De oorlog in Jemen maakt de Amerikanen rijk (en de Jemenieten betalen de prijs)
Lennart Hofman
01 maart 2017
Vergeet olie. Wapenhandel bepaalt steeds meer het Midden-Oostenbeleid van Amerika. De Jemenieten betalen hiervoor de prijs.
8 oktober 2016. In het centrum van de Jemenitische hoofdstad Sana’a komen in lange gewaden geklede mannen bijeen om hun laatste eer te bewijzen aan een tribale leider die even daarvoor is gestorven.
De menigte bestaat uit landelijke politici, tribale leiders, militaire functionarissen en lokale beroemdheden. Ook de voormalige president Ali Abdullah Saleh begeeft zich onder de ruim 750 rouwenden.
Het is in Jemen gebruikelijk altijd op een uitnodiging voor een begrafenis in te gaan. Hoewel sommigen elkaars bloed wel kunnen drinken, voelen ze zich vandaag veilig. Een enkeling hoopt zelfs van de mogelijkheid gebruik te maken om over vrede te praten.
Tijdens het drukste moment van de begrafenis slaat een raket uit een Saoedische F15SA straaljager in. Een tweede bom volgt drie tot acht minuten later.
Maar dan gebeurt er iets wat velen onmogelijk achtten. Om 15:20, het drukste moment van de bijeenkomst, slaat een raket uit een Saoedische F15SA straaljager in. Een tweede bom volgt drie tot acht minuten later. Hulpverleners zijn net de gewonden aan het afvoeren.
Wanneer de rook optrekt, zijn 144 rouwenden omgekomen. Meer dan vijfhonderd anderen zijn gewond geraakt. Het is de op één na dodelijkste aanval in de oorlog die Jemen sinds maart 2015 in zijn greep houdt.
De Verenigde Naties veroordelen de aanval stellig en noemen hem een mogelijke oorlogsmisdaad. De Verenigde Staten eisen opheldering en kondigen een herziening van hun relaties met het koninkrijk aan.
Maar consequenties volgen niet, en dat is voor een groot deel te wijten aan de plek waar de Saoedi’s de gebruikte wapens kochten: Amerika.
DVIDSHUB (CC BY 2.0)
Het gaat Amerika om wapens, niet om olie
Vergeet olie, steeds meer bepaalt wapenhandel het Midden-Oostenbeleid van de VS. Natuurlijk, geopolitieke belangen, Israël, regionale allianties, Iran en oliehandel spelen nog steeds een rol, maar een korte blik op de cijfers toont een opvallende trend.
_Dure wapens
Saoedi-Arabië is Amerika’s grootste klant. Tussen 2011 en 2015 nam het land 9,7 procent van de totale Amerikaanse wapenexport voor zijn rekening. Saoedi-Arabië is de grootste wapenimporteur ter wereld, stelt het Britse militaire adviesbureau IHS Jane’s._Terwijl de verkoop van Saoedische olie aan de VS daalde van 53 miljard dollar in 2008 tot 20 miljard dollar in 2015 (zie kader Dure Wapens), steeg het aantal overeengekomen wapenleveranties aan Saoedi-Arabië van 4 miljard dollar in 2009 tot 13 miljard dollar in 2015 (zie kader Goedkope olie).
Dat de Saoedi’s die wapens inzetten in de oorlog in Jemen verandert hier niets aan. Sinds de oorlog in maart 2015 begon, zegde de VS voor meer dan 22 miljard dollar aan wapens toe.
Onder Barack Obama nam de wapenverkoop aan Saoedi-Arabië met ruim 255 procent toe ten opzichte van zijn voorganger George Bush.
_Goedkope olie
Amerika is steeds minder afhankelijk van Saoedische olie, wat het beste te zien is aan de sterk dalende olie-import in dollars. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de lage olieprijs (die meer dan halveerde sinds 2014) en de afnemende vraag naar olie door Amerika. De Amerikanen zijn steeds beter in staat schaliegas en schalieolie te winnen (tussen 2011 en 2016 verdubbelde de productie. Het opheffen van de economische sancties tegen Iran begin dit jaar droeg bij aan meer aanbod van olie op de wereldmarkt en een lagere prijs._Waarom de Amerikanen zoveel wapens verkopen aan een land dat op zijn minst een wankele reputatie op het gebied van mensenrechten heeft?
‘Om de banen,’ reageerde een Amerikaanse functionaris in 2010 na de grootste wapenverkoop uit de Amerikaanse geschiedenis op een vraag van persagentschap Reuters. De toezegging van 60 miljard dollar aan wapentuig zou volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken ruim 50.000 banen opleveren, verdeeld over zeshonderd bedrijven in 44 staten.
Neem Boeing, waarvan het hoofdkantoor van de wapenafdeling is gevestigd in St. Louis, Missouri, de beruchte “moordhoofdstad” van Amerika. De productie van 84 F15SA-straaljagers en het verbeteren van zeventig oudere toestellen moest het bedrijf in totaal 2,9 miljard dollar opleveren en honderden banen scheppen in St. Louis. Trots meldt het bedrijf op zijn website met 15.000 werknemers nu de grootste wapenfabrikant in de staat te zijn.
