De stiltes van Kabila

Analyse

De stiltes van Kabila

De stiltes van Kabila
De stiltes van Kabila

In november 2011 werd Kabila herkozen als president van Congo. De verkiezingen waren zo controversieel dat het land maandenlang op de rand van de implosie balanceerde. De politieke situatie was complex. Kabila’s belangrijkste uitdager, Etienne Tshisekedi, bleef zichzelf beschouwen als overwinnaar en staatshoofd. Oppositie en meerderheid waren niet on speaking terms maar daarbovenop waren er zowel binnen oppositie als binnen de meerderheid grote spanningen. De enige manier om verder te gaan en het land op de rails te houden was het aanstellen van een technocratische regering met low profile ministers. In april 2012 benoemde Kabila de uittredende minister van financiën Augustin Matata Ponyo tot eerste minister, een functie die hij tot vandaag ondanks aanhoudende geruchten over een regeringshervorming.

Die geruchten werden chronisch na de Concertations nationales die de regering organiseerde in september 2013. President Kabila had dit initiatief genomen om een gevoel van nationale cohesie te herstellen, maar een deel van de oppositie had geweigerd om er aan deel te nemen, omdat ze het ondemocratisch en ongrondwettelijk vonden.

Maar ze hebben dus plaats gevonden. De slotzitting werd gehouden op zaterdag 5 oktober en er werden aanbevelingen geformuleerd over de verschillende terreinen van het publiek leven. Kabila zei dat hij  een regering van brede nationale eenheid in de steigers ging zetten met niet alleen vertegenwoordigers van de eigen presidentiële meerderheid maar ook uit oppositie en civiele maatschappij.

Deze regering zou de vrede, de nationale eenheid en de autoriteit van de staat consolideren, de decentralisatie doorvoeren, de volgende verkiezingen organiseren en de leefomstandigheden van de mensen verbeteren. Er werd een opvolgingscommissie van de concertations nationales in het leven geroepen met aan het hoofd de voorzitters van Kamer (Aubin Minaku) en Senaat (Kengo wa Dondo).

De militaire overwinning van het leger –iets wat in geen decennia was voorgevallen- veroorzaakte een golf van optimisme bij het volk en zelfvertrouwen bij de regering.

In de weken na die slotzitting verlegde de focus zich opnieuw naar de militaire situatie in het oosten. Het Congolese leger, gesteund door een nieuwe Monusco-brigade met een breder mandaat, slaagde erin de M23 te verslaan. De militaire overwinning van het leger –iets wat in geen decennia was voorgevallen- veroorzaakte een golf van optimisme bij het volk en zelfvertrouwen bij de regering.

Maar zowel het optimisme als het zelfvertrouwen moesten rond de jaarwisseling onder voorbehoud geplaatst worden. Op 30 december 2013 vond een merkwaardige reeks incidenten plaats met de zelfverklaarde profeet Joseph Mukungubila als centrale figuur. Daar blijven veel vragen rond bestaan maar ze laakten wel duidelijk dat er binnen de etnische gemeenschap waaruit Kabila’s familie komt, de Balubakat uit Noord-Katanga, veel frustratie en onbegrip heersen, en bezorgdheid over de toekomst..

Plots leek het regime kwetsbaar in de streek waar het juist het sterkst moest staan. Vier dagen later werd de immens populaire kolonel Mamadou Ndala in de buurt van Beni vermoord. Zijn dood maakte duidelijk dat een militaire overwinning moet meteen hetzelfde was als een sterk en gedisciplineerd nationaal leger, en dat de hervorming van het leger nog steeds een werk van erg lange adem bleef.

Helemaal geen rook

Begin maart reisde ik naar Kinshasa in een poging om de verschillende agenda’s en gevoeligheden binnen het politieke landschap beter te snappen. Ik bracht veel tijd door met mensen van zowel meerderheid als oppositie, diplomaten en onafhankelijke observatoren. Iedereen leek er vanuit te gaan dat de regeringshervorming voor zeer binnenkort was. Ze zou met name bij de opening van de parlementaire sessie van maart op de wereld losgelaten worden.

Eind vorige week deed ik elders een poging om in kaart te brengen hoe het koppeloton van de Congolese politiek zich positioneert in die laatste rechte lijn. Ik ga dat hier niet herhalen maar de die hards van de Congo-watchologie kunnen het nalezen op African Arguments.

Maar de parlementaire sessie werd dus geopend en de regeringshervorming kwam er niet. Lokale en internationale commentatoren van de Congolese politiek gaan steeds meer lijken op de massa die op het Sint-Pietersplein op de witte rook staat te wachten die de nieuwe paus aankondigt. Maar terwijl voor de ogen van de gelovigen dan toch twee keer per dag zwarte rook uit die schoorsteen opstijgt, krijgen wij helemaal geen rook te zien.

