Nigeria blijft gas verbranden
Sam Olukoya
11 januari 2008
Oliebedrijven in Nigeria blijven op grote schaal gas verbranden, ondanks een officieel verbod en de dreiging met draconische straffen. Het milieu en de omwonenden lijden zwaar onder de praktijk, maar de bedrijven zijn er inmiddels in geslaagd de deadline alweer met een jaar te laten verschuiven.
Het gas is een bijproduct van de aardolie die in Nigeria wordt bovengehaald. In oktober liet de Nigeriaanse regering de spierballen nog rollen: “Vanaf 1 januari 2008 is gasverbranding verboden en elk bedrijf dat zich daar niet aan houdt, zal gesloten worden”. Het dreigement maakte weinig indruk: de oliebedrijven gingen rustig door na de deadline, en zetten op hun beurt de regering onder druk. Die besliste op 6 januari om de deadline te verschuiven tot eind 2008.
De bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de gasverbranding, zijn niet van de minste: Shell, Total, Mobil en Chevron. De multinationals slagen er al sinds 1979 stelselmatig in om de deadline voor het beëindigen van de schadelijke praktijk uit te stellen. Omdat olie negentig procent uitmaakt van de exportinkomsten in Nigeria, hebben de maatschappijen het er virtueel voor het zeggen.
Helder als de zon
“De vlammen zijn zo enorm en zo dicht bij onze huizen dat we de hitte kunnen voelen”, zegt Che Ibegwura uit het dorp Egi. “We kennen geen duisternis, want de vlammen branden vierentwintig uur per dag even helder als de zon.”
Na zoveel verschuivingen van de deadline gelooft Ibegwura er niet meer in. “Ik vermoed dat de gasvlammen ook op 31 december 2008 niet zullen stoppen. Ze houden ons al jaren aan het lijntje”, zegt hij. “De oliemaatschappijen en de Nigeriaanse regering denken alleen maar aan de olie-inkomsten. Ze denken niet aan de gezondheid van de mensen.”
Ibegwura, die 76 jaar oud is, zegt dat de gasvlammen een enorme invloed hebben op de gemeenschap in Egi. Er zijn drie verbrandingspijpen in het dorp en nog eens een veelvoud daarvan in de buurt. “Ik ben ouder dan de gasvlammen, en ik kan vertellen in welke mate ze deze plaats veranderd hebben”, vertelt hij. “Ik herinner me nog hoe het vroeger was: de bladeren waren groen, de lucht schoon en we konden het regenwater zo drinken.”
Gascocktail
“De gasverbranding vormt nu al bijna vijf decennia lang het grootste ecologische probleem van de oliewinning in de Nigerdelta”, zegt Bode Olufemi van de actiegroep Environmental Rights Action (ERA). “De uitstoot van de cocktail van verbrandingsgassen in de atmosfeer zorgt niet alleen voor zure regen, maar veroorzaakt ook ziektes als bronchitis en huidaandoeningen bij de mensen.” De lokale gemeenschappen klagen ook dat ze geen aandeel krijgen in de enorme oliewinsten.
Nigeria is de grootste gasverbrander ter wereld. Het gas is een bijproduct van de oliewinning en wordt verbrand omdat de oliemaatschappijen het niet kunnen gebruiken of recycleren. Ongeveer veertig procent van het gas – zo’n 23 miljard kubieke meter per jaar - wordt verbrand. De verspilling kost Nigeria volgens de Wereldbank jaarlijks zo’n 2,5 miljard dollar (1,7 miljard euro).
Volgens Bashir Koledoye, technisch directeur bij het consultancybedrijf Geoscience Solutions, is het probleem ontstaan in de jaren vijftig. Toen werd het gas als een ongewenst bijproduct van olie gezien waar de oliemaatschappijen zo snel mogelijk van af wilden. Hij denkt niet dat de oliemaatschappijen snel bereid zullen zijn om de investeringen te doen die nodig zijn om het gas op te vangen. “We zijn er technisch en economisch nog niet klaar voor. Er zijn nog niet genoeg projecten om het gas te gebruiken”, zegt Koledoye, die waarschuwt dat een verbod op gasvlammen de olie-industrie uit Nigeria kan verdrijven.
Maar milieuactivisten zijn woedend en eisen drastische stappen. “Als iets een directe impact op de gezondheid van de mensen heeft, op hun inkomen en op hun milieu, wat doe je dan als regering? Je moet het probleem oplossen zodat de mensen gezonder kunnen leven”, zegt Olufemi. Ibegwura is na al die jaren wachten filosofisch geworden: “Ik kijk uit naar de dag waarop de vlammen stoppen. Alles wat begint, moet vroeg of laat eindigen.”