Fikry El Azzouzi: ‘Ik wil een samenleving tonen die vandaag vergeten wordt’

Interview

Winnaar Ultima voor Letteren gebruikt humor, satire en absurditeit om harde realiteit aan te kaarten

Fikry El Azzouzi: ‘Ik wil een samenleving tonen die vandaag vergeten wordt’

Fikry El Azzouzi: ‘Ik wil een samenleving tonen die vandaag vergeten wordt’
Fikry El Azzouzi: ‘Ik wil een samenleving tonen die vandaag vergeten wordt’

Een “typisch parcours” heeft de winnaar van de Ultima voor Letteren doorlopen, althans voor iemand met een migratie-achtergrond. ‘Ik kan me benadeeld voelen omdat ik naar het technisch onderwijs doorverwezen ben’, zegt Fikry El Azzouzi. ‘Maar net dat pad heeft me gevormd als mens en als schrijver.’

‘Ik kan me benadeeld voelen omdat ik naar het technisch onderwijs doorverwezen ben, maar net dat pad heeft me gevormd als mens en als schrijver.’

© ID/ Sandra Van Watermeulen

Auteur, theatermaker en columnist Fikry El Azzouzi is ooit gevraagd of hij in het vervolg “een Vlaams verhaal” zou schrijven. ‘Als men binnen honderd jaar zou willen weten hoe onze samenleving was, zou dat niet kloppen’, meent de winnaar van de Ultima voor Letteren. ‘Mensen met een migratieachtergrond komen er amper aan bod.’

Voor een zomergesprek met MO* zakte Fikry El Azzouzi af naar Brussel. De Temsenaar is sinds kort naar Oostende verhuisd. Of is hij “gevlucht?”, vraag ik terwijl hij zich installeert. ‘Verhuizen is altijd een beetje vluchten’, reageert de veertiger. Neen, de verhuis naar Oostende was eerder een suggestie van zijn vrouw. Het is er rustig. Er is de zee en het is vooral goedkoper wonen dan in Antwerpen, Brussel of Gent.

Natuurlijk begrijpt El Azzouzi heel goed wat ik met “vluchten” bedoel. ‘Ik ben afkomstig uit Temse. Een gemeente met een grote Marokkaanse gemeenschap waar iedereen iedereen kent, via de school, de moskee … We zijn hard tegenover elkaar.’ Hard in het beoordelen en veroordelen van elkaar, bedoelt hij. Zo’n zin spreekt boekdelen. Er zijn zoveel zinnen en termen in de romans van El Azzouzi die op zichzelf zouden kunnen staan en aanleiding zouden kunnen geven aan een apart verhaal.

Fictie is altijd een instrument geweest om maatschappijen beter te leren kennen. Het is een alternatief informatiekanaal, een sterke aanvulling op geschiedenisboeken. In het geval van Fikry El Azzouzi is dit niet alleen voor toekomstige generaties nuttig, maar is zeker ook voor de huidige generatie van belang.

De verhalen die hij optekent zijn wellicht herkenbaar voor wie zijn culturele en socio-economische achtergrond deelt of daar voeling mee heeft. Maar ze bieden ook een interne inkijk op een situatie die grotendeels veel te weinig gekend is bij het grote publiek.

Want hoe is het om als jongen in België op te groeien wanneer je Marokkaanse ouders hebt? Hoe is het om als jongere je weg te vinden, je plaats in de maatschappij te maken als je moslim bent in tijden van terreurdreiging en van (de)radicalisering? Wat is je plaats als jongvolwassene in tijden van polarisering?

Typisch parcours

Je zou het niet voor mogelijk houden, maar het parcours van de winnaar van de Ultima Letteren voor dit jaar is niet anders dan dat van de overgrote meerderheid van kinderen uit de migratie. Dat had ik niet verwacht. Wie zou vermoeden dat een schrijver met een migratie-achtergrond, die werkelijk iets verwezenlijkt heeft, een vlekkeloze schoolcarrière achter de rug heeft, komt bedrogen uit.

‘Typisch’, zo benoemt hij het zelf. ‘In het zesde leerjaar werd me aangeraden om technisch onderwijs te volgen,’ vertelt El Azzouzi, ‘ook al kon ik evengoed een ASO-richting doen, want ik had er de punten voor. De directeur zei dat ik “op die manier bij mijn vriendjes” kon zijn.’

‘Ik heb mij niet verzet, zoals Rachida Lamrabet en Meyrem Almaci dat deden. Ik vond school niet zo belangrijk. Ik was bovendien onhandig. Zo zakte ik voor de technische vakken en werd ik soms van school geschopt.’

