De 007’s van de EU

Analyse

MO* sprak met topfiguren Europese inlichtingenwereld

De 007’s van de EU

De 007’s van de EU
De 007’s van de EU

Europa heeft geen eigen operationele geheime dienst. Toch houden heel wat EU-departementen zich bezig met inlichtingenwerk, informatiebeveiliging en contraspionage. Een exclusieve blik achter de schermen: MO* sprak met de topfiguren van de Europese inlichtingen- en veiligheidswereld.

Dagelijks passeren duizenden pendelaars de kantoren van de Brusselse Kortenberglaan nabij het Jubelpark. In een van de anonieme blokken klopt het hart van het Europese inlichtingenwerk. Hier huizen ruim 140 inlichtingenexperts uit alle EU-lidstaten. Ze werken voor het EU Intelligence Analysis Centre (INTCEN), het inlichtingendirectoraat van de Militaire Staf en de Situation Room.

‘Voor alle duidelijkheid: we zijn géén operationele geheime dienst. We hebben geen interceptiecapaciteit, zetten geen clandestiene operaties op en houden geen persoonsgegevens bij’, zegt Ilkka Salmi. Sinds drie jaar staat de voormalige topman van de Finse staatsveiligheid aan het hoofd van het INTCEN, waar ruim dertig inlichtingenofficieren uit EU-lidstaten en evenveel ambtenaren en diplomaten werken.

‘Onze opdracht is strategisch inlichtingenwerk’, zegt Salmi. ‘De geheime diensten van de 28 EU-lidstaten sturen ons op vrijwillige basis analyserapporten door – géén ruwe intel. Wij leggen die puzzelstukjes samen en schrijven er vervolgens rapporten over ter ondersteuning van het beleidswerk van de Europese Dienst Extern Optreden.’

En dan is er nog de Situation Room (SITROOM), bemand door 33 medewerkers. Salmi: ‘Zij zijn een soort Europese 911. Ze monitoren permanent open bronnen zoals de media en sociale netwerken.’

Kristof Clerix

Ilkka Salmi, directeur INTCEN

© Kristof Clerix

Gemiddeld produceert INTCEN zo’n vijfhonderd rapporten, de helft met de classificatie “restrained”, de andere helft draagt het stempel “confidential” of “secret”. Salmi: ‘We richten ons onder meer op het Midden-Oosten en de Syrische crisis. Hoe zal de situatie zich verder ontwikkelen? Wat met de chemische wapens of de moordpartijen op de burgerbevolking? Welke gevolgen zijn er voor de vluchtelingensituatie? Kan de crisis overslaan naar de regio?’

Militaire inlichtingenspecialisten

Het inlichtingendirectoraat van de EU-Militaire Staf heeft een soortgelijke opdracht als INTCEN. ‘Onze hoofdopdracht is tijdig trends te signaleren die een bedreiging zouden kunnen vormen voor de EU en inzicht te verschaffen in regionale ontwikkelingen die voor de EU van belang zijn.’ Aan het woord is Georgij Alafuzoff, voormalige chef van de Finse militaire inlichtingendienst (opnieuw een Fin dus) en sinds 2013 diensthoofd van het inlichtingendirectoraat. ‘Wij zijn de militaire inlichtingenspecialisten binnen de EU. Onze aanpak is militair, maar we werken nauw samen met het INTCEN. Dat militaire en civiele inlichtingenanalisten zo nauw samenwerken, is best uniek.’

‘Uiteraard gaat onze aandacht in de eerste plaats uit naar regio’s met uitdagingen en problemen waar de EU belangen heeft: de Hoorn van Afrika, gelet op onze militaire operatie in Somalië, Mali –waar ook een militaire operatie loopt– en de Centraal-Afrikaanse Republiek, waar de EU in de toekomst militair actief wordt.’

Antiterrorisme

RV

Gilles de Kerchove,

EU-antiterrorismetsaar

© RV

Een veel kleinere speler in de EU-inlichtingenwereld ten slotte is de antiterrorisme-coördinator. De Belg Gilles de Kerchove en zijn ploeg – vier adviseurs en twee personen die administratieve ondersteuning bieden – doet zelf niet aan inlichtingenwerk, maar formuleert adviezen inzake terreurbestrijding voor Europese beleidsmakers. Daarvoor onderhouden ze wel permanent contacten met topfiguren uit de inlichtingendiensten van Europese lidstaten en daarbuiten. Het dossier van de Syriëstrijders vormt momenteel een prioriteit voor De Kerchove.

Ex-staatsveiligheid

Zo’n 570 specialisten beveiligen in Brussel de gebouwen, werknemers en geclassificeerde documenten van de EU.

Behalve al die inlichtingendiensten hebben de Europese instellingen ook een indrukwekkend veiligheidsapparaat. Zo’n 570 specialisten beveiligen in Brussel gebouwen, werknemers en geclassificeerde documenten van de Raad, de Commissie, het Parlement en de Dienst Extern Optreden. Een extra opdracht is werknemers bewust te maken van allerhande veiligheidsdreigingen –van fietsdiefstallen tot cyberaanvallen.

Opmerkelijk is dat de veiligheidsdirectoraten pas erg laat zijn opgericht. Hoewel de Commissie al sinds de jaren zestig een doelwit vormt voor buitenlandse geheime diensten, werd haar veiligheidsdienst pas eind jaren tachtig geprofessionaliseerd. Vandaag staat het departement onder leiding van de Belg Guido Vervaet. De afdeling contraspionage wordt aangestuurd door landgenoot Michel De Wolf, ex-Staatsveiligheid.

