Groot-Koerdistan blijft een fata morgana

Analyse

Groot-Koerdistan blijft een fata morgana

Groot-Koerdistan blijft een fata morgana
Groot-Koerdistan blijft een fata morgana

De meeste Koerden dromen over een Groot-Koerdistan, de hereniging van vier Koerdische regio’s in het Midden-Oosten. En hoewel de strijd tegen ISIS Koerdistan op de kaart zette, en de droom dezer dagen steun kreeg uit Israëlisch-Saoedische hoek, blijft zo’n hereniging door de vele politieke conflicten en vijandschappen voorlopig een illusie. Judit Neurink bericht uit Erbil, Iraaks Koerdistan.

Vraag een Koerdische peshmerga die strijdt tegen de radicale moslimgroep ISIS waarvoor hij eigenlijk vecht. Hij zal antwoorden dat het voor de vrijheid is, voor de Koerden, voor zelfbeschikking, voor de Koerdische cultuur, tegen de Arabieren.

Maar hoe zit het dan met het Groot-Koerdistan, de droom van alle Koerden om de begin vorige eeuw over vier landen verdeelde Koerden weer in een land samen te brengen? Ja, zal die peshmerga beamen, dat is ook mijn droom. Dat willen we allemaal, en dat geldt voor alle Koerdische strijders, of ze nu uit Noord, Oost, West of Zuid-Koerdistan komen. En met die namen voor de Koerdische regio’s in Turkije, Iran, Syrië en Irak laten ze al zien hoe reëel Groot-Koerdistan voor hen is.

Israëlisch-Saoedisch ballonnetje

Het ideaal kreeg dezer dagen steun uit een onverwachte hoek. In een informeel Israëlisch-Saoedisch plan voor vrede in het Midden-Oosten, werd behalve vrede tussen Israël en de Arabische staten, regime-change in Iran en een regionale Arabische legermacht, ook de wording van een Koerdische staat als actiepunt genoemd.

Het feit dat twee vooraanstaande politici uit landen die als aartsvijanden te boek staan samen vredesplannen smeden, is veelzeggend.

Anwar Eshki, een voormalige Saoedische generaal en ambassadeur in de VS, en Dore Gold, een voormalige Israëlische ambassadeur bij de VN, hielden begin juni bij een denktank in Washington een pleidooi voor een zevenpunten-plan dat overigens geen formele status heeft. Maar het feit dat twee vooraanstaande politici uit landen die als aartsvijanden te boek staan samen vredesplannen smeden, is veelzeggend. En daar komt nog het gerucht bij dat de Saoedische prins Talal Bin Waleed een bezoek aan Israël zou plannen, om in opdracht van koning Salman een dialoog te openen.

Het vredesplan is natuurlijk een reactie op de onderhandelingen die momenteel worden gevoerd over het Iraanse nucleaire programma. Beide landen vrezen voor een nog grotere Iraanse rol in de geopolitieke verhoudingen, en hun plan moet dan ook vooral worden gezien als een opzet om de Iraanse dreiging in te dammen.

Daarom pleiten Dore en Eshki ook voor de instelling van een Groot-Koerdistan dat de Koerdische gebieden in Irak, Iran en Turkije moet omvatten; duidelijk als een bufferzone tegen de Iraanse invloed. Want de niet aan Iran grenzende Koerdische regio van Syrië, waar strijders van de PYD met de collega’s van haar zusterpartij, de Turkse arbeiderspartij PKK, tegen ISIS vechten, wordt buiten de plannen gehouden.

Dat het meer is dan woorden alleen valt op te maken uit de aankondiging dat Arabische Golfstaten de Koerden gaan voorzien van het geavanceerde wapentuig waar ze, om ISIS beter te kunnen bestrijden, al bijna een jaar om smeken. Washington wil die alleen via Bagdad leveren, om te voorkomen dat Irak uiteenvalt – hoewel dat in feite al bezig is te gebeuren. En Bagdad onthoudt de Koerden die wapens uit angst dat ze die zullen inzetten bij een strijd om de onafhankelijkheid van hun regio.

Koerdische Autonome Regio in Irak: een springplank?

Groot-Koerdistan is vooral een verre droom omdat het concreet in Iraaks Koerdistan nog maar om een deeltje ervan gaat: een mogelijke Koerdische afsplitsing van Irak. Dat is actueel geworden door de conflicten met Bagdad, over wapenleveranties, maar ook over betaling van de zeventien procent van de Iraakse begroting die de Koerden constitutioneel toekomt en de verdeling van de olie-inkomsten.

