi, sociologe, gestudeerd in Rabat en Parijs en gedoctoreerd in de Verenigde Staten, een zeer geleerde mevrouw dus, die haar leven gewijd dit grote werk: de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in de Arabische en islamitische wereld realiseren.
Opmerkelijk genoeg steunde zij daarbij op theologische argumenten en op Koran-teksten, die volgens haar als het ware gekaapt waren door zwaar patriarchale interpretaties. Kortom, een feministe van zeldzaam formaat. Bovendien geloofde ze in volksverheffing. Met haar caravanes civiques, haar burgerkaravanen bracht ze boeken en propageerde ze schone letteren tot in de verste dorpen van haar grote land.
Mijn vrouw had mij met zachte doch besliste hand in haar richting geduwd. Op de Boekenbeurs zag ze een oude kennis, die zei haar, hee, dag, je komt toch ook naar die avond, in BOZAR, voor Mernissi? En voilà, daar zit je in een auto die op een donderdagavond tussen massa’s andere trage tot stilstaande auto’s richting Brussel schuift. We waren uit het dorp tussen moeras en woud vertrokken, anderhalf uur voor het beginuur. We zijn krap op tijd en hijgend binnen gevallen in de juiste zaal van BOZAR.
Wat ons wachtte, was een viering van de leerstoel Fatima Mernissi aan de Vrije Universiteit Brussel. Saaie academische zitting? Met een flinke delegatie genderprofessoren dan nog! Kun je je iets politiek correcters voor de geest halen?
Parenthesis. Je kunt het niet genoeg herhalen; Politiek correct is synoniem met censuur en als schrijver en erevoorzitter van PEN-Vlaanderen weiger ik te buigen voor welke vorm van censuur dan ook, hoe deugdzaam ze zich ook voorliegt.
In de loop der eeuwen heeft censuur zich altijd gehuld in gewaden van morele superioriteit. Altijd ten onrechte en altijd om andere om andere, verborgen en allesbehalve moreel superieure belangen te dienen. Dat is vandaag niet anders.
U begrijpt het al, lezer, ik begaf mij zéér schoorvoetend naar BOZAR.
Wel, ik had ongelijk.
Eerst enkele vaststellingen.
Eén. Mijn vrouw en ik waren, ruwe schatting, veruit de oudsten van het gezelschap.
Twee. Het publiek bestond voor negentig procent uit vrouwen. Ik voelde mij dus een beetje zoals vrouwen zich, héél lang geleden, hebben moeten voelen op academische zittingen, doctoraatsverdedigingen, colleges van de faculteit toegepaste wetenschappen (de ingenieurs dus) en dergelijke. Het moet gezegd, het voelde geenszins onbehaaglijk aan. Als mijn buik rechtuit mag spreken, integendeel.
Dat de Vlaamse politici en de Vlaamse sociaaldemocraten in het bijzonder blijkbaar niet in staat zijn te erkennen dat Yamila Idrissi gewoon steengoed is, strekt hun niet tot eer.
Ten derde. Ik zag een paar oude vriendinnen terug. Yamila Idrissi, om er maar een te noemen. Bij de huidige Vlaamse regering kan het niet omdat haar partij in de oppositie zit, en niets tegen Sven Gatz, integendeel, maar dit blijft. Yamila Idrissi had al heel lang Vlaams minister van cultuur moeten zijn. Denk nou niet dat ik toegeef aan weekhartigheid van een oude vent. Yamila Idrissi is gewoon steengoed, daar helpt geen moedertje lief aan. Dat de Vlaamse politici en de Vlaamse sociaaldemocraten in het bijzonder blijkbaar niet in staat zijn dat te erkennen, strekt hun niet tot eer.
Ten vierde. Dit was een Nederlandstalige avond in de studio van BOZAR. De Vrije Universiteit Brussel vierde de leerstoel voor de grote feministe Mernissi met literatuur en muziek. We hoorden professor Iman Lechkar Yamila die de Fatima Mernissi Leerstoel aan de VUB bekleedt, Yamila Idrissi, die ik al vernoemde en Saïda Sakali van de Koning Boudewijnstichting. Beiden hebben zij meegewerkt aan het tot stand komen van deze leerstoel. Je kunt het belang van dit initiatief nauwelijks overschatten. De inspanning die professor Karen Celis zich getroost heeft, mag niet onvermeld blijven.
Ten vijfde. Nog voor we de jonge, briljante schrijfsters Anissa Bouhdaini, Aya Sabi en Yousra Benfquih te horen kregen, begint daar ineens een mevrouw met luider stemme haar beklag te maken in het Frans. Of er vanavond ook geen Frans te horen zal zijn, wilde ze weten. Presentatrice Yasmina El-Messaoudi, die ik altijd gekend heb als uitstekend nieuwsanker bij de uitzendingen van de Brusselse stadstelevisie BRUZZ, antwoordde deze mevrouw uitermate hoffelijk en in vlekkeloos Frans dat dat niet zou gebeuren en dat ze toch had kunnen zien dat alle aankondigingen alleen in het Nederlands waren gesteld. Waarop mevrouw vroeg of de burgerkaravanen van Fatima Mernissi dan ook in het Nederlands waren verlopen. Waarna mevrouw de zaal verliet.
