Steekpenningen alledaags fenomeen in Balkan
Yong Lee Van de Casteele
18 mei 2011
Vorig jaar kocht een op de zes inwoners van de westelijke Balkan overheidsfunctionarissen om. Nog steeds is het betalen van steekpenningen de manier om dingen gedaan te krijgen. Dit blijkt uit een rapport van het VN-bureau over Drugs en Misdaad (UNODC).
Volgens het rapport is het betalen van een geldsom de meest voorkomende vorm van omkoping en wordt deze toegepast in twee derde van de gevallen. In het straatarme Albanië bedraagt de betaalde som gemiddeld 103 euro maar in Macedonië loopt dat op tot 1212 euro. Bij een vierde van de transacties wisselt eten en drinken van eigenaar, waardevolle goederen sluiten de topdrie af.
De enquête toont duidelijk aan dat de lokale bevolking zich zorgen maakt over de wijdverspreide corruptie. In het lijstje van meest zorgwekkende thema’s komt corruptie op de derde plaats, na werkloosheid en armoede. De bevolking acht het thema belangrijker dan veiligheid en educatie.
De helft van de ondervraagden gaf toe zelf omkoping voor te stellen, maar in evenveel gevallen was het omgekeerde het geval. Ondanks het sterk ingeburgerde karakter van de omkoping, keuren veel burgers deze af. Eén op de vier ondervraagden doet er principieël niet aan mee.
Nog volgens het rapport betalen veel Balkanezen een steekpenning om boetes te vermijden en krijg je in het ziekenhuis enkel een goede behandeling indien je de arts stimuleert. Het is dus niet toevallig dat in de Balkanlanden doktors, politieagenten en verpleegsters het meest omgekocht worden. Zo verdwijnt in Albanië meer dan 70 procent van alle steekpenningen in de zakken van het medisch personeel.
Ambtenaren werd gevraagd hoe ze hun job verwierven. Eén op de acht gaf omkoping toe. In de jonge staat Kosovo antwoordde 28 procent positief. Het best scoort Macedonië. Daar betaalde slechts 6 proces van de ambtenaren een steekpenning voor zijn job.
Volgens de enquête waarschuwt slechts anderhalf procent van de betalers de autoriteiten in geval van omkoping. De overgrote meerderheid doet niets omdat het toch geen zin heeft. Een derde van de ondervraagden verklaart dat de omkoping niemand interesseert. 22 procent zegt dat het een alledaags verschijnsel is, en 18 procent noemt het een teken van dankbaarheid. Een op de vijf haalde direct voordeel uit de steekpenning en had dus geen reden tot aangeven. Van diegenen die toch melding maakten van hun omkoping verklaarde veertig procent dat er geen gevolg aan werd gegeven. 18 procent kreeg zelfs de raad hun claim niet door te zetten. Slechts in een vierde van de zaken werd een formele procedure tegen de ambtenaar in kwestie gestart.
Bij verkiezingen worden ook burgers omgekocht. Zo kreeg gemiddeld acht procent van de kiesgerechtigden de vraag om op een bepaalde partij of persoon te stemmen in ruil voor geld of levensmiddelen. Dit soort van omkoping treft vooral kwetsbare sociale groepen die het platteland bevolken.
Alle landen uit de regio namen wetten aan die het geven van steekpenningen aan banden moet leggen. Maar ondanks deze maatregel om de wijdverspreide cultuur van omkoping te breken, is de kans klein dat omkoping in de regio op korte termijn verdwijnt. Vorig jaar meldde de Europese Commissie nog in het vooruitgangsrapport dat alle landen uit de regio wel inspanningen leverden op het vlak van corruptiebestrijding, maar dat de weg nog lang is.