De Raad schoot nog later in actie: in 2000 kreeg Alex Legein, eveneens ex-Staatsveiligheid, de opdracht om zijn veiligheidsdienst verder uit te bouwen met een belangrijke afdeling: contraspionage. Bij het Parlement, dat nochtans tot 20.000 bezoekers per dag over de vloer krijgt, is pas sinds begin 2014 sprake van een echt veiligheidsdirectoraat met aandacht voor “risicoanalyse” –de Risk Analysis Unit telt vijftien specialisten. Reden is dat parlementariërs sinds kort ook een rol spelen bij onderhandelingen over akkoorden waarvoor kennis van geclassificeerde informatie nodig is.

Potentieel doelwit van symbolische waarde

‘Juristen, vertalers en cryptospecialisten werken bij ons een beleid uit rond informatiebeveiliging’, zegt Alexandro Legein. ‘Het overgrote deel van onze mensen –oudgedienden uit de inlichtingenwereld, samen met ingenieurs en architecten– zijn echter actief in de fysieke bescherming van het Justus Lipsius-gebouw en de activiteiten die hier plaatsvinden. De klemtoon ligt op driemaandelijkse Europese toppen, én op speciale evenementen, zoals de Afrikaans-Europese top in april. Daar nemen negentig Afrikaanse staats- en regeringsleiders aan deel.’

RV

Alexandro Legein, veiligheidsdienst EU Raad

© RV

‘Uiteraard is de Europese Raad een potentieel doelwit van symbolische waarde voor extremistische organisaties, van jihadi’s tot een anarchistische groepering die briefbommen stuurt. Verder assisteren we ook andere departementen binnen de Raad met onze onderzoekscompetentie. Niet dat wij ambtenaren ondervragen, maar we hebben een team gespecialiseerd in behavioural interviewing: een niet-intrusieve ondervragingstechniek gebaseerd op neurolinguïstische programmatie.’

Een belangrijk aandachtspunt voor Legeins directoraat is de spionagedreiging, dat wordt beschouwd als een transversaal risico voor de organisatie. ‘Iedereen die bij de Raad werkt, op welke positie dan ook, is een potentieel doelwit voor organisaties die achter gevoelige informatie proberen te komen’, klinkt het in de brochure Aware Today, Ready Tomorrow. De afgelopen jaren kwamen dan ook verschillende spionageschandalen aan het licht.

Wat Legein verontrust, is het potentiële risico van de sociale media. ‘Vandaar het belang van bewustmaking. Vroeger moest je bij wijze van spreken met een tang informatie losrukken uit een Europese ambtenaar. Vandaag hebben we te maken met een generatie ambtenaren die zoveel persoonlijke info op Facebook en dergelijke deelt, dat het voor talentspotters van vijandige inlichtingendiensten wel erg makkelijk wordt. Eén muisklik en een valse online identiteit volstaan om info in te winnen over de 3500 Raadsambtenaren, om vervolgens te zoeken naar “drukpunten” die hen kwetsbaar maken voor spionage. Dat is voor mij het grootste gevaar – behalve natuurlijk de interceptiecapaciteit van landen als de VS. Wie dacht dat de VS ons niet bespioneert, was naïef. Als je water op Mars kunt vinden, kun je ook wel iemand afluisteren hoor.’

Veiligheidsincidenten

In 2013 zijn door de 140
EU-vertegenwoordigingen 188 veiligheidsincidenten gerapporteerd.

De Europese Dienst Extern Optreden (EDEO) –de diplomatieke vertegenwoordiging van de EU zeg maar – is opgericht na het Verdrag van Lissabon van 2009. Zijn veiligheidsdirectoraat, actief sinds 2011, doet niet alleen de beveiliging van het gebouw en de communicatie aan het Schumanplein in Brussel, maar ook die van de 140 EU-vertegenwoordigingen overal ter wereld.

‘Hier op de EDEO-hoofdzetel werken 80 tot 90 veiligheidsofficieren, een mix van diplomaten, ambtenaren en personen met een veiligheidsachtergrond’, zegt de Nederlandse diplomaat Frans Potuyt, diensthoofd van het veiligheidsdirectoraat. ‘ Te velde hebben we 33 regionale medewerkers, verspreid over de hele wereld. Zij geven veiligheidsadvies aan telkens een handvol delegaties.’

Kristof Clerix

Hoofdzetel van de EU Dienst voor Extern Optreden in Brussel

Kristof Clerix

In 2013 zijn door de 140 EU-vertegenwoordigingen 188 veiligheidsincidenten gerapporteerd. Die waren volgens Potuyt zeker niet altijd gericht tegen de EU-delegaties zelf. 64 gerapporteerde incidenten hadden te maken met misdaad, 13 met terrorisme, 45 met demonstraties en straatgeweld en 7 met gewapende conflicten. Afrika springt eruit met 59 gerapporteerde incidenten, gevolgd door Azië met 51 voorvallen.

‘Het is onze dagelijkse zorg al die incidenten te analyseren. Onlangs was er aan een boom in Jemen een explosief blijven hangen, op 140 meter van onze delegatie. Was dat een losse flodder? Was het voor ons bestemd of voor de Franse ambassade 100 meter verderop? Of misschien was het nabijgelegen huis van de voormalige president wel het doel. Wij zoeken uit in hoeverre men het op de EU gemunt heeft.’

Lees een langere versie van dit artikel in het gedrukte kwartaalblad MO*, editie maart 2014.