Maar de handel gaat verder dan alleen het leveren van vliegtuigen en wapens. Zo kregen 5500 Saoediërs in 2015 training om het wapentuig te bedienen en helpen Amerikaanse militairen bij het coördineren van luchtaanvallen in Jemen, waarvan zes tot tien personen vanuit het hoofdkwartier van de Saoedische luchtmacht in Riyad werken.
US Air Force en Royal Saudi Air Force zij aan zij
US Air Force (CC BY-NC 2.0)
Hoe Amerika de oorlog ‘schoon’ probeert te houden
Hoewel de Amerikanen stellen dat hun personeel niet direct betrokken is bij het kiezen van doelwitten in Jemen, zijn ze er onmiskenbaar nauw bij betrokken.
Naast het leveren van wapens en het trainen van militairen, tanken Amerikaanse vliegtuigen Saoedische straaljagers bij die op weg zijn naar Jemen, redde een Amerikaanse patrouille een piloot van een Saoedische F15SA-straaljager die na een aanval in Jemen was neergestort in de Golf van Aden; leverde Amerika precisiebommen om het aantal burgerdoden te verminderen; verzorgden de Amerikanen software om de impact van bombardementen te berekenen en werden Saoedische advocaten getraind om de juridische gevolgen van mogelijke aanvallen beter in te schatten.
Die maatregelen om de oorlog “schoon” te houden, hebben weinig effect. De Verenigde Naties stelden afgelopen januari al dat minimaal 152 aanvallen in strijd zijn met het internationale recht, inclusief 41 aanvallen in burgergebied en 22 op medische faciliteiten. Het werkelijke aantal ligt vermoedelijk veel hoger.
‘De Arabische coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië is verantwoordelijk voor meer dan twee keer zoveel burgerdoden dan alle andere strijdende partijen in Jemen bij elkaar.’
Volgens VN-mensenrechtencommissaris Zeid Ra’ad al Hussein is de Arabische coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië verantwoordelijk voor meer dan twee keer zoveel burgerdoden dan alle andere strijdende partijen in Jemen bij elkaar. Meer dan één derde van de luchtaanvallen trof burgerdoelen, schrijft de Britse krant The Guardian.
Een voormalige medewerker van Barack Obama bagatelliseerde de dodenaantallen afgelopen april door te stellen dat het nu eenmaal tijd kost om het bedienen van de ingewikkelde wapensystemen goed in de vingers te krijgen, maar de kritiek op het gebruik van Amerikaanse wapens zwelt binnen en buiten het land aan (Zo leverde de baas van Oxfam Amerika Ray Offenheiser forse kritiek.
Tegelijkertijd worden de Amerikanen steeds meer de oorlog ingetrokken. Extremisten van IS en AQAP winnen terrein en uit onvrede over de Amerikaanse steun aan Saoedi-Arabië beschoten Houthi’s half oktober een Amerikaans oorlogsschip in de Golf van Aden.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry stelde na de dodelijke aanval op de begrafenis in Sana’a dan ook geërgerd dat de samenwerking met Saoedi-Arabië ‘geen blanco cheque’ is.
Maar hoewel er vanuit het Congres [veel kritiek](http://Reuters: http://www.reuters.com/article/us-usa-saudi-defense-congress-idUSKCN11R2LU) was op de Saoedische oorlogsvoering, stemde de Senaat afgelopen september nog in met een overeenkomst van 1,15 miljard dollar, waaronder ruim 130 Abrams tanks.
Archiefbeeld van Desert Storm en de nauwe samenwerking tussen Amerikaans en Saoedisch leger
Lietmotiv (CC BY-SA 2.0)
De foute vrienden van Amerika
Saoedi-Arabië is sinds 1945 een bondgenoot van Amerika. Het land leverde olie aan de VS en kocht voor miljarden wapens die het zelden tot nooit gebruikte. Tegelijkertijd fungeerden de Saoedi’s als een tegenhanger van regionale grootmacht Iran.
Met de opkomst van IS had Saoedi Arabië er een nieuwe vijand bij.
Met de oorlogen in Syrië en Irak begon het politieke speelveld te veranderen. De Saoedische steun aan de gewapende Syrische oppositie kreeg, naarmate deze radicaler werd, steeds meer kritiek. Met de opkomst van IS had het koninkrijk er een nieuwe vijand bij.
De Iraniërs wonnen juist aan invloed in Syrië en Irak, waar ze zowel het Iraakse als Syrische regime in het zadel hielden. Daarnaast bereikten ze (tot woede van Saoedi-Arabië) een nucleair akkoord met Amerika waardoor aan jarenlange economische sancties een einde kwam.
Toen in maart 2015 een maandenlange politieke patstelling in Jemen escaleerde en opstandige Houthirebellen met steun van de in 2013 afgezette president Ali Abdullah Saleh optrokken naar de hoofdstad Sana’a, was dit een brug te ver voor de Saoedi’s. Zij zagen de Houthi’s als verlengstuk van Iran en besloten hun wapenarsenaal in te zetten: ze schoten de Jemenitische president Abdrabbuh Mansur Hadi te hulp.
