Inheemse bevolking strijdt om voorouderlijk land in Bolivia

Nieuws

Plaatselijke bevolking moet wijken voor ongebreidelde grondexploitatie

Inheemse bevolking strijdt om voorouderlijk land in Bolivia

Inheemse bevolking strijdt om voorouderlijk land in Bolivia
Inheemse bevolking strijdt om voorouderlijk land in Bolivia

IPS - Franz Chávez

03 april 2019

De bevolkingsgroep Qhara Qhara is een strijd met de Boliviaanse staat aangegaan voor het behoud van het voorouderlijk land. Ze eisen respect voor de waarden en rechten van inheemse groepen.

© IPS / Gastón Brito

© IPS / Gastón Brito

Mannen en vrouwen van de Qhara Qhara marcheerden bijna 700 kilometer in 41 dagen, tussen Sucre, de officiële hoodstad van Bolivia, en La Paz, de politieke hoofdstad. Ze protesteren tegen de fragmentering van hun voorouderlijke land die hun cultuur bedreigt. Ze hopen dat binnen twee maanden de wetgeving over de onderwerp wordt aangepast.

Half maart bereikten de demonstranten La Paz, en een week later keerden ze terug naar hun dorpen. Tot half juli zetten ze hun protesten stil. In de tussenliggende tijd volgen ze of de gewenste wettelijke veranderingen worden doorgevoerd.

Grondwet

Martha Cabrera, een kuraca of traditionele autoriteit van de Qhara Qhara, zegt dat er een wet moet komen die het inheemse recht op voorouderlijk land vastlegt. De afbakening van dat land moet in samenspraak met de leiders van de gemeenschap gebeuren. In artikel 2 van de in 2009 goedgekeurde Grondwet worden inheemse groepen en hun gebieden erkend. De inheemse volken worden in die wet erkend als naties – een belofte van president Evo Morales die afkomstig is uit de inheemse groep Aymara. Morales is sinds 2006 president van Bolivia.

Cabrera verwijst naar een recent conflict als voorbeeld van de situatie waarin de Qhara Qhara zich bevinden. Medewerkers van het Nationale Instituut voor Agrarische Hervorming (INRA), die verantwoordelijk zijn voor het toekennen van eigendomstitels, brachten op 27 februari een ongewenst bezoek aan het dorp Quila Quila.

“Veertig politieagenten en honderdvijftig anderen ‘overvielen’ de inwoners”, zegt Cabrera. Ze kwamen landmetingen doen in opdracht van ‘derde partijen’. “We willen geen confrontaties en dorpsbewoners willen niet dat het land overgedragen wordt.”

Op de vraag naar uitleg over de aanwezigheid van de politie, en ook op andere vragen, kwam geen uitleg, zegt Cabrera. De directeur van INRA, Juan Carlos León, zei in reactie op de beschuldigingen dat 90 procent van de inwoners van Quila Quila indivuele rechten op land wil, en dat slechts 10 procent erkenning van collectief eigendom wil.

Belangrijke mineralen

Samuel Flores, een andere woordvoerder van de Qhara Qhara, zegt dat zijn volk momenteel 48.000 mensen telt, verdeeld over acht markas, inheemse territoriale eenheden.

Socioloog Arturo Villanueva noemt de ‘overval’ in Quila Quila een terugval als het gaat om het respecteren van grondwettelijke rechten en het respect voor de collectieve rechten van inheemse groepen, die een meerderheid uitmaken van de bevolking van 11 miljoen mensen.

De Qhara Qhara vrezen dat nieuwe eigenaren de grond willen commercialiseren en niet meer gebruiken voor het verbouwen van gewassen.

Het etnisch diverse land in Zuid-Amerika telt 36 erkende inheemse groepen. De grootste daarvan zijn de Quechua, Aymara en Guaraní.

Flores legt uit dat de Qhara Qhara-natie zich sinds 2012 verzet tegen dominantie van boerenbonden die gesteund worden door de regering en interesse hebben in stukken grond op hun terrein. Cabrera en Flores stellen ook dat in het gebied waar zij voedsel produceren en de waterbronnen beschermen, veel mineralen zoals goud, ijzer, zink en tin onder de grond zitten.

Ze vrezen dat nieuwe eigenaren de grond willen commercialiseren en niet meer gebruiken voor het verbouwen van gewassen.

Nationale mobilisatie

Cabrera zegt dat de eisen die de Qhara Qhara stellen, goed zijn voor alle 36 inheemse groepen. Op 21 juli zullen ze bekijken in hoeverre vooruitgang geboekt is met betrekking tot hun voorstellen. Als de resultaten niet naar wens zijn, wordt opgeroepen tot een “nationale mobilisatie van alle inheemse groepen en naties”, zegt ze, om druk uit te oefenen.

Ook Villanueva ziet “ongebreidelde exploitatie” van de grond als drijfveer voor de interesse van buitenaf. Daarvoor moet volgens hem de plaatselijke bevolking wijken, waarmee het overleven van de inheemse gemeenschap en cultuur ernstig bedreigd wordt.

Tijdens de mars naar La Paz ondertekenden intellectuelen, academici en internationale organisaties een brief als steun aan “de inheemse naties en inheemse volken van Bolivia en de verschillende landen van Zuid-Amerika, voor hun strijd om land en hun rechten op zelfbeschikking, autonomie en het herstel van hun politieke autoriteiten en manier van leven.”