Woensdagavond 29 juli is het, als alles goed gaat, zover. Dan komen de Syrische families Al Allouch en Asfoor uit Turkije aan in Zaventem. De families vroegen in juni, met de hulp van een groep Brusselaars die zich willen ontfermen over de families, een humanitair visum aan. Dat visum is ondertussen toegekend door België.
Even terug in de tijd: Ankara, vrijdag 19 juni. Netjes uitgedost zitten de families Al Allouch en Asfoor, vier volwassenen en acht jonge kinderen, in de wachtruimte van de Belgische ambassade.
De Brusselse Anne-Laure Losseau, initiatiefneemster van het project, legt intussen een indrukwekkende documentenstapel voor en hangt tussendoor aan de telefoon.
Wat is een humanitair visum?
In bijzondere situaties en om humanitaire redenen, bijvoorbeeld de toegang tot medische zorgen, kan iemand een humanitair visum aanvragen om naar België te komen.
De aanvraag van een humanitair visum bevindt zich buiten het gebruikelijke veld om toegang tot België te krijgen. De toekenning van een humanitair visum is een nationale gunst, geen recht. Dat wil zeggen dat de toekenning ervan onder de rechtstreekse bevoegdheid valt van de betrokken minister, in dit geval staatssecretaris Theo Francken, die hier zijn discretionaire bevoegdheid kan gebruiken.
Terwijl in 2013 slechts 55 positieve en 51 negatieve beslissingen werden genomen over aanvragen van humanitaire visa, steeg het aantal aanvragen in 2014. Volgens Katrien Jansseune, woordvoerster van staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Theo Francken, bedroeg het aantal aanvragen van humanitaire visa in 2014 393. Er werden 315 beslissingen genomen, waarvan 208 positieve. Voor de volledigheid: die beslissingen konden ook betrekking hebben op aanvragen die reeds in 2013 werden gedaan. En nog: het cijfer omvat alle aanvragen, ook niet-Syrische aanvragen.
Ze spreekt met de ambassade af dat de consulaire taks later deze week vanuit België kan worden overgeschreven. Het totaalbedrag van deze handling fee weegt door: een bijdrage van maar liefst 180 euro per gezinslid, goed voor 900 euro voor de familie Al Allouch en 1260 voor de familie Asfoor. Die kost komt bovenop de bijdrage voor de visumaanvraag: 215 euro per volwassene of 860 euro in totaal. De aanvraag van een humanitair visum is niet iedereen gegeven.
Twee uur na afspraak is het zover: het papierwerk is afgehandeld, de aanvragen officieel gesigneerd en ingediend. De papieren waarmee de Al Allouchs en de Asfoors België om een humanitair visum vragen, zullen op 26 juni per diplomatieke koffer naar Brussel vertrekken met als bestemmeling de Dienst Vreemdelingenzaken.
Een humanitair visum is met zo’n kostprijs niet iedereen gegeven.
Om de visumaanvragen voor beide families accuraat in te dienen bij de Belgische ambassade, vloog Anne-Laure Losseau, een 36-jarige juriste en bedrijfscoach, in juni over en weer van Zaventem naar Ankara. Wat ze toen niet durfde dromen, namelijk dat België snel zou reageren, gebeurde. Nog geen twee weken nadat de aanvraag in Ankara was ingediend, kwam het officiële antwoord dat België beide families een humanitair visum verleent.
Onder de naam Een visum, een leven wil Anne-Laure zich, samen met een aantal andere Brusselse geëngageerde burgers, inzetten voor Syrische oorlogsvluchtelingen. Ze willen de Conventie van Genève uit 1951, herleid tot een prop papier, uitvouwen en gladstrijken.
Als burgers die solidair zijn met andere burgers in nood, willen ze de letter van de Vluchtelingenconventie opnieuw in ere herstellen.
Omdat vluchtelingen enkel via de illegale weg naar België kunnen komen om dan asiel aant e vragen, nam de burgergroep een andere legale, weinig belopen weg: de piste van een humanitair visum.
Anne-Laure Losseau belt aan bij de Belgische ambassade in Ankara.
© Tine Danckaers
Twee kwetsbare families
Zowel de vierjarige Haifa Al Allouch als de vijfjarige Marwa Asfoor hebben nood aan dringende medische zorgen. Haifa heeft een ernstige hartafwijking en heeft een urgente levensreddende operatie nodig.
