Herman Wijffels over duurzaam leven in het antropoceen

Analyse

baanbreker

Herman Wijffels over duurzaam leven in het antropoceen

Herman Wijffels over duurzaam leven in het antropoceen
Herman Wijffels over duurzaam leven in het antropoceen

Volgens de Nederlandse econoom Herman Wijffels zitten we volop in de overgang naar een ander beschavingsmodel. Op technologisch vlak gaat die overgang gepaard met toepassingen  die een exponentiële groei kennen. Over een tweetal decennia zullen die het productiemodel grondig omgegooid hebben en ten dele opnieuw gelokaliseerd hebben. Die transformatie moet volgens Wijffels gebaseerd zijn op een nieuwe ethiek en gepaard gaan met een nieuw soort leiderschap. (*)

 Alma De Walsche

Herman Wijffels, "de beste premier die Nederland nooit gehad heeft"

Alma De Walsche

Herman Wijffels is een begrip in Nederland, de Nederlandse Al Gore wordt wel eens gezegd. Wijffels (72) is econoom maar bekleedde diverse vooraanstaande functies. Hij was onder meer voorzitter van de hoofddirectie van Rabobank, was een aantal jaren Nederlandse afgevaardigde bij de Wereldbank en in 2006 informateur voor het Kabinet Balkenende IV. Momenteel is hij co-voorzitter van Worldconnectors en hoogleraar Duurzame Ontwikkeling en maatschappelijke verandering aan de Universiteit Utrecht.

In zijn boeken en conferenties stelt hij dat we naar  een nieuw beschavingsmodel evolueren. Het feit dat we terecht gekomen zijn in het geologische tijdperk van het antropoceen, waarin de mens een fundamenteel verstorend element is in het functioneren van de ecosystemen- eist dat we op zoek gaan naar een nieuwe manier om ons leven op deze planeet te organiseren en in onze behoeften te voorzien. Wijffels: ‘Uit het onderzoek van Jared Diamond over de ondergang van vroegere beschavingen blijkt dat telkens twee elementen mee speelden: elites die niet wilden veranderen, en een overmatig gebruik van beschikbare hulpbronnen. Op grond van dat inzicht moeten wij onze keuzes maken voor de toekomst.’

Circulaire economie

Een essentieel onderdeel van dat veranderingsproces is volgens Wijffels de overschakeling naar een circulaire economie, die gebaseerd is op hergebruik en het sluiten van de kringlopen. ‘De situatie waarin we ons vandaag bevinden, heeft zich op planetair vlak nooit eerder voorgedaan. De grondstoffen raken uitgeput en we zijn op een groeipad van een wereldbevolking naar 9 miljard. Uitwijken naar elders is niet mogelijk. In de 20ste eeuw is de consumptie van bouwmaterialen x 36 gegroeid, ertsen en mineralen x27 en de fossiele energie x 12.’

We hebben een wegwerpeconomie, gebaseerd op het principe van take, make and dump.

Wijffels wijst op een grote blinde vlek: ‘We hebben ons ontwikkeld tot een soort die lineair denkt en handelt in een context die in alle opzichten circulair functioneert. Omdat de voorraden groot waren en we nog niet met zoveel waren, hebben we dit lange tijd kunnen negeren, maar dat kan vandaag niet meer. Het resultaat is dat we aankijken tegen een situatie van overshoot. We gaan heel diep in het rood in het opsouperen van de rijkdommen van de planeet, zoals blijkt uit de studies over onze ecologische voetafdruk en de onderzoeken naar de bedreigde sectoren van de planeet, van het Stockholm Resilience Institute.’

We hebben een wegwerpeconomie, gebaseerd op het principe van take, make and dump.  We moeten leren opereren in de samenhang van het systeem waarin we functioneren, en dat is heel anders dan we in het newtoniaanse tijdperk geleerd hebben. Vandaag moeten we leren denken in compexe systemen, aldus Wijffels.

Zo’n circulaire economie veronderstelt “ontkoppelen”, meer produceren met minder grondstoffen. Ze veronderstelt ook samenwerken in plaats van elkaar te gaan beconcurreren.

Het betekent ook anders omgaan met intellectuele eigendom en openstellen van kennis in plaats van afschermen. Ook eigendom van onroerend goed zal veranderen wanneer we gebouwen gaan beheren volgens Total Cost of Ownership, waarbij men de kostprijs gaat bekijken over de hele levensduur van het gebouw om die op termijn zo laag mogelijk te houden.