Dankzij een zevende jaar kon El Azzouzi een paar jaar later aan de VUB toch aan een studie politicologie en sociologie beginnen. Hij ontdekte dat slagen binnen handbereik lag en vond de vakken interessant. Maar na één jaar haakte hij af.

‘Niemand in mijn omgeving wist dat ik een boek geschreven had.’

‘Ik was altijd geïnteresseerd in literatuur. Mijn eerste bureaujob voor een logistiek bedrijf vond ik heel saai. Ik wilde schrijver worden.’ Als bewakingsagent voor een bedrijf in de haven van Antwerpen had hij genoeg tijd om te lezen en te schrijven. En zo is zijn eerste roman, Het schapenfeest, er in 2010 gekomen.

‘Toen mijn eerste boek uitkwam, wist niemand in mijn omgeving ervan. Pas nadat het veel aandacht kreeg en in de boekhandel lag, hebben ze het ontdekt. Mijn ouders waren trots. Maar het bleef heel ver van hun wereld. Ik denk dat ze dat niet kunnen vatten.’

Nieuwe wereld

Fikry El Azzouzi laat zich inspireren door wat er rondom hem gebeurt en speelt heel hard in op de actualiteit. Geen wonder dat zijn eerste roman, het eerste deel van wat een trilogie zou blijken, veel bijval kreeg. Zijn tweede roman, Drarrie in de Nacht, is een van de meest gelezen boeken in de scholen in Vlaanderen.

El Azzouzi slaagt erin om zalen als de Vooruit vol te krijgen met leerlingen als hij gaat spreken of daar geïnterviewd wordt. Hij wordt vaak door scholen gevraagd. ‘Herkenbaarheid is belangrijk om interesse op te wekken’, zegt hij. ‘En voor velen is het een nieuwe wereld die ze niet kennen die voor hen opengaat.’

Zijn boek kwam op een cruciaal moment uit. ‘Het was toen het begin van het fenomeen van de Syriëstrijders, een periode waarin veel vragen rezen rond jongeren die naar Syrië trokken.’

ZDF wou El Azzouzi interviewen, maar dan enkel in Molenbeek. ‘En achteraf waren ze teleurgesteld.’

De nieuwsgierigheid naar het leven van d__rarries, jongeren met een migratieachtergrond, was groot. Het boek werd naar verschillende talen vertaald. In Duitsland was het succes zo groot dat een cameraploeg van ZDF naar België afzakte voor een interview met de auteur.

De schaduwzijde van zoveel media-aandacht? De hardnekkige stereotypen. De Duitse televisieploeg wilde het interview absoluut in Molenbeek afnemen. ‘Ik ken één straat in Molenbeek,’ zegt El Azzouzi, ‘en dat is een winkelstraat.’ Maar er was geen ontkomen aan. ‘Ik denk dat ze achteraf teleurgesteld waren. Misschien dachten ze daar iets speciaals te vinden valt, dat iemand “Hé Fikry!” zou roepen, of zoiets.’

Een echt Vlaams verhaal

El Azzouzi heeft nog wel meer soortgelijke anekdotes. Zo vroeg een journaliste hem na zijn eerste roman wanneer hij een “echt Vlaams verhaal” zou schrijven. ‘Soms heb ik het gevoel dat ze het niet goed begrijpen’, reageert de auteur. Maar wat de Duitse televisieploeg deed, dat zou hij nooit meer toelaten.

De sterkte van het werk van Fikry El Azzouzi ligt niet alleen in de thema’s die hij behandelt, maar vooral in de manier waarop hij de vertelkunst hanteert. Humor is zijn wapen, satire zijn strategie. ‘Als je schrijft, zoek je waar je talenten liggen en wat je grote krachten zijn. Bij mij gaat humor vanzelf en het helpt me om een harde realiteit aan te kaarten. Als je blijft doorgaan met hard te zijn, gaan lezers afhaken.’

Humor is zijn wapen, satire zijn strategie. ‘Anders haken lezers af.’

Inspiratie vond hij bij schrijvers zoals Mohamed Choukri (1935-2013) auteur van Hongerjaren, en bij de Egyptische Nobelprijswinnaar Naguib Mahfouz. Van Stijn Streuvels, die veel West-Vlaams dialect gebruikte, kreeg hij het idee om Marokkaanse straattaal in Drarrie in de nacht te integreren. Hij las ook het werk van de Duits-joodse schrijver Edgar Hilsenrath ‘die over een harde realiteit schrijft, maar met humor vertelt’.

Verbeeldingskracht

Humor gaat bij El Azzouzi gepaard met een grote verbeeldingskracht. Dat is fascinerend, maar dat betekent ook dat je als lezer je moet concentreren om de clou te begrijpen. Aangezien de auteur veel dialoog gebruikt, is het soms makkelijk de draad kwijt te geraken. ‘Met fantasie kan ik eindeloos doorgaan. Als lezer ben je niet zeker hoe het met Ayoub, het hoofdpersonage van de trilogie, uiteindelijk afloopt.’