Marwa werd deels verlamd aan haar linkerbeentje na een autoaanrijding tijdens een luchtaanval op het stadje waar ze woonde.
Een microchirurgische operatie om haar gescheurde zenuw opnieuw te hechten is essentieel om misvorming van haar been te voorkomen. Alleen zo zal ze ooit opnieuw kunnen lopen.
De vierjarige Haifa.
De vijfjarige Marwa.
Het was via de Schaarbeekse apotheker Ghazi El Rass dat het burgerinitiatief Een visum, een leven deze kwetsbare families kon detecteren. El Rass, zelf Syriër, coördineert sinds het uitbreken van de Syrische burgeroorlog in 2011 een humanitaire hulplijn naar het Turks-Syrische grensgebied en werkt samen met een uitgebreid netwerk van humanitaire Syrische organisaties in zowel Turkije als Syrië.
‘Deze families hebben alles verloren en bevonden zich in uiterst precaire omstandigheden in Syrische vluchtelingenkampen, vlakbij de Turkse grens’, vertelt Anne-Laure Losseau. ‘We kunnen hen niet in een uitzichtloze wachtkamer voor vluchtelingen dumpen. Dat is onmenselijk en die tijd is er niet voor beide meisjes.’
‘Electroshock’
Ze vindt het cynisch, vertelde Anne-Laure in juni in een Brussels café. ‘We herdenken de verschrikkingen van ons oorlogsverleden, maar weigeren bescherming te bieden aan burgers die een smerige oorlog ontvluchten aan de andere kant van de Middellandse Zee.’
Anne-Laure zag de gruwelen van de Syrische burgeroorlog en andere conflicten wel, maar het waren flitsen die voorbijgingen. ‘En dan zag ik het: de beelden van kinderen die stierven van de kou toen de Syrische vluchtelingenkampen een barre oorlogswinter over zich heen kregen. Het drong plots heel erg mijn emoties binnen, een electroshock.’
‘Hoe meer ik las en zag, hoe meer ik besefte dat de Syrische situatie veel ernstiger was dan ik dacht.’
Anne-Laure Losseau en beide families.
© Tine Danckaers
Het dwong haar om te blijven kijken, om te blijven lezen. ‘Hoe meer ik las en zag, hoe meer ik besefte dat de Syrische situatie veel ernstiger was dan ik dacht. Ik las over luchtaanvallen op onschuldige burgers: huizen, scholen, hospitalen. Ik ontdekte de absolute gruwel.’
Ze zag tegelijk hoe oorlogsvluchtelingen massaal de dood vonden in de Middellandse Zee, kleine kinderen inbegrepen.
De enige wegen voor asielzoekers, ook mensen die oorlogssituaties ontvluchten, om naar Europa en België te komen is immers die van een illegale grensoversteek of wachten op een lootje waarmee je uit een vluchtelingenkamp wordt geplukt voor een felbegeerde want zeer beperkte plaats voor hervestiging in een westers land.
‘Ik kon het niet meer aanzien en vroeg me af wat ik als burger – dankzij mijn Belgische paspoort bevoorrecht met onbeperkte mobiliteit tot de wereld – kon doen?’ Ze belde de Dienst Vreemdelingenzaken met de simpele vraag of ze mensen onder een toeristisch visum naar hier kon halen, kreeg een njet en ging op zoek naar vluchtelingenorganisaties en advocaten vreemdelingenrecht.
‘Hoe kon ik Syriërs naar België halen en ze hier hulp bieden zonder dat ze die vreselijke tocht moesten maken? Een advocate raadde me aan om een groep burgers rond deze vraag te verzamelen. Vijfenveertig fantastische mensen toonden zich bereid en zeven maanden geleden kwamen we voor het eerst samen. Met de hulp van juristen kwamen we als groep snel tot de conclusie dat de weg van het humanitaire visum een perfect legale uitweg kon bieden.’
Van het een kwam het ander. Omdat de Belgische staat zeer snel een humanitair visum aan beide families toekende, werd in allerijl gezocht naar een huisvesting voor de families. Via het OCMW van Vorst kunnen de families voorlopig terecht in twee appartementen in de gemeente. Die werden intussen ingericht door de steungroep. De groep stelt zich ook garant om de medische dossiers voor Haifa en Marwa van nabij op te volgen, en de integratie van de families in België te begeleiden, nauw op te volgen en te sponsoren.