‘Om dat mogelijk te maken moeten we met elkaar praten’, zegt Wijffels. Er moeten namelijk een reeks institutionele hervormingen doorgevoerd worden. Juridische kaders en wetten moeten aangepast worden en schotten weggehaald.

Gevangen in de bestaande situatie

Essentiële noodzaak om daar te geraken, aldus Wijffels, is dat we ons ervan bewustzijn dat onze huidige manier van consumeren en produceren zo niet verder kan en dat bewustzijn is nog niet veralgemeend. De drang om terug te keren naar het oude patroon is nog steeds groot, maar dat is kansloos, daarover is Wijffels heel expliciet.

De drang om terug te keren naar het oude patroon is heel groot, maar dat is vandaag kansloos.

Maar dat zorgt wel voor de impasse waar we ons nu in bevinden, gevangen in een prisoners dilemma. Wijffels: ‘Er zijn een aantal lacunes in ons economisch bestel die we moeten dichten: maatschappelijke kosten die voortvloeien uit onze huidige verspillende en vervuilende manier van produceren en consumeren. Maar er is steeds de angst van sommige landen dat als ze maatregelen nemen, ze dan in een negatieve concurrentiepositie zullen komen tegenover andere landen die gewoon doorgaan met vervuilen. Dat dilemma kan alleen op grond van internationale afspraken doorbroken worden. Maar daar zijn we kennelijk niet aan toe, kijk naar het klimaatprobleem.

Met de drijfgassen van spuitbussen is het wél gelukt. Ik merk ook dat in het bedrijfsleven er steeds nadrukkelijker wordt rekening gehouden met het feit dat er vroeg of laat toch een klimaatakkoord gaat komen. Het doorzetten van de verandering hangt dus in grote mate af van hoezeer het tot de publieke opinie doordringt dat het echt moet gebeuren. En van de moed van politici om de stap te zetten.

Stroomversnellingen

Tal van beleidsmakers, bedrijfsleiders en maatschappelijke spelers mogen dan al gevangen zitten in het prisoners dilemma , Wijffels is dat zeker niet. ‘Ik ben meer gedreven door de mogelijkheden die er zijn dan door de dreiging van het oude. Ik hoor niet tot de categorie duurzaamheidsmensen die vooral vanuit doemdenken ageren. In de geschiedenis gaat het vaak zo dat op het moment dat er een dreiging opkomt met de manier waarom dingen gedaan worden, er ook een manier ontstaat om het anders te doen. Dat zien we ook nu gebeuren. De snelheid waarmee de nieuwe energietechnologie zich ontwikkelt is zo groot dat die de oude energietechnologie gaat wegspelen gewoon omdat ze veel efficiënter en goedkoper wordt.’

‘Ik ben meer gedreven door de mogelijkheden van het nieuwe dan door de dreiging van het oude.

Uiteraard probeert het oude bestel terug te vechten en de transitie te vertragen maar uiteindelijk is dat een verloren strijd volgens Wijffels. ‘De oude energiebedrijven zijn de dinosaurussen van de industriële tijd en in hun huidige vorm gaan die verdwijnen. Over twee, drie decennia zijn die weg. In veertig landen is vandaag zonne-energie goedkoper dan energie geproduceerd uit fossiele bronnen. Rond 2035 zal zonne-energie volledig onze behoeften kunnen dekken. Die trend is niet te stoppen. Ik hou me bezig met technologische ontwikkelingen die een exponentieel verloop kennen, dat wil zeggen waarvan de efficiëntie elk anderhalf jaar verdubbelt en de kostprijs halveert. Dat zijn “disruptieve” ontwikkelingen. Energietechnologie maar ook technologie in de sfeer van de biowetenschappen situeren zich op zo’n exponentieel groeitraject.

Nanotechnologie biedt ongekende mogelijkheden voor materiaalontwerpen, en 3D printing opent de weg naar nieuwe en meer gelokaliseerde productieprocessen op kleinere schaal.

Martin Banak (CC BY-SA 3.0)

Draagbare in 3D-geprinte schoenen

Martin Banak (CC BY-SA 3.0)

Exit globalisering

Dat alles heeft ook een immense impact op energie- en materiaalstromen, dus ook op de globalisering. Conflicten zullen verminderen en we zullen terug evolueren naar een zekere vorm van lokalisering, stelt Wijffels. Een van de belangrijkste domeinen is energie. Die zullen we in de toekomst grotendeels lokaal gaan produceren.

