Nooit geziene toestroom vluchtelingen in Hongarije

Nieuws

Nooit geziene toestroom vluchtelingen in Hongarije

Nooit geziene toestroom vluchtelingen in Hongarije
Nooit geziene toestroom vluchtelingen in Hongarije

Arthur Debruyne

03 augustus 2015

Zopas rondde Hongarije de kaap van 100.000 vluchtelingen die in 2015 het land binnenkwamen, nu al meer dan het dubbele van vorig jaar. In hoofdstad Boedapest slapen elke nacht honderden vluchtelingen in stationstunnels, onder hen heel wat kinderen. Zaterdag kondigde de rechts-populistische regering van premier Viktor Orbán strenger asielrecht aan dat al op kritiek van mensenrechtenorganisaties wordt onthaald.

Sinds een zestal weken is het zwaartepunt van de vluchtelingentoestroom richting Europa verschoven van de Middellandse Zee naar de zogenaamde Balkanroute, die vanuit onder andere Afghanistan en Syrië over Turkije, Griekenland, Macedonië en Servië loopt, om in Hongarije te eindigen in de Europese Unie. Deze migratieverschuiving brengt vandaag een nooit geziene hoeveelheid migranten in Hongarije.

Link

Lees ook: ‘Welkom in Hongarije (maar niet van harte)!’

In de Hongaarse hoofdstad Boedapest zijn de migranten niet meer uit het straatbeeld weg te denken. In het ondergrondse van het Keleti-treinstation, het grootste van de stad, en ook op andere plekken, verzamelen dagelijks honderden mensen, voornamelijk jonge mannen, maar ook heel wat gezinnen met jonge kinderen en groepjes niet-begeleide minderjarigen. ‘s Nachts slaapt iedereen opeengepakt naast mekaar, sommigen in tentjes, anderen volledig onbeschut. Extra voorzieningen zijn er niet.

© Arthur Debruyne

Honderden vluchtelingen slapen elke nacht opeengepakt naast elkaar. Onder hen veel gezinnen met jonge kinderen.

© Arthur Debruyne

Volgens verschillende schattingen komen er nu dagelijks 1000 tot 1500 mensen vanuit buurland Servië toe. Het betreft voor het grote merendeel Afghanen van verschillende bevolkingsgroepen en Syriërs, maar ook mensen uit Pakistan, Bangladesh, Iran, Somalië en Eritrea. We spraken zelfs een familie uit Congo.

In heel Boedapest komt de enige hulp van slechts een handvol vrijwilligers, vaker niet dan wel georganiseerd. Ze voorzien water, één keer per dag eten en informatie. Geen enkel overheidsagentschap is ter plaatse: bij het oversteken van de grens krijgt iedereen een treinticket met een geldigheid van 24 uur of 48 uur, om naar één van de vluchtelingenkampen te gaan. Velen vinden hun weg niet, of willen niet gaan: meestal willen ze doorreizen naar een ander Europees land, waar reeds vrienden of familie verblijven.

© Arthur Debruyne

In heel Boedapest komt de enige hulpverlening van vrijwilligers. Geen enkel overheidsagentschap is ter plaatse.

© Arthur Debruyne

Vorige week donderdag werd het Keleti-treinstation volledig ontruimd door de politie. Hulpverleners waren er niet, al hebben veel mensen duidelijk medische hulp nodig. De officiële reden van de actie was een routinecontrole. Waarnemers noemden het politie-optreden echter een schijnvertoning: toen de ordediensten met hun actie begonnen, stonden enkele nieuwsploegen al klaar met camera’s. Na enkele uren begonnen kleine groepjes weer in het ondergrondse samen te komen en liepen de gangen algauw weer vol.

Als reactie op wat moeilijk iets anders dan een aanzienlijke humanitaire crisis genoemd kan worden, kondigde de overheid zaterdag strengere asielregels en -procedures aan. Het wordt nu in principe mogelijk om binnen een maand een definitief oordeel (met inbegrip van beroep) te vellen over het al of niet toekennen van asiel. Ook kan er per direct beslag gelegd worden op materiële bezittingen van vluchtelingen, zoals geld, om de kosten van opvang te betalen of eventuele schade te dekken.

Naar een concrete invulling van de brede voorzieningen is het nog uitkijken: misbruiken zijn niet ondenkbaar. Ook is het nog maar de vraag of de vele individuele asieldossiers zo snel door rechters behandeld kunnen worden.

© Arthur Debruyne

Bij een politie-actie werd het Keleti-station in Boedapest volledig ontruimd. Enkele uren later zat het weer vol.

© Arthur Debruyne

Een andere voorziening van het vernieuwde asielrecht is dat mensen zonder papieren zelf contact moeten opnemen met de overheid in hun land van herkomst voor bevestiging van hun identiteit. De Hongaarse afdeling van het internationale Helsinki Committee for Human Rights noemde dit een ernstige schending van de basisprincipes van mensenrecht, omdat het volgens hen absurd en onzinnig is dat een vluchteling contact zou moeten opnemen met het regime dat hij of zij ontvlucht.

‘Hongarije heeft de verplichting iedereen bij te staan die asiel vraagt.’