Proefballonnetjes

Natuurlijk is de permanente staat van net-niet-regeringshervorming niet het enige voorwerp van speculaties en rookschermen. Er werd al veel gezegd en geschreven rond de verkiezingen van 2016 de vraag of Kabila nu wel of niet gaat proberen aan de macht te blijven, door een derde mandaat te ritselen of door zijn huidig mandaat zo lang mogelijk te laten aanslepen. Een nieuw mandaat zou alleen maar mogelijk zijn door de grondwet te wijzigen, de huidige grondwet stelt dat het staatshoofd maar twee opeenvolgende ambtstermijnen kan doen.

Er zijn verschillende manieren om aan zet te blijven. Bijvoorbeeld door de beperking op het aantal mandaten uit de grondwet te wippen. Of door de manier waarop de president te verkiezen te veranderen van rechtstreeks naar onrechtstreeks.  Daardoor zou een nieuwe situatie ontstaan en zou de teller weer op nul komen te staan. Hier zijn interessante artikels over geschreven, bijvoorbeeld door Christophe Rigaud op Afrikarabia.

Er zijn ook manieren om het huidig mandaat te rekken. Door de grondwettelijk vastgelegde ambtstermijn met onmiddellijke ingang te veranderen van vijf naar zeven jaar. Of door de verkiezingen simpelweg uit te stellen om technische of financiële redenen.

Sommigen hebben gesuggereerd dat Kabila zich wel eens zou kunnen interesseren voor een Poetin/ Medvedev-achtig scenario, waarbij een vertrouweling voor één ambtstermijn staatshoofd zou worden terwijl Kabila zelf eerste minister zou zijn, om na vijf jaar de ‘natuurlijke orde’ weer te stellen. Een soort institutioneel haasje-over dus. Het is een interessante denkpiste maar ik zie drie technische bezwaren aan dit scenario: (a) Congo is Rusland niet; (b) Kabila is Poetin niet; en (c) ik zie niet onmiddellijk welke Congolese politicus de stoel zou kunnen overnemen, vijf jaar warmhouden en zonder morren weer teruggeven.

Er wordt er duchtig op los gespeculeerd en dat geeft dan weer aanleiding tot een kleurrijke hemel vol proefballonnetjes waarmee politici en andere publieke figuren via de media, persoonlijke demarches of georkestreerde lekken een idee de arena injagen om te zien hoe de lokale en internationale publieke opinie gaat reageren.

Na zeer uitgebreide gesprekken met sleutelfiguren binnen de Congolese politiek, zowel binnen de meerderheid als in de oppositie, geloof ik dat Kabila er zelf nog niet uit is wat hij eigenlijk wil. Natuurlijk zou hij het niet erg vinden om president te blijven als de kans zich voordoet, maar hij weet dat dit erg moeilijk zou zijn. Er zijn een aantal duidelijke signalen gegeven door de internationale gemeenschap, maar dat hoeft niet eens het einde van de wereld te zijn. Donorlanden hebben ook eerder en elders met de spieren gerold toen het ging over de kwaliteit van de democrtaie, maar als puntje bij paaltje kwam gingen ze erg ver in het accepteren van ondemocratische praktijken.

Iemand in Kinshasa zei me: “Als je Kabila wil kennen moet je niet alleen zijn woorden begrijpen. Je moet vooral zijn stiltes kunnen lezen.”

Sommige signalen kwamen uit verschillende geledingen van de Congolese maatschappij. De kerken bijvoorbeeld spraken zich erg ondubbelzinnig uit tegen een op maat gesneden grondwetsherziening om de president in het zadel te houden. Maar misschien wel de meest belangrijke reden om zich aan de huidige grondwet te houden is dat Kabila zich ook realiseert dat het voor hem moeilijk wordt de relatieve eensgezindheid tussen de verschillende regionale polen van zijn regime te incarneren. De profeet Mukungubila toonde hoe kwetsbaar Kabila is in zijn thuisprovincie Katanga. De reis van Vital Kamerhe in februari deed hetzelfde voor de Kivu’s.

Er zijn veel voorbeelden te vinden in het verleden van Kabila’s moeilijkheden om te communiceren en om beslissingen te nemen. Dat blijkt ook vandaag opnieuw. Op dit moment is het absoluut onmogelijk te zeggen wat hij echt denkt, en uit niets blijkt dat hij een concreet scenario voorbereidt om de fakkel door te geven. Zelfs de mensen uit zijn onmiddellijke omgeving hebben er het raden naar.

Maar onder al die speculaties is er niets concreet. Iemand in Kinshasa zei me: “Als je Kabila wil kennen moet je niet alleen zijn woorden begrijpen. Je moet vooral zijn stiltes kunnen lezen.”

Kris Berwouts (°1963) studeerde diep in het vorig millennium Afrikaanse taalkunde en geschiedenis in Gent. Hij werkte 25 jaar voor verschillende Belgische en internationale NGO’s en bouwde een stevige reputatie op als Centraal-Afrika kenner, gespecialiseerd in de vredes- en democratiseringsprocessen in de regio. Sinds 2012 werkt hij als zelfstandig consultant en schrijver.

Kris werkt aan een boek over de conflicten in het oosten van Congo. Zijn huidig veldwerk wordt mogelijk gemaakt door een werkbeurs van het Fonds Pascal Decroos.