Is er wel een weg terug uit de globalisering? Wijffels: ‘Circulaire processen kunnen veruit het best worden georganiseerd op regionaal niveau. Neem nu energie. Onze energiehuishouding zal over twee, drie decennia functioneren volgens een structuur vergelijkbaar met het internet: een wijdvertakt netwerk waarin talloze kleine opwekkingseenheden energie aanleveren en opnemen van het net. Als het ware een organisch geheel waarbij de productie vrijwel uitsluitend op lokaal niveau plaatsvindt en waarbij de grote productie-eenheden die vanuit diverse plekken van de wereld aan Europa hun energie leveren, overbodig worden. Onze energiehuishouding zal gelokaliseerd worden.

Ook de nutriënten- en de materialenkringlopen moeten we sluiten en dat is makkelijker te realiseren op zo’n kleine schaal. We moeten ons ijzer- of kopererts in de toekomst niet langer gaan halen uit Afrika of Zuid-Amerika maar uit de materialen die we hier afdanken. Met urban mining, stadsmijnbouw, hebben we voorraden in eigen omgeving. Uit de afvalstromen van onze consumptiemaatschappij winnen we de materialen terug voor een volgend productieproces. En nog een keer, en nog een keer. Dat gaat gepaard met regionalisering van economische processen.

We moeten ons ijzer- of kopererts in de toekomst niet langer gaan halen uit Afrika of Zuid-Amerika maar uit de materialen die we hier afdanken.

Maar natuurlijk gaat het iedere keer weer over een goeie samenhang en samenwerking tussen de verschillende niveau’s, benadrukt Wijffels. ‘Ik ben een grote aanhanger van het zogenaamde subsidiariteitsbeginsel, waarbij je een samenleving en de economie zo vorm geeft dat wat het beste kan gedaan worden door het lagere niveau, niet moet gedaan worden door het hogere niveau. Maar het hogere niveau moet wel de voorwaarden scheppen waarin dat lagere niveau zijn functie kan vervullen.’

Een kwestie van ethiek

Overschakelen naar een circulaire en een deeleconomie is voor Wijffels een ethische kwestie. ‘Als we elders mensen ruimte willen geven, dan kunnen we niet anders dan wat er is, te delen. De cirkel waarin we ethisch handelen moeten we groter maken; we moeten ons rekenschap geven van de impact van ons handelen op anderen. Dat is een uitgebreide relationele ethiek, een volgende beschavingsopdracht. Het gaat in de toekomst niet over het overleven van de “fittest”, het gaat over het overleven van de soort.’

Daar zijn nieuwe vormen van mondiaal bestuur voor nodig. Op dat vlak is Wijffels kritisch en kan hij zich niet van de indruk ontdoen dat politici vandaag meer begaan zijn met hun eigen positie dan met hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de gemeenschap. Wijffels:
‘We hebben inderdaad grote behoefte aan leiderschap dat zich richt op het oplossen van de grote mondiale vraagstukken. Daar heb je op alle niveau’s leiders voor nodig. In ondernemersland zijn er tegenwoordig leiders die hun bedrijfsstrategie ontwikkelen in functie van het leveren van bijdragen aan het oplossen van die grote mondiale vraagstukken.’

Politici zijn vandaag vaak meer begaan met hun eigen positie dan met hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de gemeenschap.

De taak van politici in deze tijd is niet simpel, vindt ook Wijffels. ‘Het hele politieke bestel in bijna alle landen is zo in verwarring tussen enerzijds het oude systeem dat niet meer werkt en waarvan ze vinden dat ze het moeten herstellen. En mensen zoals ik die stellen dat dit toch niet meer werkt. We moeten een omslag maken naar het nieuwe, laat ons geen energie meer stoppen in het oude. En er zijn er steeds meer die dit zeggen.

Toch is er in het algemeen nog niet zo’n duidelijke meerderheid voor de koerswijziging voor vernieuwing, zodat de politiek daar aarzelend tussenhangt. Ik zie nog het meeste leiderschap in Duitsland waar ze toch met grote overtuiging de Energiewende vorm geven. Ik vind dit een voorbeeld voor alle Europese landen. En ik hoop dat – met de hulp van meneer Poetin- er nu een debat ontstaat op Europees niveau waarbij de stap wordt gezet naar een Europese energietransitie die echt inzet op een duurzame energie-huishouding.’

(*) Herman Wijffels was vorig najaar te gast op een conferentie De Economie van de Toekomst, georganiseerd door Plan C en Argusmilieu. MO* had achteraf een interview met Wijffels.