Zullen de westerse landen binnenkort militaire actie ondernemen tegen IS in Libië? Dit valt niet uit te sluiten, alleen kiezen de VS en hun bondgenoten er voorlopig nog voor om deze klus te laten klaren door de Libiërs zelf. Volgende week komen de ministers van Defensie van de NAVO in Brussel samen. Libië staat hoog op de agenda.
Er is de voorbije dagen heel veel inkt gevloeid over een nakende westerse interventie in Libië. Nieuws over politieke vorderingen en de vorming van een eenheidsregering ging hand in hand met nieuws over de vooruitgang die IS heeft geboekt. De terroristische organisatie heeft de stad Sirte, in het noorden van het land, onder controle gekregen en heeft aanvallen uitgevoerd op olie-infrastructuur op verschillende plaatsen in de regio.
Deze twee elementen plus uitspraken van politieke en militaire leiders in de VS, Italië en het Verenigd Koninkrijk wezen in de richting van een nakende interventie. Een internationale coalitie tegen IS in Libië was een kwestie van weken, klonk het vanuit het Pentagon. De Franse krant Le Figaro meldde zelfs dat Frankrijk met de voorbereiding begonnen was om militair in te grijpen als de Franse autoriteiten hiervoor toestemming zouden krijgen van de onlangs opgerichte Libische regering van nationale eenheid.
Er zijn genoeg strijders
Maar de top van de 23 landen van de coalitie tegen IS in Irak en Syrië die op 2 februari in Rome werd gehouden, mondde niet uit in duidelijke besluiten over de situatie in Libië. Rechtstreekse militair acties tegen IS zoals in Irak en Syrië zijn niet aan de orde, was de algemene toon tijdens de top. De Franse minister van Buitenlandse Zaken Laurent Fabius heeft met klem ontkend dat er binnen zijn regering een intentie was om militair in te grijpen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry zei dat er vooruitgang was geboekt in de strijd tegen IS in Irak en Syrië en benadrukte bij de opening van de top de wil om IS te vernietigen en dit snel te willen doen.
John Kerry: ‘Het laatste wat je wilt, is een vals kalifaat dat toegang heeft tot miljarden dollar aan olie-inkomsten’
‘Het laatste wat je wilt, is een vals kalifaat dat toegang heeft tot miljarden dollar aan olie-inkomsten’, zei Kerry nog. De Britse minister van buitenlandse zaken Philip Hammond ontkende van zijn kant de mogelijkheid om grondtroepen in te zetten in Libië zoals de voorbije dagen geopperd werd door de media. Top-prioriteit van de westerse landen is en blijft het bereiken van een definitief akkoord over een eenheidsregering in Libië. Eenmaal een centraal gezag geïnstalleerd, kunnen de Westerse landen voor de nodige steun zorgen in de vorm van militaire trainingen, strategische hulp en inlichtingenondersteuning.
Maar de strijd op de grond zou gevoerd worden door de Libiërs zelf. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken is van mening dat er genoeg strijders zijn in Libië. Het is dus voor hem een kwestie van wat er al op het terrein aanwezig is te coördineren.
Minder Daesh is meer Daesh
Dat Daesh aan terrein wint in Libië is niet alleen het gevolg van de chaos die heerst in Libië sinds de val van Muammar Ghaddafi, nu bijna vijf jaar geleden, maar is ook het resultaat van de militaire acties tegen IS in Syrië en Irak. Nieuwe rekruten die de weg niet konden vinden naar Syrië door het strenger worden van de controles aan de Turks-Syrische grens gaan nu richting Libië. De buurlanden van Libië maken zich zorgen over deze trend.
Nieuwe rekruten die de weg niet konden vinden naar Syrië, gaan nu richting Libië.
Algerije heeft vorige week aan buurland Marokko officieel laten weten dat er de laatste tijd een ongewoon aantal Marokkaanse burgers via Algerije Libië probeert te bereiken. 250 Marokkanen werden vanuit de luchthaven van de hoofdstad Algiers naar Marokko teruggestuurd toen ze niet konden aantonen om welke reden ze naar Libië wilden doorreizen. De Marokkaanse autoriteiten hebben van hun kant op de dag van de top in Rome aangekondigd vijf jongeren te hebben opgepakt die van plan waren naar Libië te gaan om daar zich bij Daesh aan te sluiten.
Een aanzienlijk deel van de 5500 Tunesische jongeren die zich bij radicale jihadigroepen hebben aangesloten, bevindt zich nu in Libië. Terwijl de Afrikaanse Unie tegen een westers militair optreden gekant blijft, sluit het Witte Huis niets uit. ‘Als Amerikaanse burgers in gevaar komen, zal Obama tot actie overgaan, desnoods unilateraal’, klonk het vanuit het Witte Huis.
