Complex conflict leidt tot zinloos geweld in Kenia

Analyse

Complex conflict leidt tot zinloos geweld in Kenia

Complex conflict leidt tot zinloos geweld in Kenia
Complex conflict leidt tot zinloos geweld in Kenia

Quinten Lataire

25 november 2014

Zaterdag 22 november werden zeker 28 mensen gedood bij een aanslag door Al-Shabaab in het noordoosten van Kenia. Het brutale geweld maakt het moeilijk om nog aandacht te hebben voor de ruimere context. Toch biedt net een analyse van de echte conflicten in de regio de enige kans om ze correct aan te pakken, schrijft Quinten Lataire vanuit de Keniaanse hoofdstad Nairobi.

CC / newbeatphoto

CC / newbeatphoto

Al-Shabaab eiste de verantwoordelijkheid op voor de aanslag op de bus in het noordoosten van Kenia, net als een jaar geleden toen de radicaal-islamistische terreurorganisatie het Westgate winkelcentrum in Nairobi aanviel.

Volgens de woordvoerder van Al-Shabaab, Ali Mohamud Rage, was de aanslag op de bus een vergelding voor de raids die Keniaanse troepen diezelfde week hadden uitgevoerd op drie moskeeën in de Keniaanse kuststad Mombasa. Volgens de Keniaanse regering was Al-Shabaab in deze moskeeën geïnfiltreerd en werden er jongeren gerekruteerd voor de jihad.

Ook de deelname van het Keniaanse leger aan de internationale strijd tegen Al-Shabaab in Somalië sinds oktober 2011 werd, net als bij de aanslag op het Westgate winkelcentrum, als een reden voor de aanslag op de bus in Kenia opgegeven.

De reactie van het Keniaanse leger liet niet op zicht wachten. ‘We hebben meteen twee succesvolle operaties uitgevoerd aan de andere kant van de grens’, liet vice-president William Ruto zondag weten. ‘Onze vergeldingsactie maakte meer dan honderd dodelijke slachtoffers en vernietigde vier technicals [pick-ups met gemonteerd afweergschut] en het kamp waar de aanslag beraamd werd.’

Het noordoosten van Kenia, waar de busaanslag plaatsvond, heeft een lange en complexe geschiedenis van conflict. Een hele reeks problemen heeft er de ideale voedingsbodem voor het islamistisch fundamentalisme van Al-Shabaab gecreëerd.

Strijd om graasland

Mandera is een provincie in het uiterste noordoosten van Kenia, die tussen Somalië en Ethiopië ingeklemd ligt. In het zeer droge gebied leeft de grote meerderheid van de bevolking van de veeteelt. De kleine veehouders bezitten meestal zelf geen of weinig land, maar trekken met hun kuddes koeien, schapen, geiten en kamelen rond over publieke graaslanden en langs gemeenschappelijke waterbronnen.

Door droogte en overbegrazing is massale veesterfte en honger(snood) geen onbekend gegeven in de regio. Door deze schaarste laait het conflict om graaslanden en waterbronnen dan ook regelmatig op.

Etnisch conflict

De overgrote meerderheid van de bevolking in het noordoosten van Kenia is van Somalische origine en is, net zoals Somalië zelf, een lappendeken van Somalische clans and subclans. De twee grootste clans, de Garre en de Degodia, leveren al decennia strijd om de politieke macht. De grootste clan, de Garre, had daarin traditioneel de overmacht.

Bij de verkiezingen eind 2007 slaagde een Degodia er echter in om tot parlementslid verkozen te worden waarmee de absolute politieke macht van de Garre werd doorbroken.

Devolutie

De presidents- en parlementsverkiezingen van december 2007 gingen in Kenia ook gepaard met brutaal verkiezingsgeweld, waarvoor de huidige president en vice-president zich nu moeten verantwoorden voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. Als gevolg van dat geweld werd een nieuwe grondwet uitgewerkt die de politieke macht door regionalisering beter moest verdelen. Deze regionalisering of devolutie gaf meer politieke macht en middelen aan de lokale autoriteiten.

Het gevolg daarvan is echter dat voor de rivaliserende clans in Noordoost-Kenia -net als in andere delen van het land- de belangen bij politieke vertegenwoordiging en inkomsten nog groter werden. Bij de algemene verkiezingen van 2013 was de inzet dan ook groot.

Door een overeenkomst met andere clans slaagden de Garre erin opnieuw de absolute politieke macht binnen te halen. Dat leidde dan weer tot hernieuwd interetnisch geweld, aangewakkerd door politiek opportunisme.

Een poreuze grens

Het noordoosten van Kenia heeft veel weg van een wetteloos gebied waar de sterkste zijn wil oplegt. De lange en onherbergzame grens tussen Kenia en Somalië is trouwens vooral een kaas met reuzengrote gaten. Wapens worden vlot over de grens gesmokkeld en zijn dan ook vlot verkrijgbaar.

In deze verarmde regio tiert het banditisme welig en gewapende veediefstallen zijn er dan ook legio. De Keniaanse regering heeft de feitelijke controle over het gebied verloren en vroegere “veiligheidsoperaties” van de veiligheidsdiensten zijn er vaak uitgemond op grove mensenrechtenschendingen waarbij de daders vrijuit gaan.

Het vertrouwen in de slecht opgeleide en ongedisciplineerde veiligheidsdiensten is er dan ook – net als in vele andere delen van het land - uiterst laag. Voor de veiligheidsdiensten zelf, die vaak uit een ander gebied van Kenia komen en onderbetaald worden, is het noordoosten een weinig benijdenswaardige post. De plek is onaantrekkelijk, de lokale cultuur is hen volledig vreemd en het gevaar is er groter dan op veel andere plaatsen in het land. Het moreel van de talrijke soldaten is er dan ook beneden alle peil.

Onveiligheid

Door de onveiligheid hebben duizenden veehouders hun traditionele graaslanden verlaten, waardoor elders weer nieuwe conflicten om graasland en waterbronnen zijn ontstaan. Bovendien hebben ook heel wat humanitaire organisaties - die door de afwezigheid van de staat vaak de enige zijn die de plaatselijke bevolking van bepaalde sociale diensten voorzien - hun hulpprogramma’s voor gezondheidszorg, voedseldistributie en onderwijs moeten inperken of stopzetten.

Het bedje van Al-Shabaab is gespreid

Het is deze cocktail van conflict en onderontwikkeling die deze regio zo kwetsbaar maakt voor het islamistisch fundamentalisme van Al-Shabaab. De historische etnische spanningen hebben er -in combinatie met de strijd om schaarse graaslanden en waterbronnen, een onstabiel buurland, jeugdwerkloosheid, politiek opportunisme, de afwezigheid van de staat en een grote voorraad aan wapens- dan ook voor gezorgd dat Al-Shabaab in de regio een uitstekende voedingsbodem heeft gevonden.

De veelal werkloze en vaak ongeletterde jeugd wordt in de radicale moskeeën voorgehouden dat er een beslissende strijd plaatsvindt tussen moslims en ongelovigen, waarbij lokale grieven zonder veel problemen vertaald worden in een mondiale jihad.

Een nieuwe cyclus van geweld

Ondertussen heeft de Keniaanse vicepresident, zonder veel verdere details te geven, verklaard dat de moordenaars zijn uitgeschakeld en heeft de inspecteur van de politie onmiddellijk een grote en hardhandige veiligheidsoperatie in de regio aangekondigd. Hiermee hoopt de overheid het islamistisch terrorisme uit te schakelen, al toont de recente geschiedenis dat repressief geweld niet echt de snelle weg naar vrede en veiligheid is die de bevolking vraagt.