Daarom ook speelt de vorming van een Groot-Koerdistan hier politiek gezien nauwelijks – zelfs al lijkt de Iraakse regio er de perfecte springplank voor. Hier vond de oppositie uit de andere drie delen immers onderdak. En hier berichten de TV-stations alsof berichten uit de andere Koerdische regio’s binnenlands nieuws zijn, met redacteuren die daar vandaan komen en in de talen van die regio’s berichten.

Voor de Iraaks-Koerdische politici zijn de problemen waarmee de regio kampt te groot om al te ver vooruit te kunnen kijken

Voor de Iraaks-Koerdische politici zijn de problemen waarmee de regio kampt te groot om al te ver vooruit te kunnen kijken: de strijd tegen ISIS, de economische recessie als gevolg van het financiële conflict met Bagdad en de bijna twee miljoen vluchtelingen en ontheemden die de regio opvangt. En niet te vergeten de interne politieke tegenstellingen, die een minstens zo grote rol spelen.

Misschien is het de erfenis van de burgeroorlog die de Koerdische politieke partijen in Irak in de jaren negentig uitvochten, dat ze zoveel moeite hebben met elkaar samen te werken. Hoewel er vanwege de strijd tegen ISIS en de conflicten met Bagdad een eenheidsregering is gevormd, blijft eenheid ver te zoeken.

Diepe onenigheid is er over de vraag of president Barzani in september nog langer kan aanblijven, nadat zijn twee wettelijk toegestane termijnen al eens met twee jaar verlengd waren. Dat geldt ook voor een wijziging van het huidige presidentiële systeem in een parlementair, waarbij de president veel minder macht zou krijgen.

De scheidslijnen tussen de KDP enerzijds en de PUK en Gorran anderzijds, zijn niet alleen politiek maar ook geografisch.

De scheidslijnen zijn niet alleen politiek maar ook geografisch: de strijd tussen Barzani’s KDP en de twee daaropvolgende in grootte, de PUK en de veranderingspartij Gorran, gaat eigenlijk tussen de regio’s Erbil en Sulaymaniya. Er lijkt een muur tussen die twee te staan, met niet alleen eigen politiek beleid en regels, maar ook verschil in cultuur en woordgebruik. Er wordt daarom zelfs gesproken over herstel van een situatie van tien jaar geleden door beide gebieden weer elk hun eigen parlement te gunnen.

Onenigheid is er zelfs over een toekomstige onafhankelijke status, waarvan president Barzani en de KDP verklaard voorstander zijn, en die ze in de komende jaren willen bereiken. Hoewel ze het concept steunt, spreekt met name de PUK twijfel uit over de haalbaarheid daarvan – juist vanwege de politieke onenigheid tussen bijna alle betrokken spelers.

Iraakse, Turkse, Syrische en Iraans Koerden, één front?

Die onenigheid wordt nog gevoed door de vriendschappen die beide zijden over de grens zijn aangegaan: de KDP heeft de regio de afgelopen tien jaar vooral economisch weten op te bouwen met hulp van de Turken, terwijl de PUK nauwe banden heeft met het bewind in Iran. Economische belangen spelen daarbij een grote rol, want beide partijen en hun voormannen verdienen aan die banden.

En dan hebben we het alleen nog over de conflicten die er zijn binnen de Iraaks-Koerdische regio – de enige autonome van de vier. Want als president Barzani, conform de Groot-Koerdistangedachte, honderden peshmerga naar de Syrische stad Kobani stuurde om haar met de Syrische Koerden te bevrijden uit de handen van ISIS en nu weer eenzelfde zending overweegt om ISIS-aanvallen op de heroverde stad te pareren – dat gebeurt vooral om de propagandistische waarde ervan.

Voor spontaniteit zijn de conflicten te groot met de Turks-Koerdische arbeiderspartij PKK die met haar zusterpartij PYD in Syrië tegen ISIS vecht. De PYD heeft zich in de burgeroorlog in Syrië ontpopt als de belangrijkste Koerdische speler, en heeft delen van Syrisch Koerdistan onder controle, tegen de zin van andere lokale Koerdische partijen. Pogingen van Barzani om de macht van de PYD terug te dringen ten faveure van anderen, waaronder de Syrische zusterpartij van de KDP, zijn echter vastgelopen.

