Volgens de Portugese socioloog Boaventura de Sousa is de situatie in de wereld vandaag behoorlijk uitzichtloos voor het gros van de wereldbevolking. Een ontwikkelingsmodel dat de overgrote meerderheid uitsluit, kan geen toekomst creëren. We moeten dringend een model vinden waarin er plaats is voor iedereen, en dat kan alleen als we het eendimensionele denken en het koloniale machtspatroon laten varen en erkenning geven aan diversiteit. In een lezing aan de Universiteit van Louvain La Neuve zette hij zijn visie neer in een aantal kernideeën.
We zijn verwikkeld in een aanslepende crisis en terwijl crisissituaties meestal kernen voor verandering in zich dragen, is dat dit keer niet het geval.
De crisis van vandaag is een permanente crisis die zichzelf opdringt en alle deuren sluit.
De toestand is hopeloos en zo ernstig dat “niets doen” geen optie is
Er is dringend nood aan alternatieven maar nooit eerder was het zo moeilijk om alternatieven gestalte te geven.
Hoewel we in een beeldcultuur leven, is politieke verbeelding heel ver weg. Het is moeilijk om te doen geloven dat een andere wereld mogelijk is. Onze creativiteit lijkt dood.
Door dit gebrek aan alternatieven, is er geen echt politiek debat meer, waardoor mensen geneigd zijn om zich neer te leggen bij de toestand zoals die is en zich over te geven aan de orde der dingen.
De toestand zoals die is, is echter in essentie onhoudbaar: een wereld die diep verdeeld is, tussen de haves en de have-nots: zij die de laatste versie van i-phone hebben en zij die helemaal geen toegang tot technologie hebben. En de ongelijkheid groeit almaar.
Het westerse concept van ontwikkeling wordt nog steeds gehanteerd, ook door gevestigde instellingen, hoewel het volkomen in discrediet is geraakt, kijk naar de miljarden mensen die daarvan uitgesloten blijven. Het concept ontwikkeling produceert eerder onderontwikkeling, getuige hiervan zoveel landen in het Zuiden of kijk gewoon naar Griekenland.
We moeten het beter hebben over alternatieven voor ontwikkeling en nadenken over hoe we sociale verandering kunnen realiseren.
Dat nadenken over alternatieven moet op een gesystematiseerde en wetenschappelijke manier gebeuren, om te komen tot wat de Sousa “disruptieve epistemologieën” noemt, een kennisleer die breekt met de eendimensionale dominante westerse benadering van kennis. De wereld bevat immers een diversiteit aan visies en inzichten en het is dringend tijd om die te verkennen, in beeld te brengen en te systematiseren, vooraleer al die rijkdom opgeslorpt is door het monster van kolonialisme, kapitalisme en patriarchaat, het driespan waar de Sousa graag mee schermt.
Enkele principes voor een nieuwe kijk op de werkelijkheid
een nieuwe “ontologie”: een nieuwe manier om onszelf te begrijpen in dit bestaan, met name als wezens in relatie tot de ander; hij verwijst hiervoor naar Afrikaanse en Indische filosofieën;
een nieuw perspectief dat in de plaats komt van het concept “ontwikkeling”; een andere manier om onszelf te zien in relatie tot de natuur; bijvoorbeeld het begrip van “sumac causai”, het Goede Leven, zoals in Ecuador en Bolivia in de grondwet is opgenomen;
concept van “degrowth” en eco-socialisme;
concept van de commons, om essentiële gemene goederen zoals water, grond, zaden,…terug uit de sfeer van de markt te halen.
Maar bovenal, aldus de Sousa, is het een kwestie van waardigheid en erkenning van al die diversiteiten, en ook: die andere wereld zal er alleen maar komen als we die echt heel hard willen.