Migranten in Buenos Aires zijn ‘een bom voor Argentinië’
IPS
08 augustus 2018
Elk jaar komen er bijna 300.000 buitenlandse migranten bij in Buenos Aires. “Dat is een bom voor Argentinië.” De overheid wil de migranten nu beter spreiden over het land.
Sloppenwijk Villa 31
Roberto Ianotti CC BY-SA 2.0
Argentinië heeft de afgelopen jaren een groot aantal immigranten ontvangen, zoals het dat in de loop van zijn geschiedenis altijd heeft gedaan. Maar de meesten blijven in Buenos Aires en komen niet op de formele arbeidsmarkt terecht.
Catastrofe
Horacio García, de nationale directeur van Migratie, zegt nu dat dit het land en de migranten niet ten goede komt. Het wordt tijd om hen over het hele land te spreiden, zegt hij. ‘In de afgelopen tweeënhalf jaar hebben we aan ongeveer 520.000 mensen een verblijfsvergunning gegeven. Daarvan heeft 83 procent zich in de hoofdstad en omgeving gevestigd. Dat is een catastrofe.’
‘In de afgelopen tweeënhalf jaar hebben we aan ongeveer 520.000 mensen een verblijfsvergunning gegeven, daarvan bleef 83 procent in de hoofdstad’
García werd door Mauricio Macri aangesteld toen die in december 2015 president werd.
‘Van degenen die aankomen hebben de meeste geen toegang tot werk of huisvesting, en ze hebben ook geen mogelijkheden om vooruit te komen. We hebben nooit een immigratiebeleid gehad; we hebben alleen maar mensen opgestapeld.’
Villa’s worden ze genoemd, de precaire nederzettingen in Buenos Aires waar honderdduizenden mensen zonder toegang tot huisvesting dicht op elkaar wonen. De meest centraal gelegen sloppenwijk, en de meest gegeerde, is Villa 31.
Deze ligt vlak bij La Recoleta, een van de duurste wijken in de stad. Op de 320 hectare tussen spoorlijnen en snelwegen wonen ongeveer 40.000 mensen.
Volgens de laatste officiële telling, uitgevoerd in 2015, is 53 procent er van buitenlandse origine.
Ineenstorting van Venezuela
Paraguayanen en Bolivianen prijken bovenaan op de lijst van buitenlanders die in Argentinië aankomen. Vorig jaar waren migranten uit deze twee aangrenzende landen goed voor meer dan de helft van de 212.845 buitenlanders die een permanente of tijdelijke vergunning hebben gekregen, zo blijkt uit gegevens van de Directie Migratie. Het ging om 61.342 Paraguayanen en 48.665 Bolivianen. Velen komen in de zogeheten Villa’s terecht.
Op de derde plaats stonden traditioneel de Peruvianen, maar vorig jaar werden die voorbijgestoken door de Venezolanen, goed voor 31.167 aanvragen, een gevolg van de economische en sociale ineenstorting van dat land.
Gerson Sánchez, een 39-jarige landbouwingenieur uit Venezuela, arriveerde in november 2016 in Argentinië. In minder dan twee maanden kreeg hij een tijdelijke vergunning.
In zijn land werkte hij voor een oliebedrijf, maar in Buenos Aires is hij kok in La Pulperia del Cotorro, een populair restaurant in Parque Patricios, een wijk in het zuiden van de stad.
‘Ik moest helemaal opnieuw beginnen, ik moest leren Argentijnse gerechten bereiden die ik niet kende.’
Sánchez droomt ervan om samen met Venezolaanse collega’s die ook in Argentinië wonen, een landbouwbedrijf te beginnen. Maar hij kan nog geen grond kopen of krediet krijgen. ‘Voor mij is Argentinië mijn land. Ik voel dat onze bijdrage hier op prijs wordt gesteld.’