Ook Amnesty International reageerde: ‘Hongarije heeft de verplichting iedereen bij te staan die asiel vraagt, en elke aanvraag individueel te onderzoeken’, verklaarde de ngo vrijdag reeds.

Volgens Amnesty is de nieuwe asielregelgeving een poging van Hongarije om aan haar verplichtingen onder internationaal volkenrecht te ontsnappen.

Vluchtelingen zouden nu vaker teruggestuurd kunnen worden naar Servië, Macedonië en Griekenland (onveilig voor migranten beschouwd wegens geweldpleging door extreemrechtse groeperingen), ‘waar ze onthaald worden op geweld of onverschilligheid.’

De Hongaarse overheid benadrukt dat de massale migratie vooral plaatsvindt omwille van economische redenen, meer dan vlucht voor geweld of conflict. Overheidswoordvoerder Zoltan Kovács reageert: ‘Het gaat hier niet om een vluchtelingencrisis, behalve dan in die gevallen waar mensen uit Syrië, Afghanistan of Irak komen. En dan nog: men kan zeggen dat men van daar komt, maar dat weten we niet zeker. Vaak verbranden deze mensen bewust hun papieren alvorens ze de grens oversteken. Zowat negentig procent van deze asielaanvragen wordt afgewezen.’

Hongarije is nu de facto het grootste transitiepunt in heel Europa geworden.

‘We krijgen hier dezelfde samenstelling van migranten als in Italië of Griekenland (voornamelijk zwart-Afrikanen, n.v.d.r.). Mensen op zoek naar een beter leven: zo zien we een toename van mensen uit centraal Afrika. Dit is een nieuw fenomeen van massale economische migratie, en Europa is op dit moment weerloos’, aldus nog Kovács.

Volgens onbetwiste cijfers van de overheid zag Hongarije vóór 2012 jaarlijks slechts 2.500 asielzoekers. Tegen eind mei 2015 waren het er 50.000, goed twee maanden later staat de teller nu op 100.000, en de toestroom houdt onveranderd aan. Hongarije is nu de facto het grootste transitiepunt in heel Europa geworden. In tegenstelling tot West-Europese landen is er in Hongarije bovendien nog maar heel weinig immigratie geweest.

© Arthur Debruyne

De Hongaarse overheid ziet naar eigen zeggen een toename van Afrikaanse economische vluchtelingen, al lijkt dat een uitzondering.

© Arthur Debruyne

Zelf zagen we maar heel weinig zwart-Afrikanen. Ook blijkt uit meerdere gesprokkelde getuigenissen dat de meerderheid van de migranten op de vlucht zegt te zijn voor conflict of geweld. Shafiki (22) uit Somalië legde ons uit dat hij sinds een maand onderweg is, op de vlucht voor lokale terreurgroep Al-Shabaab die hem trachtten in te lijven. Zijn vader weigerde, en werd vermoord. Zijn moeder en twee jongere broers bleven achter en Shafiki heeft inmiddels hun telefoonnummer verloren. Hij is volledig van hen afgesneden en weet niet of hij hen ooit zal terugzien, maar ondanks alles blijft hij hoopvol. Volgens hem is het simpel: ‘Als er in jouw land geen problemen zijn, dan blijf je daar, klaar. Iedereen hier heeft het bijzonder moeilijk en is wel voor iets op de vlucht.’

De jonge man had via de Engelse nieuwszender BBC vernomen dat de regering van premier Viktor Orbán momenteel een hek bouwt op de grens met Servië, om de toestroom te stoppen. Volgens de laatste berichten zou dat eind augustus klaar moeten zijn. Daarom haastte Shafiki zich naar Europa, en anderen doen volgens hem hetzelfde.

© Arthur Debruyne

In de ondergrondse gangen van het Keleti-treinstation in Boedapest slapen elke nacht honderden vluchtelingen. Sommigen in tentjes, anderen volledig onbeschut.

© Arthur Debruyne

Het is voorlopig nog koffiedik kijken waarheen de goed gevestigde Balkanroute zich zal verplaatsen eens het hek gebouwd is, maar het lijkt te verwachten dat de vluchtelingenstroom zal verschuiven naar Kroatië en Slovenië in het westen, en Roemenië in het oosten. Mogelijk zullen vluchtelingen aan de Hongaarse grens met Servië aanvankelijk een tijdlang gestrand blijven, en zullen er semi-permanente vestigingen ontstaan zoals in de Noord-Afrikaanse Spaanse enclaves Ceuta en Melilla, in Marokko, waar eveneens hekken opgetrokken zijn.

Ondertussen blijft premier Orbán regelmatig uitspraken doen die een klimaat van vijandigheid tegenover migranten lijken te creëren. Nu eens worden ze gelinkt aan terrorisme, dan weer bedreigen ze de Europese manier van leven. De overheid lanceerde zelfs een campagne waarin op grote reclameborden migranten aangemaand werden – in het Hongaars – geen jobs van Hongaren in te pikken.

Volgens Ágnes Paulovics (48), econome en vrijwillig hulpverlener, schept dit inderdaad een sfeer van voelbaar anti-migrantensentiment. Paulovics voelt naar eigen zeggen de dreiging van extreemrechtse of neonazigroeperingen, al hebben we die zelf op geen enkel ogenblik gezien.