Ik was toch wat verbijsterd over zoveel koppige geborneerdheid. Staan we na al die jaren nog steeds niet verder in Brussel? Deze mevrouw kon het blijkbaar niet verkroppen dat Belgen van Marokkaanse en andere herkomst ook nog eens Vlamingen zouden zijn. Vlamingen! Eikes! Dat zijn toch allemaal fascistoïde boerenkinkels! Deze mevrouw wist duidelijk niet dat minder dan 2 procent van de Vlaamse beroepsbevolking werkt in de landbouwsector. Zij katapulteerde me terug naar mijn kinderjaren, toen ik dingen naar mijn hoofd geslingerd kreeg als sale flamand of tu parles ménapien en toen je wijsheden hoorde als on parle le flamand aux animaux et aux domestiques, je spreekt Vlaams met beesten en knechten. In die volgorde.
Wat volgde was een reeks schitterende lezingen, zowel informatief als poëtisch. Plus muziek uit het Rif-gebergte, gezongen in het Tamazight, de taal van de Berbers, zij vormen de grote meerderheid van de Belgen van Marokkaanse herkomst. En ja, ik blijf die benaming gebruiken zolang ze die zelf gebruiken. De zangeres, Fatoum, stem als een klok, zo juist als goud, is trouwens een oude bekende van me.
Een wereld ging voor me open.
Wat zou de zin van vrijheid van meningsuiting zijn, als ze alleen maar geldt voor meningen die mij behagen? Dat is iets voor vadsige dictators. Dank je de koekoek.
Ja, iemand verdedigde een militant anti-westers, maar dan toch maar door de hegemonie van de Verenigde Staten geïnspireerd feminisme. Hou ik niet van. Maar ik ben een fervent voorstander van de vrijheid van meningsuiting, vooral als de geuite mening mij niet aanstaat. Wat zou anders de zin van die vrijheid zijn, als ze alleen maar geldt voor meningen die mij behagen? Dat is iets voor vadsige dictators. Dank je de koekoek.
En ja, ik hoorde nog een paar uitglijers, maar die schrijf ik toe aan jeugdig flakkerend vuur. Als jongeren al niet meer mogen uitglijden, wie dan wel? Op mijn gezegende leeftijd is dat af te raden, ik zou alleen maar mijn botten breken.
En toch ging een wereld voor me open.
Wat me pakte was een poëtisch taalgebruik dat me niet vertrouwd is, uit een andere cultuur, uit een ander continent naar hier gedreven en aanbeland in mijn eigen taal. Correctie. Waarom zeg ik mijn taal? Het moet zijn onze gemeenschappelijke taal en het was onze taal die de jonge schrijfsters overlaadden met hun geschenken. Uit hun mond zong onze taal, zong van vergeten koninginnen, universiteiten met zeventien poorten die openstaan en waar marktkramers, schoenpoetsers, schoonmaaksters, grootmoeders en ander eenvoudig, maar o zo weetgierig volk, zich verdringt, over geborduurde vogels en nog veel meer.
Hier klonk bevrijding door beelden en geuren die in woorden worden omgezet – nee, ik verval hier niet in gesjmier over een of ander schilderachtig exotisme of godbetert oriëntalisme (Marokko ligt bijna helemaal ten westen dan België). Het was gewoon steengoeie poëzie, ik ken daar toch een heel klein beetje van, heb intussen al enkele duizenden verzen achter mijn kiezen.
Het gaat mij hierom. Poëzie en verhalen en sprookjes en zelfs grappen hebben hun onvervreemdbare rechten. Vooral als ze kerkers ontsluiten, ons naar vreemde eilanden voeren, nieuwe werelden openbaren.
Enkele zinnen die ik genoteerd heb (ik weet niet eens of mijn notities nauwkeurig zijn):
Alles begint daar waar de wetten van de zwaartekracht niet gelden.
Ik herken de vele vrouwen in haar. (ik vind dit een sleutelzin tegen het op hol geslagen identiteitsdenken van rechts en van links).
De vele verzwegen vrouwen in mij ontmoeten.
Er gaan deuren open waar voor andere vrouwen muren staan.
We moeten begrijpen dat onze verhalen lang geleden begonnen zijn.
Ik wil dat jullie leven een waterval van heldere verrukkingen is.
Het maanlicht van jouw geschriften heeft mij gegidst.
Schrijven is een der oudste vormen van gebed.
Mirakels bestaan, ook voor ongelovige Thomassen.
Die laatste zin klikt zich vast aan een werkwoord dat ik in mijn roomse jeugd vaak genoeg heb gehoord als het over gebeden ging. Vrome mensen zeiden niet, ik moet nog veel bidden, nee, ze zeiden: ik moet nog veel lezen. Hebde gij vandaag al gelezen? Ik ga nog wa lezen bij ’t lijk. En dat ging niet over romans. Het ging over paternosters. Het was exclusief religieus taalgebruik.
Lezen en schrijven vinden gaten in muren en wankele bruggetjes en geheime paden die ons over de zwaar bewaakte grenzen brengen waarachter godsdiensten elkaar bespieden.
Sinds vorige donderdag weet ik het zeker, mocht ik daar ooit aan hebben getwijfeld. Lezen en schrijven vinden gaten in muren en wankele bruggetjes en geheime paden die ons over de zwaar bewaakte grenzen brengen waarachter godsdiensten elkaar bespieden.
Na de straf van de oeverloze avondfile volgde een onverwachte, onverhoopte en, zeker voor mijn zondige inborst, onverdiende beloning. Een beetje genade moet er toch zijn in het leven.