Bushlogica en Irakmodel
De strijd tegen het terrorisme blijft hetzelfde stramien volgen. Westerse landen kiezen voor de militaire aanpak, vermijden om grondtroepen in te zetten, maar leveren steun via bombardementen en samenwerking op vlak van logistiek en inlichtingen. Of dit de juiste strategie is, is zeer de vraag. Het fenomeen wordt niet uitgeroeid zoals beloofd, maar schuift gewoon door naar nieuwe gebieden, krijgt soms andere vormen of duikt op met een andere naam. Het verhaal van Libië toont dit nogmaals aan.
Zelfs de manier waarop regeringen samengesteld worden na de omverwerping van een autoritair regime, gebeurt volgens hetzelfde recept.
Zelfs de manier waarop regeringen samengesteld worden na de omverwerping van een autoritair regime in de Arabische landen, gebeurt volgens hetzelfde recept.
In plaats van burgerschap als leidraad te nemen, kijkt men liever naar etnische, religieuze, sektarische en zelfs geografische eigenschappen. Democratie wordt gereduceerd tot het behoren tot een groep. Het land is dan een taart en die moet eerlijk verdeeld worden.
Het is in die geest dat in Libië de nieuwe regering van nationale eenheid, na maandenlang onderhandelen onder leiding van VN-gezant Martin Kobler, samengesteld werd. Om toch iedereen tevreden te stellen werd een regering gevormd volgens tribale en geografische lijnen.
Met een driekoppige Presidentiële Raad en 32 ministers worden er drie geografische gebieden in Libië vertegenwoordigd. De sleutelministeries werden volgens dezelfde logica ingevuld. Zo gaat het ministerie van Buitenlandse Zaken naar het oosten van het land, het ministerie van Binnenlandse Zaken naar het westen en het ministerie van Financiën naar het zuiden van het land.
Maar de nieuwe regering die vanuit buurland Tunesië opereerde, kreeg niet de nodige goedkeuring van de twee rivaliserende regeringen die Libië sinds 2014 rijk is. Punt van geschil is het oude probleem rond de bevoegdheid over de militaire leiding. In de eenheidsregering valt deze bevoegdheid onder de leiding van de Presidentiële Raad. Op die manier zou generaal Hifter, huidige leider van het Libische leger in het oosten van het land en onaanvaardbaar figuur voor de regering in Tripoli, van het toneel verwijderd kunnen worden. En dat is weer onaanvaardbaar voor de regering in Tobruk.
Een oplossing wordt momenteel gezocht met een nieuwe onderhandelingsronde in Marokko. De militaire leiding zou onder het ministerie van Defensie vallen maar het is niet duidelijk naar welke regio deze portefeuille zou gaan. Het is ook de bedoeling om het aantal ministers van 32 naar 25 te brengen.
En de gewone Libiërs in dit alles?
Over de burgerbevolking wordt er weinig gerapporteerd. Maar als we afgaan op wat er gepost wordt op Twitter, heerst er een algemeen gevoel van verbittering in het land. De Libiërs weten natuurlijk dat hun land over enorm veel mogelijkheden beschikt. De dramatische achteruitgang van de situatie wijten ze vooral aan het gebrek aan leidinggevende figuren die het algemeen belang boven hun eigen belang plaatsen. Ook de oplossingen die aangereikt worden onder begeleiding van VN-Gezant Marin Kobler worden niet met enthousiasme onthaald.
De oplossingen die aangereikt worden, worden door de Libiërs niet met enthousiasme onthaald.
Er wordt sarcastisch gereageerd op het hoge aantal ministers en de geografische indeling van de bevoegdheden. ‘We hebben drie regeringen’, tweette een Libiër toen de eerste minister in de eenheidsregering Faiez Serraj de Libiërs vanuit Tunesië toesprak. ‘Eén in Tripoli, één in Tobruk en nog één op televisie.’
Anderen wijzen op de forse daling van de nationale munt ten opzichte van de dollar en de hoge voedselprijzen. Weer anderen ontkennen de wreedheden van IS in Libië niet maar zeggen dat het aantal IS-strijders enorm opgeklopt wordt in de westerse media.
De speculaties over een mogelijke interventie blijven niet zonder gevolg. Een tweehonderdtal Libiërs zou de Tunesische grens al overgestoken zijn uit angst voor bombardementen. Volgende week komen ministers van Defensie uit de NAVO in Brussel bijeen. Libië staat hoog op de agenda.