Maar wat een moment van spierballenvertoon moest zijn, liep uit op een afgang. Na anderhalf jaar oorlog en ruim 8600 aanvallen (tussen maart 2015 en augustus 2016) zijn er nog geen noemenswaardige successen geboekt. De Houthi’s controleren nog steeds grote delen van het land en de internationale coalitie die Saoedi-Arabië in het leven riep, brokkelt af. Zo namen Pakistan, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte al afstand van de oorlog.
De Amerikanen blijven ondanks hun kritiek achter de Saoedi’s staan, maar de vriendschap staat steeds meer onder druk. Zo waarschuwden de Saoedi’s de wederzijdse handelsbelangen niet op het spel te zetten en riep de Saoedische minister voor Olie de aanstaande president Donald Trump op geen werk te maken van diens dreigement de olie-import te stoppen (Dit zei Trump in maart tegen een journalist van The New York Times. Hij vond dat de Saoedi’s meer moesten doen in de strijd tegen IS. Volgens de aanstaande president is Amerika dankzij het makkelijker winnen van schaliegas en olie prima zelf in staat om in de eigen energievoorziening te voorzien.
Saoedi-Arabië is Amerika’s beste klant en een van de belangrijkste aanjagers van de Amerikaanse wapenindustrie.
Toch is het maar zeer de vraag of aan het bondgenootschap een einde komt. Saoedi-Arabië is Amerika’s beste klant en een van de belangrijkste aanjagers van de Amerikaanse wapenindustrie. Door krimpende defensiebudgetten in Amerika en de EU neemt hun belang enkel toe. Zo’n klant willen ze niet kwijt aan opkomende wapenindustrieën uit bijvoorbeeld China of Rusland.
Het economische belang van de wapenexport is ook bekend bij Trump. Hij wil fors meer investeren in de krijgsmacht en andere landen meer voor de kosten van hun defensie laten opdraaien. Na zijn verkiezingsoverwinning zei hij graag zaken te willen doen met Saoedi-Arabië.
Yemenieten troosten elkaar tijdens de begrafenis van slachtoffers van een Saoedisch luchtbombardement… op een begrafenis.
© Reuters
De grote verliezers zijn de Jemenieten
De Jemenieten zijn onmiskenbaar de grootste verliezers van dit geopolitieke spel. Na vijf maanden oorlog zag het land er al uit als Syrië na vijf jaar oorlog, constateerde het Rode Kruis vorig jaar. En dan te bedenken dat het land voor de oorlog al straatarm was en tot de vier meest fragiele staten ter wereld behoorde.
Momenteel verkeert 80 procent van de 26 miljoen inwoners in humanitaire nood, van wie 13 miljoen acuut.
Momenteel verkeert 80 procent van de 26 miljoen inwoners in humanitaire nood, van wie 13 miljoen acuut. Ruim zevenduizend personen stierven en 37.000 anderen raakten gewond, stelde de Wereldgezondheidsorganisatie begin november. Zo’n 1,5 miljoen kinderen riskeren te verhongeren en ruim drie miljoen Jemenieten zijn op de vlucht geslagen.
Een oplossing voor het geweld blijft vooralsnog uit. Een Nederlands voorstel voor een onafhankelijk onderzoek naar mensenrechtenschendingen in Jemen werd afgelopen september geblokkeerd door het Verenigd Koninkrijk, humanitaire hulp wordt geblokkeerd door Saoedi-Arabië uit angst dat deze in verkeerde handen valt, vredesbesprekingen mislukken keer op keer.
Hoe stopt dit?
Lennart Hofman dook in de cijfers van de Amerikaanse wapenhandel met Saoedi-Arabië. Bekijk alles hier.
Omdat journalisten moeilijk het land in komen en aandacht voor de oorlog ondersneeuwt door andere gebeurtenissen, zetten de Jemenieten zelf beelden online om de buitenwereld te laten weten dat ze in nood verkeren.
Dat heeft weinig zin. De Verenigde Naties hebben op dit moment slechts de helft van het benodigde hulpbudget bijeen. Om de 12,6 miljoen hulpbehoevenden in Jemen te helpen, is 1,6 miljard dollar nodig, stelt UNHCR. Voor veel donorlanden is de oorlog te ver weg, te onbekend, en er is al zo weinig geld om de gaten in de eigen begroting te dichten.
Terwijl de bommen blijven vallen op begrafenissen, ziekenhuizen en boerderijen in Jemen, bereikten de koersen van de grootste Amerikaanse wapenproducenten in november hun hoogste punt ooit (Waaronder Raytheon Co. (RTN.N), Northrop Grumman Corp (NOC.N) en General Dynamics (GD.N). Ze zijn op een wrede manier met elkaar verbonden.
Op 22 februari organiseren MO*, deBuren en Vredesactie de lezing: “De internationale wapenhandel ontregelt de wereld”. Auteur Andrew Feinstein en onderzoeker Samuel Perlo-Freeman zijn dan onze gasten. De MO*lezing vindt plaats in de Brusselse Beursschouwburg. Meer info.