De strijd tussen de KDP en de PKK speelt ook in Irak

De strijd tussen de KDP en de PKK speelt ook in Irak: in het yezidi-gebied Sinjar heeft de PKK een belangrijke rol gespeeld bij het terugdringen van ISIS. Tot woede van de KDP zijn de PKK-strijders daarna gebleven, en hebben ze een groot aantal yezidi’s aan hun zijde weten te krijgen – tegen de KDP, wiens peshmerga verweten wordt de yezidi’s vorig jaar aan hun lot over te hebben gelaten door voor ISIS weg te vluchten.

Inmiddels roept de Koerdische veiligheidschef Masrour Barzani de PKK op spoedig te vertrekken uit de Qandil-bergen op de Iraakse grens met Turkije waar ze al jarenlang hun bases hebben.

Anderzijds vechten – alweer vanuit de Groot-Koerdische gedachte – in de strijd tegen ISIS in Irak bijvoorbeeld ook Iraans-Koerdische verzetsgroepen mee. Sommige samen met de KDP, andere met de PUK, die allebei hun eigen peshmerga-eenheden hebben – waarbij die van de PUK zich beklagen dat de wapens die wel binnenkomen, bij de KDP-collega’s blijven hangen. Daar strandt iedere Groot-Koerdische gedachte al in partijpolitiek.

Om het nog ingewikkelder te maken, werkt de PKK (ook in Sinjar) nauw samen met de PUK, waardoor ze politieke kantoren heeft kunnen vestigen in de PUK-hoofdstad Sulaymaniya. Opvallend is dat buurland Iran, hoewel het zelf ook te stellen heeft met een PKK-zusterpartij, PJAK, daar geen bezwaar tegen maakt. Hier geldt het principe dat de vijand van mijn vijand mijn vriend is, en is de anti-Turkse PKK een vriend.

Regionale machtspolitiek

Want Iran en Turkije zijn vijanden in Syrië; de eerste steunt het (sjiitische) bewind van president Assad, de ander de radicale soennitische oppositie ertegen, en dan tot en met ISIS – want die radicale moslimgroep moest een buffer vormen tussen de Koerden in Turkije en die in Syrië. Toen de PKK/PYD erin slaagden om na Kobani met Tal Abyat een tweede belangrijke grenspost tussen Syrië en Turkije in handen te krijgen, leverde hen dat een openlijke oorlogsverklaring van Ankara op. De Turken dreigen Syrië binnen te trekken om dan zelf maar een bufferzone in te stellen.

Ankara is vooral bang dat de onafhankelijke regio’s van Iraakse en Syrische Koerden de opstap zijn naar een Groot-Koerdistan

Terwijl de Turken in de autonome regio van Iraaks Koerdistan nauw samenwerken met de KDP, dreigen ze Koerden in Syrië aan te vallen omdat die daar ook een onafhankelijke staat zouden willen vestigen – iets wat PYD-leider Salih Muslim overigens nadrukkelijk ontkent.

Ankara is vooral bang dat deze onafhankelijke regio’s van Iraakse en Syrische Koerden de opstap zijn naar een Groot-Koerdistan, waarvan de Koerden in Turkije vervolgens natuurlijk ook onderdeel willen uitmaken.

Het laat zich dus raden hoe de Turken aankijken tegen het Saoedisch-Israëlische initiatief, waarin de Koerdische regio van Turkije wordt afgesplitst om onderdeel te worden van een Groot-Koerdistan – zelfs al is dat om een buffer te vormen tegen gezamenlijke vijand Iran.

Hoewel de droom van hereniging opeens volop in het spotlicht staat, lijkt tegelijkertijd de kans op verwerkelijking ervan om zowel nieuwe als bestaande redenen bepaald niet toegenomen. Daarom zal een gemiddelde peshmerga hooguit kunnen strijden voor een autonome staat, maar behoort Groot-Koerdistan voorlopig nog toe aan het rijk der dromen.

Judit Neurink is journalist/auteur die woont en werkt in Iraaks Koerdistan. Ze publiceerde een aantal boeken, waaronder recent de roman De Joodse Bruid en een boek over de achtergronden van de radicale moslimgroep ISIS: De oorlog van IS_._