Zo zet de schrijver de deur op een kier voor een eventuele terugkeer van Ayoub: het kind dat in Het Schapenfeest slachten van een schaap maar niets vindt en allerlei trucjes bedenkt om zijn vader niet te moeten helpen; de tiener in Drarrie van de nacht (2010) die ervan droomt om schrijver te worden; de afwasser in Alleen Zij (2016) op wie Evan, de bazin, verliefd wordt en die getraumatiseerd is omdat hij niet zoals al zijn vrienden naar Syrië is gegaan.

Maar hoeveel Fikry zit er in Ayoub? Wellicht veel. ‘Het persoonlijke zit er zeker in’, zegt El Azzouzi. Want ook hij vond als kind het slachten van een schaap maar niets. Hij was ook die onhandige jongen, dat buitenbeentje dat liever met zijn vrienden voetbalt dan naar de moskee gaat. ‘Maar het universele zit er zeker ook in’, benadrukt hij.

Dialoog komt vaak voor in zijn werk. En dat gaat vanzelf. ‘Ik heb mijn eerste toneelstuk geschreven en had amper toneel gezien. Ik dacht: er is een vloer en er zijn personages.’ Momenteel werkt El Azzouzi aan een jeugdroman. Op 10 september gaat de voorstelling van zijn theaterstuk Who__’s Tupac? in de KVS in première: een realityshow geïnspireerd op Tupac Shakur, de Amerikaanse rapper, en Tupac Amaru, de Incaleider.

Dankzij toneel kan El Azzouzi het zich veroorloven om een fulltime schrijver te zijn. ‘In theater ben ik ingerold en door theater kan ik van mijn pen leven’, zegt hij. En dat is wat hij vanaf het begin wilde: fulltime schrijver worden.

Dansende moslims

Fikry El Azzouzi schrijft gecondenseerde verhalen. In De beloning (2019), een roman geïnspireerd op de ‘man met het hoedje’ die gezocht werd na de aanslagen in Brussel op 22 maart 2016, wil hoofdpersonage Zakaria vooral bij een groep horen die hem aanvaardt en omarmt, het liefst als Belg. En ook in die roman zitten er van die zinnen waarvan je je afvraagt of ze meer verbergen dan wat ze onthullen.

Zakaria zegt op een bepaald moment dat zijn mannelijkheid hem ontnomen werd. Was hij maar als meisje geboren, zegt hij een pagina of twee verder. Is het dan moeilijker om als jongen met migratieroots op te groeien in België dan als meisje? ‘Dat is op een bepaalde manier wel zo’, vindt El Azzouzi. ‘Je draagt als jongen stempels, maar ook meisjes hebben een bepaalde stempel. Voor een meisje met een hoofddoek is het nog erger, want ze draagt de vlag van de islam.’

‘Ik ben benieuwd hoe het gedachtegoed in Europa over moslims zal zijn nu corona bijna voorbij is en de Taliban in Afghanistan terug aan de macht zijn.’

De actualiteit is nooit ver weg in het werk van EL Azzouzi. Hij zegt benieuwd te zijn hoe het gedachtengoed over moslims in Europa zal veranderen nu corona bijna voorbij is en de Taliban opnieuw de macht gegrepen hebben in Afghanistan.

In zijn fictie verwerkt hij sommige “legendarische” uitspraken, zoals de ‘minder, minder Marokkanen’ uitspraak van Geert Wilders. Ook de bewering van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon, dat moslims zouden gedanst hebben na de aanslagen van 2016 in Brussel, pikte hij op.

‘Dat een minister zoiets zegt en ermee weg kan komen, vind ik verrassend. Sommige dingen moet je gewoon niet pikken. Er is iets heel ergs gebeurd, moslims zitten in het defensief en de minister zegt dat hij moslims zag dansen. Dat had tot lynchpartijen kunnen leiden.’

Niet dat het allemaal kommer en kwel is. ‘Er is niet alleen uitsluiting, er is ook veel mogelijk en er is veel goeds in België’, zegt El Azzouzi.

‘Ik voel me benadeeld door het feit dat ik doorverwezen werd naar het technisch onderwijs. Maar heel dat parcours heeft me ook gevormd, als mens en ook als schrijver. Ik schrijf en ik word uitgegeven. Ik zou misschien al die verhalen niet geschreven hebben als ik dit parcours niet doorlopen heb.’

‘Uiteindelijk wil iedereen een goed leven. Iedereen wil het beste voor zijn kinderen. We zijn allemaal hetzelfde en we leven op dezelfde manier. Cultureel is dat soms anders, maar dat is oké.’