Hij woont in een Boliviaanse wijk in Villa Celina, aan de rand van Buenos Aires, samen met zijn vrouw en drie kinderen. De kinderen (12, 15 en 16 jaar) hebben zich snel aangepast aan de Argentijnse school, zegt hij.
Migratiewet verhard
Migratie wordt in Argentinië geregeld via wet 25.871, die in 2004 werd afgekondigd. Die garandeert alle buitenlanders het recht op gezondheidszorg en sociale bijstand, ongeacht hun migratiestatus, wat Argentinië veel lof oplevert van mensenrechtenorganisaties.
De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) benadrukt dat Argentinië in verhouding tot zijn bevolking, 44 miljoen inwoners, de grootste Latijns-Amerikaanse ontvanger van migranten is. Net geen 5 procent van de 44 miljoen inwoners van Argentinië is in het buitenland geboren.
‘Decreet 70 bepaalt dat wie voorwerp is van een strafrechtelijk onderzoek, meteen het land kan worden uitgezet, al gaat het maar om een klein strafbaar feit’
Maar in januari 2017 verhardde de regering haar beleid ten aanzien van buitenlanders door de migratiewet aan te passen. Decreet 70 bepaalde dat wie voorwerp is van een strafrechtelijk onderzoek, meteen het land kan worden uitgezet, ongeacht de gezinssituatie, en ook al gaat het maar om een klein strafbaar feit.
Een federaal hof van beroep verklaarde het decreet in maart 2017 ongrondwettelijk. Het vond dat de rechten van migranten geschonden werden en dat de kwestie eerst had moeten worden besproken in het parlement.
De regering tekende beroep aan tegen dat besluit. Zolang er geen uitspraak is van het Hooggerechtshof, blijft de regel van toepassing. Volgens García zijn vorig jaar ongeveer duizend buitenlanders het land uitgezet.
Zonder geldige documenten
‘De overheid doet er alles aan om immigranten te deporteren’, zegt de Peruaanse Lourdes Rivadeneira, die al 25 jaar in Argentinië woont en voor de migrantenorganisatie Frente Patria Migrante werkt.
‘De behandeling van aanvragen voor een verblijfsvergunning lopen nu bijna een jaar vertraging op. Nieuwkomers maken de eerste drie maanden gebruik van een toeristenvisum maar hebben nadien geen geldige documenten meer, waardoor ze blootgesteld zijn aan allerlei willekeurige beslissingen.’
De directeur Migratie ontkent dat en zegt dat de overheid de geest van de grondwet respecteert. Die bepaalde in 1853 dat het land open staat voor ‘alle mensen van de wereld die op Argentijns grondgebied willen wonen.’
‘We hebben een juridisch kader dat de komst van migranten bevordert’, zegt García. ‘Maar er komen er elk jaar bijna 300.000 bij in Buenos Aires en omgeving en dat is een bom voor Argentinië.’
In de Argentijnse hoofdstad wonen drie miljoen mensen, in Groot Buenos Aires, het grootstedelijk gebied, loopt dat op tot vijftien miljoen, een derde van de totale bevolking van het land.
Taboe
‘We moeten een migratiesysteem opzetten dat de vrijgelaten mensen niet aan hun lot overlaat. De politiek moet die kwestie aanpakken, maar is er bang voor. Migratie is een taboeonderwerp, niemand wil erover praten, uit vrees van xenofobie te worden beschuldigd.’
García zegt dat hij de kwestie besprak met president Macri en dat die het met hem eens is.
Hij nam al contact op met de provincie Río Negro, in het zuiden van het land, om daar een groep migranten te vestigen.
De autoriteiten in Rio Negro waren enthousiast over de mogelijke komst van ongeschoolde arbeidskrachten, voor de fruitoogst, maar ook hoger opgeleide mensen zien ze graag komen omdat er bijvoorbeeld een tekort aan artsen is, aldus García.
Hij gaat nu gelijkaardig overleg plegen met de provincies Neuquén, San Juan, Salta en Jujuy.